Academiejaar
2022-23
Komt voor in:
- Graduaat orthopedagogische begeleiding (Turnhout), trajectschijf 2
In andere opleidingen:
-
Graduaat orthopedagogische begeleiding (Antwerpen) als Praktijk 3 + 4
-
Graduaat orthopedagogische begeleiding (Antwerpen) als Praktijk 3 + 4 (28ECTS)
-
Graduaat orthopedagogische begeleiding (Mechelen) als Praktijk 3 + 4
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang:
27 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
- examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
- examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Titularis: Gielis Steven
Andere co-titularis(sen): Da Silva Dias Karla, Hendrickx Lieve, Severeyns Griet, Stoffels Ellen, Voorspoels Hannelore
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Academiejaar
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Tolereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit getolereerd).
Totale studietijd: 756,00 uren
Korte omschrijving
Het olod 'Praktijk 3+4' behandelt de praktijkervaring in één van de orthopedagogische werkvelden.
Het olod 'Praktijk 3+4' bereidt voor op de competenties die nodig zijn om de rol als opvoeder-begeleider zelfstandig te kunnen uitvoeren.
Praktijk 3+4 kan, mits toelating van de toelatingscommissie, opgenomen worden als semesteropleidingsonderdeel in semester 1.
OLR-Leerdoelen (lijst)
02: Leefklimaat op maat: De gegradueerde draagt in vertrouwde en nieuwe, complexe contexten methodisch bij tot het uitbouwen van een leefklimaat op maat.
De student beschrijft de bijdrage aan het methodisch uitbouwen van een leefklimaat op maat |
De student handelt vanuit theoretische modellen, methoden, methodieken en technieken. |
De student stemt de begeleidingsstijl af op de cliënt en de situatie. |
De student integreert nieuwe kennis in het professioneel handelen. |
De student stuurt de orthopedagogische competenties bij aan de hand van kritische zelfreflectie en suggesties van de leerwerkplek. |
04: Eigen referentiekader: De gegradueerde handelt vanuit verbondenheid en gelijkwaardigheid. De gegradueerde is zich bewust van het eigen referentiekader en handelt vanuit erkenning van de eigenheid en de verscheidenheid van cliënten en cliëntsystemen.
De student bewaakt het evenwicht tussen professionele en emotionele afstand/nabijheid. |
De student handelt vanuit een grondhouding van respect, gelijkwaardigheid en verbondenheid. |
06: Communiceren: De gegradueerde communiceert respectvol en doelgericht met de cliënt, het cliëntsysteem, het team en andere betrokken actoren.
De student beoordeelt wat de invloed is van de eigen communicatiestijl op het gedrag van de ande |
De student verricht de cliëntgebonden administratie. |
De student stemt zijn communicatiestijl af op de cliënt, het cliëntsysteem en het team |
De student draagt bij aan de schriftelijke verslaggeving en communicatie |
10: Reflectie en levenslang leren: De gegradueerde stuurt zijn (ortho)(ped)agogisch handelen bij o.b.v. van (zelf)reflectie en levenslang leren.
De student bespreekt in eigen woorden de eigen draagkracht en grenzen |
De student stuurt zijn orthopedagogische competenties bij op basis van zelfreflectie en gekregen feedback |
De student brengt zijn groeiproces aan de hand van een Persoonlijk Ontwikkelingsplan in kaart. |
De student bereidt de eindevaluatie voor aan de hand van het feedbackformulier werkplekleren. |
De student bereidt het tussentijds opvolggesprek voor aan de hand van het feedbackformulier werkplekleren. |
De student neemt initiatief en verantwoordelijkheid t.o.v. het eigen leerproces |
12: Doelstellingen: De gegradueerde werkt kritisch en constructief mee aan de doelstellingen van de eigen organisatie.
De student beschrijft hoe de missie, visie en doelstellingen van de organisatie in de dagelijkse werking tot uiting komen |
De student vertaalt de missie, visie en doelstellingen van de organisatie op een kritische en constructieve wijze naar concreet handelen |
De student stelt kritische vragen over de werking |
01: Ondersteuning en begeleiding: De gegradueerde ondersteunt en begeleidt cliënten en cliëntgroepen tijdelijk of langdurig in hun dagelijks leven op vlak van wonen, werken, leren en vrije tijd.
De student begeleidt de cliënt zelfstandig in functie van de vooropgestelde (ontwikkelings)doelen |
De student voert de taken als begeleider in de dagelijkse setting zelfstandig uit |
De student reageert op gepaste wijze en conform de afspraken binnen de organisatie, ook in onverwachte situaties |
03: Ondersteuningsplan: De gegradueerde levert binnen de eigen verantwoordelijkheid, autonoom en met initiatief, een substantiële bijdrage aan het vormgeven en aan het implementeren van het ondersteuningsplan. De gegradueerde doet dit in samenspraak met de cliënt, het cliëntsysteem, het team en andere betrokken actoren.
De student hanteert de handelings- en/of ondersteuningsplannen die de werkplek gebruikt om cliënten op te volgen. |
De student beschrijft hoe hij bijdraagt aan het vormgeven en het implementeren van het bestaande opvolgsysteem op zijn leerwerkplek. |
De student levert een bijdrage aan het formuleren en het evalueren van de doelen, de methode en de middelen die inspelen op de vragen en de noden van de cliënt/het netwerk van de cliënt. |
De student formuleert suggesties omtrent veranderingsstrategieën/methodieken, afgestemd op de eigenheid van de cliënt en de context van de cliënt. |
05: Acties: De gegradueerde vertrekt vanuit krachten bij de cliënt en het cliëntsysteem, heeft oog voor kwetsbaarheden en onderneemt doelgericht acties in functie van levenskwaliteit.
De student onderneemt binnen de orthopedagogische setting doelgericht actie i.f.v. de levenskwalitieit van de cliënt |
De student hanteert een begeleidingsstijl vanuit de krachten van de cliënt/het cliëntsysteem |
De student benoemt de krachten en de kwetsbaarheden van de cliënt/het cliëntsysteem |
De student maakt zichtbaar dat hij vertrekt vanuit de krachten en de kwetsbaarheden van de cliënt/het cliëntsysteem |
De student beschrijft zijn dagelijks handelen met oog voor de krachten en kwetsbaarheden van de cliënten |
De student doet voorstellen i.f.v. emotionele en fysieke veiligheid voor het individu, de groep en de omgeving |
De student treedt zelfstandig op i.f.v. emotionele en fysieke veiligheid voor het individu, de groep en de omgeving. |
07: Beroepsethisch kader: De gegradueerde handelt in overeenstemming met het beroepsethisch kader en de relevante wettelijke bepalingen.
De student handelt volgens de deontologische afspraken, kaders van de organisaties en wettelijke bepalingen |
De student heeft zicht op de netwerken die voor de cliënt belangrijk zijn i.f.v. zijn levenskwaliteit |
De student ondersteunt de cliënt in het verkennen, onderhouden en/of versterken van zijn netwerken via concrete acties/gesprekken |
09: Team: De gegradueerde overlegt en werkt samen in een (interdisciplinair) team en met interne en externe actoren in vertrouwde en nieuwe, complexe contexten.
De student participeert actief aan een formeel overleg. |
De student werkt constructief samen met een team en externen |
De student neemt zijn verantwoordelijkheid in de uitvoering van zijn taken in functie van de goede/vlotte werking van het team |
De student informeert en betrekt het team bij de uitwerking en uitvoering van het project. |
De student reflecteert over het aandeel in de samenwerking met het team en externe actoren |
11: Suggesties: De gegradueerde doet op basis van praktijkervaring en ontwikkelingen in de samenleving suggesties ter verbetering van de (ortho)(ped)agogische werking.
De student stelt kritische vragen over de werking |
De student werkt methodisch en planmatig een project uit dat toegepast kan worden binnen de concrete leerwerkplek. |
De student beschrijft persoonlijke leerwinst na het maken van het project. |
De student geeft vanuit een kritische ingesteldheid constructieve feedback aan de medestudenten. |
De student analyseert informatie en vat deze info op een objectieve wijze samen in functie van het project, afgestemd op de noden van de leerwerkplek. |
De student presenteert op een heldere manier het project aan derden. |
Leerinhoud
• Toepassen van reflectiemethodieken
• Invloed van het eigen referentiekader
• Missie, visie en doelstellingen van de eigen praktijkplaats
• Opvolgsysteem
• Invloed eigen communicatiestijl
• Krachten en kwetsbaarheden van het cliëntsysteem
• Draagkracht en eigen grenzen
• Methodisch uitbouwen van een leefklimaat op maat
* kritische en constructieve feedback geven aan medestudenten
* samenwerken in team en met medestudenten
* analyseren en samenvatten info i.f.v. project
* in kaart brengen van eigen groeiproces a.d.h.v. een Persoonlijk Ontwikkelingsplan
Studiematerialen (tekst): Verplicht
- Studiewijzer
- Het cursusmateriaal zal digitaal ter beschikking worden gesteld.
Toetsing (lijst)
Evaluatie(s) voor beide examenkansen, niet herhaalbaar in tweede examenkans
Moment | Vorm | % | Opmerking |
Academiejaar | Portfolio | 40,00 | Indien je niet slaagt voor het deelexamen 'Portfolio', dan krijg je de code F van 'Fail' voor dit deelexamen, wat resulteert in een code F van 'Fail' voor het gehele opleidingsonderdeel. Dit omwille van het feit dat binnen dit deelexamen 'Portfolio' competenties getoetst worden die essentieel zijn om als afgestudeerde in het graduaat Orthopedagogische begeleiding in het werkveld aan de slag te kunnen gaan. Verdere informatie over de beoordeling van het portfolio vindt de student in de studiewijzer van het opleidingsonderdeel.
|
Academiejaar | Praktijkbeoordeling in een professionele context | 60,00 | Indien je niet slaagt voor het deelexamen 'Praktijkbeoordeling in een professionele context', dan krijg je de code F van 'Fail' voor dit deelexamen, wat resulteert in een code F van 'Fail' voor het gehele opleidingsonderdeel. Dit omwille van het feit dat binnen dit deelexamen 'Praktijkbeoordeling in een professionele context' competenties getoetst worden die essentieel zijn om als afgestudeerde in het graduaat Orthopedagogische begeleiding in het werkveld aan de slag te kunnen gaan. Verdere informatie over deze praktijkbeoordeling in een professionele context vindt de student in de studiewijzer van het opleidingsonderdeel.
|
Toetsing (tekst)
De beoordeling van dit opleidingsonderdeel gebeurt op basis van de:
• Praktijkbeoordeling in een professionele context (Evaluatie werkplekleren)
• Portfolio
Indien de student omwille van een overmachtssituatie niet aanwezig kan zijn op de werkplek, dan verwittigt hij vooraf per e-mail de mentor werkplekleren en de begeleider werkplekleren, en wettigt nadien zijn afwezigheid met het nodige bewijsmateriaal. Hij dient dit bewijsmateriaal ten laatste 2 werkdagen na de afwezigheid in bij de mentor werkplekleren en bij de begeleider werkplekleren per e-mail. Hij maakt met de mentor werkplekleren een afspraak over het moment waarop de gemiste dag werkplekleren zal worden ingehaald en informeert zijn begeleider werkplekleren hierover.
Als de student aan het einde van de periode werkplekleren meer dan 10% van het totaal aantal uit te voeren uren werkplekleren gewettigd afwezig was zonder ze in te halen, kan er een code F van ‘Fail’ toegekend worden.
Ongewettigde afwezigheid tijdens het werkplekleren resulteert in een code F van ‘Fail’ wanneer dit 2 of meer keer voorvalt tijdens één academiejaar.
Indien de student door een gewettigde afwezigheid zijn opdracht (voor het deelexamen ‘Portfolio’) niet tijdig kan opladen verwittigt hij per mail de begeleider werkplekleren, voor het verstrijken van de deadline. Indien de student enkel een afwezigheidsattest heeft voor 1 dag, post hij de opdracht op digitale portfolio uiterlijk één dag na de datum vermeld op het attest. Indien de student langer dan 1 dag gewettigd afwezig is, post hij de opdracht uiterlijk 5 werkdagen na de laatste dag van zijn gewettigde afwezigheid op zijn portfolio.