Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Business en Recht
Ondernemingsrecht/132948/2785/2223/1/96
Studiegids

Ondernemingsrecht/1

32948/2785/2223/1/96
Academiejaar 2022-23
Komt voor in:
  • Bachelor in het bedrijfsmanagement (rechtspraktijk), trajectschijf 2
    Keuzeoptie:
    • Avondtraject RP
    Afstudeerrichting:
    • rechtspraktijk
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 4 studiepunten
Co-titularis(sen): Bogman Dominique, Tijs Wenzel
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Module 1
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 03.10.2022 (1ste module)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Tolereerbaarheid: Dit opleidingsonderdeel komt in aanmerking voor tolerantie onder de voorwaarden van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven.
Totale studietijd: 104,00 uren

Volgtijdelijkheid

(eerder ingeschreven voor Verbintenissenrecht/1) EN eerder ingeschreven voor Boekhouden I/3 EN eerder ingeschreven voor Boekhouden II/4.

Korte omschrijving

Het “ondernemen” is zonder twijfel een uitermate belangrijk onderdeel van het rechtsverkeer en valt niet weg te denken uit onze samenleving. Ondernemen zorgt voor werkgelegenheid en welvaart.

Dagelijks vinden talloze interacties en transacties plaats tussen “ondernemingen” onderling (“business to business” of “B2B”) of tussen “ondernemingen” en “niet-ondernemingen” / “consumenten” (“business to consumer” of “B2C”).

In het ondernemingsrecht staat het begrip ‘onderneming’ centraal. We zullen zien dat dit begrip evolutief is en verschillende ladingen dekt, al naargelang de context waarin het gebruikt wordt.

Het hoeft niet te verwonderen dat ook het ondernemen sterk gereguleerd is.

In 2013 werd het Wetboek van Economisch Recht (WER) ingevoerd door de federale wetgever. Hierin werd gefaseerd, via de techniek van de ‘aanbouwwetgeving’, in verschillende boeken die regels rond een specifiek onderwerp groeperen, een groot deel van het bestaande en het nieuwe ondernemingsrecht van de federale wetgever samengebracht.

Ook buiten het Wetboek van Economisch Recht is nog heel wat – supranationaal, federaal en gewestelijk – ondernemingsrecht terug te vinden.

In de lessenreeks worden de eigen-aardigheden van de regels die het ondernemingsrecht betreffen, bestudeerd.

Omwille van de omvang van dit rechtsdomein wordt echter noodgedwongen een selectie gemaakt van de bestudeerde topics.

Voorafgaand deel – Algemene inleiding

Deel I – Fundamentele elementen van het economisch recht

Hoofdstuk 1 – De bronnen van het economisch recht
Hoofdstuk 2 – De ondernemingsrechtbank
Hoofdstuk 3 – Het bewijs in ondernemingszaken

Deel II – Ondernemingsrecht

Hoofdstuk 1 – Vrijheid van ondernemen en algemene verplichtingen van de onderneming
Hoofdstuk 2 – Ondernemen en intellectuele eigendom
Hoofdstuk 3 – De handelszaak
Hoofdstuk 4 – Overeenkomsten met handelstussenpersonen
Hoofdstuk 4bis – Enkele andere handelsovereenkomsten (basis)
Hoofdstuk 5 – Waardepapieren, betalingstechnieken en betalingsdiensten (basis)
Hoofdstuk 6 – Betalingsachterstand bij handelstransacties
Hoofdstuk 7 – Vennootschapsrecht (basis)
Hoofdstuk 8 – De onderneming in moeilijkheden: de insolventiewetgeving

Deel III Marktrecht

Hoofdstuk 1 – Mededinging en prijsreglementering
Hoofdstuk 2 – Markpraktijken en consumentenbescherming
Hoofdstuk 3 – Bescherming van de consumenten bij de verkoop van consumptiegoederen (opfrissing)
Hoofdstuk 4 – Consumentenkrediet (basis)

Verschillende topics die we bestuderen leunen aan bij / bouwen voort op andere rechtsdomeinen, i.h.b. het verbintenissenrecht en het bijzondere overeenkomstenrecht (bv. de consumentenovereenkomst en de handelsovereenkomsten) of worden verder uitgediept in andere rechtsdomeinen, i.h.b. het vennootschaps- en verenigingsrecht.

Wat het vennootschaps- en verenigingsrecht betreft, worden slechts enkele basisbegrippen – i.h.b. ‘vennootschap’, ‘vereniging’ en ‘stichting’, ‘vennoot’, ‘aandeelhouder’ en ‘lid’, ‘zaakvoerder’, ‘bestuurder’ en ‘dagelijks bestuurder’ – aangehaald, nu de meest voorkomende verschijningsvorm in de praktijk van de ‘onderneming’, naast de eenmanszaak, de vennootschappen en verenigingen zijn. Dit rechtsdomein wordt verder uitgediept in het vak ‘vennootschapsrecht’.

Een aantal topics van ondernemingsrecht laten we (grotendeels) links liggen en worden gebeurlijk bestudeerd in specialisatiecursussen: bv. verzekeringsrecht, transportrecht, …

Begincompetenties (tekst)

Teksten kunnen analyseren en samenvatten.
Grondige kennis van het burgerlijk recht en de bronnenstudie.

OLR-Leerdoelen (lijst)

Vindt en analyseert kritisch actuele beroepsgerelateerde bronnen in overeenstemming met de vigerende regelgeving, distilleert daaruit de relevante informatie en gebruikt deze in de juridische praktijk.
De student past de rechtsregels ivm ondernemingsrecht correct toe bij het ontleden en beoordelen van een juridische vraagstelling m.b.t. het ondernemingsrecht.
heeft inzicht in de –voor het beroepsveld meest relevante rechtstakken - en lost eenvoudige juridische problemen in de praktijk op.
De student herkent in een casus de verschillende tussenpersonen in het handelsgebeuren en licht toe.
De student benoemt en beschrijft de voornaamste onderdelen van het Europees economisch recht, zoals de drie pijlers ervan.
De student benoemt en beschrijft de voornaamste onderdelen van het Belgische economisch recht (zijnde de Marktpraktijkenwet en de wetgeving inzake onderneming in moelijkheden)
Handelt cliënt/klantgericht: verleent eerstelijns juridisch advies en behartigt de juridische belangen van cliënten/klanten.
De student past de de principes van vrije markt en eerlijke concurrentie toe.
De student beschrijft de voorwaarden om handel te drijven.
ondersteunt juridisch inhoudelijk een professioneel jurist bij de realisatie van diens doelstellingen.
De student ontwart en ontleedt in praktijksituaties de (diverse, mogelijke) problemen van ondernemingsrecht en formuleert daarbij geschikte en sluitende oplossingen om deze problemen te vermijden of deze problemen te remediëren.

Leerinhoud

Voorafgaand deel – Algemene inleiding

Onderneming
Eenmanszaak – vennootschap (zonder of met rechtspersoonlijkheid) – vereniging (zonder of met rechtspersoonlijkheid)

Deel I – Fundamentele elementen van het economisch recht

Hoofdstuk 1 – De bronnen van het economisch recht

Hoofdstuk 2 – De ondernemingsrechtbank

Hoofdstuk 3 – Het bewijs in ondernemingszaken

Deel II – Ondernemingsrecht

Hoofdstuk 1 – Vrijheid van ondernemen en algemene verplichtingen van de onderneming

Hoofdstuk 2 – Ondernemen en intellectuele eigendom
A. Algemeen
B. Auteursrecht
C. Octrooien
D. Bescherming van chips
E. Tekeningen en modellen
F. Merkenrecht
G. De handhaving van intellectuele rechten
H. Nationale intellectuele eigendomsrechten en vrij verkeer van goederen binnen de EU

Hoofdstuk 3 – De handelszaak
A. Begrip
B. Overdracht van de handelszaak
C. Verpanding van de handelszaak
D. Uitbating van de handelszaak door een ander dan de eigenaar tegen vergoeding
E. Handelshuur (opfrissing)

Hoofdstuk 4 – Overeenkomsten met handelstussenpersonen
A. Handeltussenpersonen in juridische zin
A1. De makelaar
A2. De handelsagent
A3. De handelsvertegenwoordiger
A4. De commissionair
B. Handeltussenpersonen in economische zin
B1. De concessiehouder
B2. De franchisenemer
B3. De licentiehouder
C. Precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten

Hoofdstuk 4bis – Enkele andere handelsovereenkomsten (basis)
A. Pand
B. Financiële zekerheidsovereenkomsten
C. Endossement van de factuur
D. Factoring
E. Leasing

Hoofdstuk 5 – Waardepapieren, betalingstechnieken en betalingsdiensten (basis)

Hoofdstuk 6 – Betalingsachterstand bij handelstransacties

Hoofdstuk 7 – Vennootschapsrecht (basis)

Hoofdstuk 8 – De onderneming in moeilijkheden: de insolventiewetgeving
A. Opsporen van ondernemingen in moeilijkheden
B. Gerechtelijke reorganisatie
C. Faillissement
D. Strafrechtelijke gevolgen

Deel III Marktrecht

Hoofdstuk 1 – Mededinging en prijsreglementering
A. Kort overzicht van de mededingingstheorie
B. Europees mededingingsrecht
B1. Europees mededingingsrecht gericht tot ondernemingen: algemeen
B2. Europees mededingingsrecht gericht tot ondernemingen: het verbod van kartelafspraken in art. 101 VWEU
B3. Europees mededingingsrecht gericht tot ondernemingen: het verbod van misbruik van machtspositie in art. 102 VWEU
B4. Europees mededingingsrecht gericht tot ondernemingen: concentratiecontrole
B5. De toepasselijkheid van de EU-concurrentieregels op overheidsbedrijven
B6. Vrij verkeer van goederen binnen de EU
B7. Vrij verkeer van personen en diensten binnen de EU
C. Belgisch mededingingsrecht
D. Prijsreglementering

Hoofdstuk 2 – Markpraktijken en consumentenbescherming

Hoofdstuk 3 – Bescherming van de consumenten bij de verkoop van consumptiegoederen (opfrissing)

Hoofdstuk 4 – Consumentenkrediet (basis)

Studiematerialen (lijst)

Praktisch Economisch RechtVerplicht
  • Auteur: Gerda Ghysels en Jan Roodhooft
Digitap APVerplicht
  • Auteur: AP Hogeschool Antwerpen

Onderwijsorganisatie

Avondtraject
Hoor- en/of werkcolleges (avondtraject)24,00 uren
Werktijd buiten de contacturen (avondtraject)78,00 uren
Dagtraject
Hoor- en/of werkcolleges (dagtraject)36,00 uren
Werktijd buiten de contacturen (dagtraject)66,00 uren
Examentijd
Voorziene tijd voor toetsing2,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
AcademiejaarKennis- en inzichtstoets in de examenreeks50,00Schriftelijk examen
AcademiejaarVaardigheidstoets in de examenreeks50,00Schriftelijk examen
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeKennis- en inzichtstoets in de examenreeks50,00Schriftelijk examen
Tweede examenperiodeVaardigheidstoets in de examenreeks50,00Schriftelijk examen

Toetsing (tekst)

Zie digitap voor eventuele verdere instructies.