Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Mens en Maatschappij
Recht 235201/3108/2324/1/78
Studiegids

Recht 2

35201/3108/2324/1/78
Academiejaar 2023-24
Komt voor in:
  • Bachelor in de orthopedagogie, trajectschijf 1
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 3 studiepunten
Titularis: Uyttenhove Lee
Andere co-titularis(sen): Wouters Leendert
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 2
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 15.03.2024 (2de semester)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid/tolereerbaarheid: Dit opleidingsonderdeel komt in aanmerking voor deliberatie/tolerantie onder de voorwaarden van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven.
Totale studietijd: 78,00 uren

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

Korte omschrijving

Het menselijk leven bestaat uit verschillende facetten. Ons welbehagen wordt bepaald door gezondheid (lichamelijk, geestelijk), woon- en leefomstandigheden, onderlinge relaties (ouders, partners, vrienden, ...), de positie op de arbeidsmarkt, ... . Deze verscheidenheid aan facetten vertaalt zich ook in de verschillende takken van de hulpverlening. Wanneer iemand geconfronteerd wordt met een probleemsituatie, is hulp op maat noodzakelijk. Dit betekent dat de hulpzoekende gespecialiseerde hulp moet krijgen. De hulpverlening mag echter niet uitsluitend vanuit een niche-perspectief verleend worden. Samenwerking tussen de verschillende takken in de hulpverlening is noodzakelijk.
Inzicht in de wereld van het recht kan de orthopedagoog ondersteunen in zijn opdracht van hulpverlening. Dit vak leidt je rond in de juridische wereld door verschillende juridische materies aan te kaarten en dit telkens vanuit een praktijkgerelateerde kijk naar de hulpverlening.
In de eerste plaats wordt er vertrokken vanuit een algemeen juridisch kader: wat is recht, welke staatsstructuren kennen we in België en op welke wijze hebben zij een invloed op de wijze waarop de hulpverlening is gereglementeerd, hoe verlopen gerechtelijke procedures?
Vervolgens worden verschillende juridische materies belicht : het staatsrecht, het personen- en familierecht, jeugdrecht, verbintenissenrecht, aansprakelijkheidsrecht, het arbeidsrecht en het strafrecht.
Binnen deze thema’s wordt er bijzondere aandacht besteed aan het onderscheid in regelgeving tussen volwassenen en minderjarigen en de specifieke regelgeving voor minderjarigen. Onder meer het verschil in behandeling in geval van een geestesziekte, strafrecht, de rechtspositie van de minderjarige.
Verder besteedt het vak aandacht aan een paar bijzondere onderwerpen. De euthanasiewetgeving, huur, schuldenregeling, ... .
Rekeninghoudende met het perspectief van de hulpverlener wordt er ook dieper ingegaan op de strafrechtelijke behandeling van de minderjarige die feiten beging (jeugddelict) en de jongere binnen een verontrustende opvoedingssituatie (VOS). In het bestek van het vak recht zal er ingezoomd worden op de gerechtelijke hulpverlening.
Daarnaast worden ook de verschillende actoren gesitueerd, zo onder meer de jeugdrechtbank, parket, sociale dienst. Vanuit strafrechtelijk perspectief worden de mogelijke sancties besproken, ook de alternatieve maatregelen. Er wordt ook ingezoomd op de aansprakelijkheid van de ouders.

Dit vak wordt gedoceerd aan de hand van een handboek, cursusteksten, wetenschappelijk en juridische actuele bijdragen, videofragmenten, krantenartikels, onlinewetgeving en interactief debat. Bedoeling is dat de student leert hoe regelgeving op te zoeken en te interpreteren in het kader van een hulpvraag.

OLR-Leerdoelen (lijst)

Deskundig in opvoeden begeleiden ondersteunen: Ondersteunt, organiseert en coƶrdineert wonen, werken, leren en vrije tijd in de dagelijkse context van een individu of groep. Methodisch handelen.
De student past de verkregen inzichten uit het recht toe in de begeleiding van en de hulpverlening aan verschillende doelgroepen
De student kan een plan van aanpak uitwerken op basis van de theoretische kaders uit het recht en op een voor de bedoelde doelgroep duidelijke verwoordde manier uitschrijven
Kritisch denken, levenslang en levensbreed leren, onderbouwd denken en handelen
De student analyseert een nieuw, complex vraagstuk aan de hand van theoretische kaders uit het recht.
Ethische vaardigheden
De student herkent juridische begrippen en kan ze definiƫren.
De student reproduceert de basiskennis betreffende de behandelde materies van recht door onder andere te reproduceren, op te sommen of te herkennen.
De student kan de juridische begrippen en theoretische kaders uitleggen aan de hand van een voorbeeld of ze vergelijken of onderscheiden met of van elkaar.

Leerinhoud

- Algemene inleiding tot het recht
- Publiek recht (staatsrecht en bestuursrecht)
- Gerechtelijk recht (procedures, rechtbanken, kosteloze juridische bijstand, bemiddeling)
- Personenrecht
- Familierecht
- Verbintenissenrecht en aansprakelijkheidsrecht
- Sociaal recht (met nadruk op arbeidsrecht)
- Jeugdrecht (korte historische schets, maatregelen in het kader van de gerechtelijke hulpverlening, jeugddelict, geesteszieken, rechtspositie)
- Strafrecht

Studiematerialen (tekst): Verplicht

De Jonghe, I., Uyttenhove, L. & Verlinden, G. (2020). Hulpverlening en recht. Antwerpen: Intersentia.
Studiewijzer
Lesmateriaal op Digitap

Onderwijsorganisatie

Examentijd
Voorziene tijd voor toetsing2,00 uren
Werkvormen
Hoor- en/of werkcolleges22,00 uren
Werktijd buiten de contacturen54,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodeKennis- en inzichtstoets in de examenreeks100,00Schriftelijke toets, bestaande uit een aantal gesloten en open vragen met kritische reflecties.
Toetsmethode: gesloten en open vragen
Bron: gesloten boek
Toetsmedium: schriftelijk.
Toetsmoment: momentopname op het examen
Beoordelaar: lector
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeKennis- en inzichtstoets in de examenreeks100,00Schriftelijke toets, bestaande uit een aantal gesloten en open vragen met kritische reflecties.
Toetsmethode: gesloten en open vragen
Bron: gesloten boek
Toetsmedium: schriftelijk.
Toetsmoment: momentopname op het examen
Beoordelaar: lector