Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Gezondheid en Wetenschap
Postpartale periode 230873/3118/2324/1/05
Studiegids

Postpartale periode 2

30873/3118/2324/1/05
Academiejaar 2023-24
Komt voor in:
  • Bachelor in de vroedkunde, trajectschijf 2
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 6 studiepunten
Titularis: Stiers Mieke
Andere co-titularis(sen): Bernaerts Brigitte, Bosmans Valerie, Brouns Miek, Driessen Els, Gooris Giovanna, Present Evy, van Asseldonk Fieke, Van de Craen Natacha, Verheyen Veerle
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 15.10.2023 (1ste semester)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 150,00 uren

Volgtijdelijkheid

eerder ingeschreven voor Postpartale periode 1.

Begincompetenties (tekst)

Voorafgaand aan dit opleidingsonderdeel dient de student de volgende opleidingsonderdelen te hebben gevolgd: Postpartale periode 1

OLR-Leerdoelen (lijst)

3. Pathologie, zorg & begeleiding
De student herkent pathologie bij de kraamvrouw tijdens het postpartum.
De student kan een behandelingsplan opstellen indien een pathologische situatie optreedt bij de kraamvrouw tijdens het postpartum.
De student demonstreert de postoperatieve verzorging van de sectio-patiënt.
De student beschrijft de pathologie op vlak van seksualiteit in de postpartale periode.
De student kan de klinische situatie van de neonaat beoordelen.
De student kan specifieke ziektebeelden bij de neonaat signaleren en kan in een pathologische situatie noodzakelijke interventies plannen.
De student kan de opvang, totaalzorg en opvolging van een gezonde én zieke neonaat bewaken.
De student demonstreert de zorgen aan de neonaat in een pathologische situatie.
De student demonstreert Neonatal Life Support.
De student beschrijft het belang van ontwikkelingsgerichte zorg op neonatologie en formuleert ontwikkelingsondersteunende interventies.
De student beschrijft het doel, verloop en de aandachtspunten van specifieke diagnostische onderzoeken (zoals ROP-screening, BERA-test, EEG, ECG, echografie, polysomnografie…) op neonatologie.
De student geeft het doel, verloop en de aandachtspunten van enkele specifieke verpleegkundige handelingen (zoals luchtwegaspiratie, zuurstoftoediening, ademhalingsondersteuning, wondzorg…) op neonatologie weer.
De student kan specifieke haemato-, dermato- en/of neurologische ziektebeelden herkennen en kan in een pathologische situatie noodzakelijke interventies plannen.
De student herkent situaties waarin sprake is van heamato-, demato, en/of neurlogische ziektenbeelden.
4. Psychosociale context
De student formuleert verpleegkundige interventies om tegemoet te komen aan de zorgbehoeften van de neonaat.
De student herkent borstvoedingsproblemen.
De student kan een behandelingsplan opstellen bij borstvoedingsproblemen.
De student beschrijft het huidig beleid bij dreigende vroeggeboorte in België.
De student beschrijft hechtingsproblemen in de postpartale fase.
De student beschrijft aandachtspunten in de opvang van ouders bij een opname op neonatologie.
De student beschrijft aandachtspunten in de opvang van ouders bij het overlijden van de neonaat.
De student beschrijft psychologische problemen in de postpartale fase en dit zowel bij moeder en/of neonaat.
6. Gezondheidspromotie
De student verduidelijkt de psychosociale impact van een neonatale opname op het hele gezin.
De student geeft informatie en oefeningen ter preventie en herstel van zwangerschaps- en bevalling gerelateerde pelvi-perineale-aandoeningen.
De student kan advies geven over bekkenbodemre-educatie.
De student herkent risicofactoren op vroeggeboorte en geeft informatie ter preventie.

Leerinhoud

Om als toekomstige proactieve vroedvrouw te acteren in een steeds veranderende zorgomgeving is een daartoe ondersteunende persoonlijke en professionele leeromgeving nodig. De opleiding bachelor in de vroedkunde aan de AP hogeschool is opgebouwd aan de hand van zes levensfasen waarin de vroedvrouw een cruciale rol speelt. De concrete uitwerking van de opleidingsonderdelen gebeurt volgens het didactisch concept van Merriënboer. Elke levensfase neemt één of meerdere weken in beslag. Binnen elke levensfase wordt een duidelijke vaste weekstructuur gehanteerd:
Time to learn: de pathologische benadering van alle aspecten met betrekking tot de postpartale periode. Voorbeelden van lesinhouden in deze fase zijn: pathologie van het hematologisch stelsel, neonatologie, bekkenbodem educatie, pathologie van het dermatologisch stelsel, pathologie van het neurologisch stelsel, rouw en verlies....
Time to prepare: studenten krijgen de tijd om het theoretisch aanbod te verwerken en zich voor te bereiden op de hands on training/casestudy
Hands on training: het vaardigheidsonderwijs speelt een centrale ondersteunende rol in de opleiding met als doel de studenten in een veilige en gesimuleerde omgeving technische basis-, verloskundige en neonatale vaardigheden, gebaseerd op authentieke beroepssituaties, aan te leren. Tijdens deze fase wordt er bijvoorbeeld geoefend op neonatologie (waaronder de reanimatie van de neonaat)...
Casestudy: de verworven kennis wordt op dit moment geïntegreerd door middel van casusbesprekingen in kleinere groepen onder begeleiding van docenten en werkveldpartners. De studenten worden gestimuleerd om een kritische onderzoeksattitude aan te meten door hen continu uit te dagen de casestudys te onderbouwen met wetenschappelijke literatuur. Deze case studys zitten ook doorspekt met internationale en crossculturele competenties.

Studiematerialen (lijst)

LaptopVerplicht
Startpakket Bachelor in de VroedkundeVerplicht€ 90,00
  • Auteur: Team bachelor in de vroedkunde
Borstvoeding handleiding voor de zorgverlenerVerplicht€ 24,50
  • Auteur: Borstvoedingorganisatie La Leche League
Gespreksvaardigheden voor verloskundigen.Aanbevolen
  • Auteur: Merkx, A., Heusschen, J.
Leerboek intensive-care-verpleegkunde neonatologieAanbevolen€ 141,00
  • Auteur: G.T.W.J. van den Brink, I.J. Hankes Drielsma, S.G.M. van Driessen, E. te Pas
Onderzoek in de gezondheidszorgAanbevolen€ 43,75
  • Auteur: E. Bakker, H. Van Buuren e.a.
Digitap APVerplicht
  • Auteur: AP Hogeschool Antwerpen

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Hoor- en/of werkcolleges44,00 uren
  • Duur: Semester
  • Opmerking: 6u Pathologie
    12u neonatologie
    12u praktijk neonatologie
    3u borstvoeiding
    6h psychosociale context
    2u seksuologie
    2u ervaringsdeskundige
    1u bekkenbodem
Practicum en/of oefeningen6,00 uren
  • Duur: Semester
Vormen van groepsleren3,00 uren
  • Duur: Semester
Werktijd buiten de contacturen97,00 uren
  • Duur: Semester

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodeKennis- en inzichtstoets in de examenreeks80,00Vertrekkende vanuit een aantal situatieschetsen zullen vragen gesteld worden vanuit de verschillende gedoceerde invalshoeken op de niveaus zoals aangegeven in de toetsmatrijs. Het examen bevat open vragen, gesloten vragen, meerkeuze vragen en vragen aan de hand van casuïstiek. Deze kennistoets zal digitaal worden bevraagd worden.
Eerste examenperiodeVaardigheidstoets in de examenreeks20,00Stationsproef reanimatie van de neonaat
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeKennis- en inzichtstoets in de examenreeks80,00Vertrekkende vanuit een aantal situatieschetsen zullen vragen gesteld worden vanuit de verschillende gedoceerde invalshoeken op de niveaus zoals aangegeven in de toetsmatrijs. Het examen bevat open vragen, gesloten vragen, meerkeuze vragen en vragen aan de hand van casuïstiek. Deze kennistoets zal digitaal worden bevraagd worden.
Tweede examenperiodeVaardigheidstoets in de examenreeks20,00Stationsproef reanimatie van de neonaat

Toetsing (tekst)

De toetsinhouden staan uitvoerig verduidelijkt op digitap onder het kopje 'Evaluatie'.

Voor dit opleidingsonderdeel worden één of meerdere evaluaties (bijvoorbeeld: kennistoets/ vaardigheidstoets/projectopdracht…) georganiseerd die je kan terugvinden onder het luikje 'toetsing lijst'.

Indien je niet hebt deelgenomen aan één of meerdere van deze evaluaties, dan krijg je als eindresultaat voor het gehele opleidingsonderdeel een code “f” van “Fail” en slaag je niet voor dit opleidingsonderdeel. Je hebt dan onvoldoende bewezen de competenties van het opleidingsonderdeel te beheersen.

Wanneer je als student in de eerste examenperiode voor dit opleidingsonderdeel als geheel niet slaagt (score of code “fail”), maar voor één of meerdere deelexamens een cijfer behaalt dat ten minste 10 op 20 bedraagt, dan wordt dit cijfer overgedragen naar de tweede examenperiode en kan je dit deelexamen niet hernemen in de tweede examenperiode. Deelexamens waarvoor je in de eerste examenperiode minder dan 10 op 20 behaalde, mag je wel hernemen in de tweede examenperiode. De punten per deelexamen kan je telkens terugvinden bij de deelresultaten op iBamaflex.

Neem je aan geen enkel van de evaluaties deel dan zal dit opleidingsonderdeel in zijn geheel als beoordeling de code ‘NIET DEELGENOMEN’ krijgen. Deelname aan de tweede examenperiode blijft mogelijk.