Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Business en Recht
Verbintenissenrecht/136837/3109/2324/1/17
Studiegids

Verbintenissenrecht/1

36837/3109/2324/1/17
Academiejaar 2023-24
Komt voor in:
  • Bachelor in het bedrijfsmanagement (rechtspraktijk), trajectschijf 1
    Keuzeoptie:
    • Avondtraject RP
    Afstudeerrichting:
    • rechtspraktijk
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 4 studiepunten
Co-titularis(sen): Tijs Reiner, Tijs Wenzel
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Module 1
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 02.10.2023 (1ste module)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid/tolereerbaarheid: Dit opleidingsonderdeel komt in aanmerking voor deliberatie/tolerantie onder de voorwaarden van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven.
Totale studietijd: 104,00 uren

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

Korte omschrijving

Het verbintenissenrecht wordt wel eens de “moeder” van het privaatrecht genoemd. Deze rechtstak levert immers belangrijke bouwstenen voor een goed begrip en een correcte toepassing van talloze andere rechtstakken.

Iedere persoon – consument, onderneming, particulier … – die deelneemt aan het rechtsverkeer wordt wellicht regelmatig zo niet dagelijks – bewust of onbewust, gewild of ongewild – geconfronteerd met het verbintenissenrecht. Denk bv. aan het aangaan, het uitvoeren of het tenietgaan van contracten (bv. de benoemde contracten koop, huur, aanneming…, maar evengoed een eindeloze reeks onbenoemde contracten, die ontspruiten aan de contractsvrijheid) of aan het oplopen van buitencontractuele aansprakelijkheid omwille van een onrechtmatige daad.
Het belang van het verbintenissenrecht kan dan ook moeilijk overschat worden.

In een eerste hoofdstuk zullen we het begrip verbintenis definiëren en vervolgens haar karakteristieke eigenschappen onderzoeken: (a) een verbintenis creëert een rechtsband tussen personen, (b) zij heeft een in geld waardeerbare aanspraak tot voorwerp en (c) zij is afdwingbaar. Tevens zullen we stilstaan bij diverse opdelingen van de verbintenissen: (a) naargelang de bron waaruit zij ontstaan, (b) naargelang hun aard, (c) naargelang hun voorwerp, (d) naargelang het aantal betrokken subjecten (schuldeisers en schuldenaars) en (e) naargelang de modaliteiten die eraan verbonden zijn.

In een tweede hoofdstuk onderzoeken we nader de verbintenissen uit rechtshandelingen: (a) de verbintenissen uit meerzijdige rechtshandeling (het contract) en (b) de verbintenissen uit eenzijdige rechtshandeling (de eenzijdige wilsuiting). De meeste aandacht gaat naar de regels die de verbintenissen uit meerzijdige rechtshandeling regelen, het zogenaamde algemeen contractenrecht. We zullen eerst stilstaan bij het begrip contract en bij diverse indelingen van de contracten. Vervolgens bestuderen we een aantal basisbeginselen van het contractenrecht (de wilsautonomie, de contractsvrijheid en het consensualisme; de bindende kracht van het contract; de goede trouw). Daarna komt de totstandkoming van het contract aan bod (de precontractuele fase (onderhandelingsvrijheid) en de precontractuele aansprakelijkheid; de fase van de daadwerkelijke totstandkoming van het contract (aanbod en aanvaarding; de vier geldigheidsvereisten m.b.t. toestemming, bekwaamheid, voorwerp en oorzaak); de sanctionering van een probleem bij de totstandkoming van het contract (nietigheidsleer)). Vervolgens staan we stil bij het tenietgaan van het contract (de vrijwillige nakoming van het contract door de partijen (betaling); de niet-toerekenbare niet-nakoming van het contract (overmacht); de toerekenbare niet-nakoming van het contract (ingebrekestelling; niet-uitvoeringsexceptie, uitvoering in natura, herstel van de schade, ontbinding, prijsvermindering); andere vormen van tenietgaan van het contract (bv. opzegging; herroeping)). Tot slot bekijken we de gevolgen van het contract voor derden (de relativiteit van het contract; de tegenwerpelijkheid aan derden van het bestaan van het contract).

In een derde hoofdstuk onderzoeken we nader de verbintenissen uit rechtsfeiten: (a) de verbintenissen uit oneigenlijk contract (zaakwaarneming, onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking) en (b) de verbintenissen uit onrechtmatige daad (feiten die tot aansprakelijkheid leiden (aansprakelijkheid voor eigen daad; aansprakelijkheid voor andermans daad; aansprakelijkheid voor zaken en dieren); oorzakelijk verband; schade; gevolgen van aansprakelijkheid). We zullen zien dat het leerstuk van de onrechtmatige daad (artikel 1382 e.v. van het oud Burgerlijk Wetboek; toekomstig Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek) de sleutel vormt om de niet-naleving van een schier oneindig aantal wettelijke geboden of verboden (burgerrechtelijk) te sanctioneren.

In een vierde hoofdstuk werken we een aantal regels verder uit die in principe gemeenschappelijk zijn aan alle verbintenissen, ongeacht de bron waaruit zij zijn ontstaan. Een groot deel van die regels worden aangeduid als het algemeen regime van de verbintenis. Het betreft regels m.b.t. (a) het bewijs van verbintenissen, (b) de interpretatie van rechtshandelingen en de kwalificatie van contracten, (c) de overdracht van verbintenissen (actieve overdracht; passieve overdracht; contractsoverdracht), (d) de nakoming van de verbintenis, (e) de niet-nakoming van de verbintenis, (f) maatregelen ter bescherming van de schuldeiser en (g) gronden van tenietgaan van de verbintenis.

We bestuderen in de lessenreeks het nieuwe verbintenissenrecht uit Boek 1 en Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek, dat op 1 januari 2023 in werking getreden is, in combinatie met andere (bijzondere) wetgeving die relevant is voor het verbintenissenrecht, zoals Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek en Boek VI van het Wetboek van Economisch Recht. We kijken ook al vooruit naar het toekomstige Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.

Begincompetenties (tekst)

Student dient een analytisch denkvermogen te hebben teneinde de concrete gevalstudies te kunnen oplossen.

OLR-Leerdoelen (lijst)

Handelt cliënt/klantgericht: verleent eerstelijns juridisch advies en behartigt de juridische belangen van cliënten/klanten.
De student geeft in praktijksituaties aan welke partij verbintenisrechtelijk aansprakelijk is, over welke remedies de gegriefde partij beschikt en hoe de gegriefde partij haar aanspraken opzichtens de aansprakelijke partij juridisch correct moet hardmaken.
De student formuleert relevante hypotheses bij het ontleden en beoordelen van een juridische vraagstelling m.b.t. het verbintenissenrecht. De student maakt cascaderedeneringen bij het ontleden en beoordelen van een juridische vraagstelling m.b.t. het verbintenissenrecht.
heeft inzicht in de –voor het beroepsveld meest relevante rechtstakken - en lost eenvoudige juridische problemen in de praktijk op.
De student legt in correcte juridische bewoordingen de verbintenisrechtelijke begrippen en leerstukken uit (aan de hand van een verhelderend voorbeeld). De student duidt de toepassingsvoorwaarden voor een bepaald leerstuk ivm verbintenissenrecht.
De student legt uit welke regels van verbintenissenrecht toepasselijk zijn op de casus, wat zij precies inhouden en geeft vervolgens aan tot welk resultaat zij leiden bij een toepassing op de casus.
Vindt en analyseert kritisch actuele beroepsgerelateerde bronnen in overeenstemming met de vigerende regelgeving, distilleert daaruit de relevante informatie en gebruikt deze in de juridische praktijk.
De student geeft aan welke bronnen van verbintenissen aan de orde zijn in een juridische vraagstelling m.b.t. het verbintenissenrecht.
De student past de rechtsregels ivm verbintenissenrecht correct toe bij het ontleden en beoordelen van een juridische vraagstelling m.b.t. het verbintenissenrecht.
ondersteunt juridisch inhoudelijk een professioneel jurist bij de realisatie van diens doelstellingen.
De student ontwart en ontleedt in praktijksituaties de (diverse, mogelijke) problemen van verbintenissenrecht en formuleert daarbij geschikte en sluitende oplossingen om deze problemen te vermijden of deze problemen te remediëren.
Neemt verantwoordelijkheid voor de eigen professionele ontwikkeling, volgt zelfstandig tendensen op in functie van de eigen professionele ontwikkeling en integreert deze nieuwe inzichten.
De student volgt de evoluties in de wetgeving en de jurisprudentie m.b.t. verbintenissenrecht op en kan aangeven hoe zij de uitkomst van een concrete juridische vraagstelling kunnen beïnvloeden.

Leerinhoud

HOOFDSTUK 1 DE VERBINTENIS: BEGRIP, KENMERKEN EN SOORTEN

1. Algemene inleiding

2. Situering en vindplaats van het verbintenissenrecht
2.1. Situering in het recht
2.2. Vindplaats van het verbintenissenrecht in de Belgische wetgeving

3. Begripsomschrijving en karakteristieke eigenschappen van de verbintenis
3.1. Het begrip verbintenis
3.2. Karakteristieke eigenschappen van de verbintenis

4. De bronnen van verbintenissen

5. Indeling van verbintenissen
5.1. Verbintenissen en de bron waaruit zij ontstaan
5.2. Verbintenissen en hun aard
5.3. Verbintenissen en hun voorwerp
5.4. Verbintenissen met pluraliteit van subjecten
5.5. Verbintenissen met bijzondere modaliteiten


HOOFDSTUK 2 VERBINTENISSEN UIT RECHTSHANDELINGEN

1. Verbintenissen uit meerzijdige rechtshandeling: het contract
1.1. Het begrip contract en diverse indelingen van de contracten
1.2. Basisbeginselen van het contractenrecht
1.3. Totstandkoming van de overeenkomst
1.4. Tenietgaan van het contract
1.5. Gevolgen van het contract voor derden

2. Verbintenissen uit eenzijdige rechtshandeling: de eenzijdige wilsuiting


HOOFDSTUK 3 VERBINTENISSEN UIT RECHTSFEITEN

1. Verbintenissen uit oneigenlijk contract
1.1 Inleiding
1.2. Zaakwaarneming
1.3. Onverschuldigde betaling
1.4. Ongerechtvaardigde verrijking

2. Verbintenissen uit onrechtmatige daad
2.1. Situering
2.2. Aansprakelijkheid voor eigen foutieve daad, nalatigheid of onvoorzichtigheid
2.3. Kwalitatieve aansprakelijkheid
2.4. De schade
2.5. Het oorzakelijk verband


HOOFDSTUK 4 REGELS GEMEENSCHAPPELIJK AAN DE VERSCHILLENDE VERBINTENISSEN

1. Bewijs van verbintenissen

2. Interpretatie van rechtshandelingen kwalificatie van contracten

3. Overdracht van verbintenissen en overeenkomsten
3.1. De actieve overdracht
3.2. De passieve overdracht
3.3. Contractoverdracht

4. Nakoming van de verbintenis
4.1 Inleiding
4.2 Betaling
4.3 Betaling met subrogatie

5. Niet-nakoming van de verbintenis
5.1. Inleiding
5.2. Toerekenbaarheid van de niet-nakoming
5.3. Ingebrekestelling
5.4. Uitvoering in natura
5.5. Herstel van de schade
5.6. Opschortingsrecht
5.7. Nalatigheidsinterest

6. Maatregelen ter bescherming van de rechten van de schuldeiser
6.1. Inleiding
6.2. Zijdelingse vordering
6.3. Pauliaanse vordering

7. Gronden van tenietgaan van de verbintenis
7.1. Schuldvernieuwing of novatie
7.2. Kwijtschelding van schuld
7.3. Eenzijdige afstand van recht
7.4. Rechtsverwerking en/of rechtsmisbruik?
7.5. Schuldvergelijking of compensatie
7.6. Verval van de verbintenis door verdwijning van het voorwerp
7.7. Schuldvermenging
7.8. Bevrijdende verjaring

Studiematerialen (lijst)

Praktisch verbintenissenrechtVerplicht
  • Auteur: W.Tijs en A. Verdoodt
StudentencodexVerplicht
Digitap APVerplicht
  • Auteur: AP Hogeschool Antwerpen

Onderwijsorganisatie

Avondtraject
Hoor- en/of werkcolleges (avondtraject)20,00 uren
Practicum en/of oefeningen (avondtraject)4,00 uren
Werktijd buiten de contacturen (avondtraject)78,00 uren
Dagtraject
Hoor- en/of werkcolleges (dagtraject)30,00 uren
Practicum en/of oefeningen (dagtraject)6,00 uren
Werktijd buiten de contacturen (dagtraject)66,00 uren
Examentijd
Voorziene tijd voor toetsing2,00 uren
  • Omschrijving: examen in de examenreeks

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodeKennis- en inzichtstoets in de examenreeks20,00Schriftelijk examen met gesloten boeken (meerkeuzevragen op 10 punten en open vragen op 10 punten)

Eerste examenperiodeVaardigheidstoets in de examenreeks80,00Schriftelijk examen met gesloten boeken (meerkeuzevragen op 10 punten en open vragen op 10 punten)

Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeKennis- en inzichtstoets in de examenreeks20,00Schriftelijk examen met gesloten boeken (meerkeuzevragen op 10 punten en open vragen op 10 punten)

Tweede examenperiodeVaardigheidstoets in de examenreeks80,00Schriftelijk examen met gesloten boeken (meerkeuzevragen op 10 punten en open vragen op 10 punten)

Toetsing (tekst)

Zie digitap voor eventuele verdere instructies.