Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Business en Recht
Ondernemingsrecht/132948/3109/2324/1/02
Studiegids

Ondernemingsrecht/1

32948/3109/2324/1/02
Academiejaar 2023-24
Komt voor in:
  • Bachelor in het bedrijfsmanagement (rechtspraktijk), trajectschijf 2
    Keuzeoptie:
    • Avondtraject RP
    Afstudeerrichting:
    • rechtspraktijk
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 4 studiepunten
Co-titularis(sen): Bogman Dominique, Tijs Wenzel
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Module 1
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 02.10.2023 (1ste module)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid/tolereerbaarheid: Dit opleidingsonderdeel komt in aanmerking voor deliberatie/tolerantie onder de voorwaarden van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven.
Totale studietijd: 104,00 uren

Volgtijdelijkheid

(eerder ingeschreven voor Verbintenissenrecht/1) EN eerder ingeschreven voor Boekhouden I/3 EN eerder ingeschreven voor Boekhouden II/4.

Korte omschrijving

Het “ondernemen” is zonder twijfel een uitermate belangrijk onderdeel van het rechtsverkeer en valt niet weg te denken uit onze samenleving. Ondernemen zorgt voor werkgelegenheid en welvaart.

Dagelijks vinden talloze interacties en transacties plaats tussen “ondernemingen” onderling (“business to business” of “B2B”) of tussen “ondernemingen” en “niet-ondernemingen” / “consumenten” (“business to consumer” of “B2C”).

In het ondernemingsrecht staat het begrip “onderneming” centraal. We zullen zien dat dit begrip evolutief is en verschillende ladingen dekt, al naargelang de context waarin het gebruikt wordt.

Het hoeft niet te verwonderen dat ook het ondernemen sterk gereguleerd is.

In 2013 werd het Wetboek van Economisch Recht (WER) ingevoerd door de federale wetgever. Hierin werd gefaseerd, via de techniek van de “aanbouwwetgeving”, in verschillende boeken die regels rond een specifiek onderwerp groeperen, een groot deel van het bestaande en het nieuwe ondernemingsrecht van de federale wetgever samengebracht.

Ook buiten het Wetboek van Economisch Recht is nog heel wat – supranationaal, federaal en gewestelijk – ondernemingsrecht terug te vinden.

In de lessenreeks worden de eigen-aardigheden van de regels die het ondernemingsrecht betreffen, bestudeerd.

Omwille van de omvang van dit rechtsdomein wordt echter noodgedwongen een selectie gemaakt van de bestudeerde topics.

Hoofdstuk I. Begrippen en algemene regelen
Hoofdstuk II. Vennootschappen
Hoofdstuk III. Enige handelsovereenkomsten
Hoofdstuk V. Waardepapieren, betalingsverkeer en krediettransacties
Hoofdstuk VI. Recht van de intellectuele eigendom
Hoofdstuk VII. Europees economisch recht
Hoofdstuk VIII. Belgisch economisch recht
Hoofdstuk IX. Einde van de handelsactiviteit

Verschillende topics die we bestuderen leunen aan bij / bouwen voort op andere rechtsdomeinen, i.h.b. het verbintenissenrecht en het bijzondereovereenkomstenrecht (bv. de consumentenovereenkomst en de handelsagentuurovereenkomsten) of worden verder uitgediept in andere rechtsdomeinen, i.h.b. het vennootschaps- en verenigingsrecht.

Wat het vennootschaps- en verenigingsrecht betreft, worden slechts enkele basisbegrippen – i.h.b. “vennootschap”, “vereniging” en “stichting”, “vennoot”, “aandeelhouder” en “lid”, “zaakvoerder”, “bestuurder” en “dagelijks bestuurder” – aangehaald, nu de meest voorkomende verschijningsvorm in de praktijk van de “onderneming”, naast de eenmanszaak, de vennootschappen en verenigingen zijn. Dit rechtsdomein wordt verder uitgediept in het vak “vennootschapsrecht”.

Een aantal topics van ondernemingsrecht laten we (grotendeels) links liggen en worden gebeurlijk bestudeerd in specialisatiecursussen: bv. verzekeringsrecht, transportrecht, …

Begincompetenties (tekst)

Teksten kunnen analyseren en samenvatten.
Grondige kennis van het burgerlijk recht en de bronnenstudie.

OLR-Leerdoelen (lijst)

Handelt cliënt/klantgericht: verleent eerstelijns juridisch advies en behartigt de juridische belangen van cliënten/klanten.
De student formuleert relevante hypotheses en maakt cascaderedeneringen bij het ontleden en beoordelen van een juridische vraagstelling m.b.t. het ondernemingsrecht.
De student past de abstracte theorie toe op een concrete casus die verband houdt met het ondernemingsrecht. Hij/zij legt uit welke regels van ondernemingsrecht toepasselijk zijn op de casus en wat zij precies inhouden en geeft vervolgens aan tot welk resultaat zij leiden bij een toepassing op de casus.
De student kan in praktijksituaties de (diverse, mogelijke) problemen van ondernemingsrecht ontwaren en ontleden. Hij/zij is in staat om geschikte en sluitende oplossingen te formuleren om deze problemen te vermijden of aan deze problemen te remediëren.
heeft inzicht in de –voor het beroepsveld meest relevante rechtstakken - en lost eenvoudige juridische problemen in de praktijk op.
De student legt in correcte juridische bewoordingen de begrippen en leerstukken uit het ondernemingsrecht uit (geïllustreerd met een verhelderend voorbeeld). Hij/zij is in staat om de toepassingsvoorwaarden voor een bepaald leerstuk op te sommen en te duiden.
De student drukt zich met correcte juridische bewoordingen op een gestructureerde, logische en genuanceerde manier uit over een juridische vraagstelling m.b.t. het ondernemingsrecht.
Vindt en analyseert kritisch actuele beroepsgerelateerde bronnen in overeenstemming met de vigerende regelgeving, distilleert daaruit de relevante informatie en gebruikt deze in de juridische praktijk.
De student kan de correcte set van rechtsregels terugvinden in de bronnen van het ondernemingsrecht en deze rechtsregels correct toepassen bij het ontleden en beoordelen van een juridische vraagstelling m.b.t. het ondernemingsrecht.
Neemt verantwoordelijkheid voor de eigen professionele ontwikkeling, volgt zelfstandig tendensen op in functie van de eigen professionele ontwikkeling en integreert deze nieuwe inzichten.
De student volgt de evoluties in de wetgeving en de jurisprudentie m.b.t. ondernemingsrecht op en kan aangeven hoe zij de uitkomst van een concrete juridische vraagstelling kunnen beïnvloeden.

Leerinhoud

Hoofdstuk I. Begrippen en algemene regelen

A. Ondernemingsrecht
B. Handelaars en ondernemingen
C. Bronnen van ondernemingsrecht
D. Algemene beginselen van economisch recht
E. Algemene regelen voor ondernemingen

Hoofdstuk II. Vennootschappen

Hoofdstuk III. Enige handelsovereenkomsten

A. Handelstussenpersonen en distributiecontracten
B. Overeenkomsten m.b.t. de handelszaak
C. Pand
D. Financiële zekerheidsovereenkomsten
E. Endossement van de factuur
F. Factoring
G. Leasing

Hoofdstuk V. Waardepapieren, betalingsverkeer en krediettransacties

Hoofdstuk VI. Recht van de intellectuele eigendom

A. Algemeen
B. Auteursrecht
C. Octrooien
D. Bescherming van chips
E. Tekeningen en modellen
F. Merkenrecht
G. De handhaving van intellectuele rechten
H. Nationale intellectuele eigendomsrechten en vrij verkeer van goederen binnen de EU

Hoofdstuk VII. Europees economisch recht

A. Kort overzicht van de mededingingstheorie
B. Europees mededingingsrecht gericht tot ondernemingen: algemeen
C. Europees mededingingsrecht gericht tot ondernemingen: het verbod van kartelafspraken in art. 101 VWEU
D. Europees mededingingsrecht gericht tot ondernemingen: het verbod van misbruik van machtspositie in art. 102 VWEU
E. Europees mededingingsrecht gericht tot ondernemingen: concentratiecontrole
F. De toepasselijkheid van de EU-concurrentieregels op overheidsbedrijven
G. Vrij verkeer van goederen binnen de EU
H. Vrij verkeer van personen en diensten binnen de EU

Hoofdstuk VIII. Belgisch economisch recht

Inleiding
A. Belgisch mededingingsrecht
B. Markpraktijken en consumentenbescherming
C. Prijsreglementering in België
D. Belgisch vestigingsrecht

Hoofdstuk IX. Einde van de handelsactiviteit

Inleiding
A. Opsporen van ondernemingen in moeilijkheden
B. Gerechtelijke reorganisatie
C. Faillissement
D. Strafrechtelijke gevolgen

Studiematerialen (lijst)

Ondernemingsrecht in hoofdlijnenVerplicht
  • Auteur: Eric DIRIX ea
Digitap APVerplicht
  • Auteur: AP Hogeschool Antwerpen

Onderwijsorganisatie

Avondtraject
Hoor- en/of werkcolleges (avondtraject)24,00 uren
Werktijd buiten de contacturen (avondtraject)78,00 uren
Dagtraject
Hoor- en/of werkcolleges (dagtraject)36,00 uren
Werktijd buiten de contacturen (dagtraject)66,00 uren
Examentijd
Voorziene tijd voor toetsing2,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodeKennis- en inzichtstoets in de examenreeks20,00Schriftelijk examen
Eerste examenperiodeVaardigheidstoets in de examenreeks80,00Schriftelijk examen
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeKennis- en inzichtstoets in de examenreeks20,00Schriftelijk examen
Tweede examenperiodeVaardigheidstoets in de examenreeks80,00Schriftelijk examen

Toetsing (tekst)

Zie digitap voor eventuele verdere instructies.