Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Media, Design en IT
Bachelorproef en stage5514/3112/2324/1/74
Studiegids

Bachelorproef en stage

5514/3112/2324/1/74
Academiejaar 2023-24
Komt voor in:
  • Bachelor in de toegepaste informatica, trajectschijf 3
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 21 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • creditcontract.
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Titularis: De Vos Jeroen
Andere co-titularis(sen): Doggen Stijn
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 2
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 15.03.2024 (2de semester)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid/tolereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd/getolereerd).
Totale studietijd: 546,00 uren

Volgtijdelijkheid

binnen trajectschijf 1 al minstens 60 studiepunten afgewerkt hebben EN binnen trajectschijf 2 al minstens 54 studiepunten afgewerkt hebben EN (geslaagd of gedelibereerd/getolereerd voor Project analysis OF geslaagd of gedelibereerd/getolereerd voor Project & software analysis) EN (simultaan te volgen met Applied software project OF geslaagd voor Applied software project) EN (simultaan te volgen met Applied software project OF geslaagd voor Applied software project).

Korte omschrijving

Bachelorproef & stage is het sluitstuk van het verkort traject 'Software' met als doel alle verworven competenties geïntegreerd en gecombineerd in de praktijk om te zetten en te verbeteren, binnen een Software gerelateerde context. Naast de technische vaardigheden, hechten we veel waarde aan de professionele ontwikkeling.

OLR-Leerdoelen (lijst)

A.3. Business Plan Development
Stelt een omgevingsanalyse op en identificeert stakeholders en omgevingsfactoren die een invloed kunnen hebben op de uitvoering van het project.
A.4. Product or Project Planning
Stelt een gedetailleerde planning op en documenteert vereisten en behoeften van de klant.
Splitst zelfstandig een complex probleem op in een aantal concrete en hanteerbare deelproblemen.
Stelt een correcte tijdsplanning op om de eigen taken uit te voeren binnen het kader van de globale planning van het team.
A.5. Architecture Design
Beschrijft de huidige systeeminfrastuctuur met betrekking tot de applicatie en de eventuele wijzigingen noodzakelijk voor de goede werking van de applicatie.
Vertaalt eisen en gegevens in conceptuele modellen en houdt hierbij rekening met de technologische mogelijkheden.
A.6. Application Design
Ontwerpt een applicatie volgens de eigen gemaakte analyse en de geldende kwaliteitscriteria.
Evalueert en onderzoekt mogelijke oplossingen voor een concreet probleem en maakt onderbouwde keuzes.
A.7. Technology Watching
Zoekt naar innovatieve oplossingen voor technische problemen en houdt hierbij rekening met de economische randvoorwaarden.
A.8. Sustainable Development
Heeft aandacht voor de duurzaamheid, schaalbaarheid en herbruikbaarheid van de geboden oplossing.
B.1. Design and Development
Ontwerpt en ontwikkelt veilige oplossingen met aandacht voor gemaakte afspraken, deadlines en vereisten.
Bouwt hardware- en/of softwaresystemen met bestaande bouwstenen die voldoen aan de opgestelde vereisten.
B.2. Systems Integration
Beschrijft de nodige systeeminterfaces om optimale integratie van de applicatie te waarborgen.
B.3. Testing
Beschrijft testscenario's, maakt een testplan op en documenteert de testresultaten.
Evalueert de goede werking van een complex systeem door geschikte testen en metingen uit te voeren.
Interpreteert test- en meetresultaten en stelt hieruit de nodige acties en aanbevelingen voor om fouten op te lossen of de werking van systemen te optimaliseren.
Meet de niet-functionele vereisten waaronder maar niet beperkt tot performantie, gebruikservaring en stabiliteit en stelt oplossingen voor.
B.5. Documentation Production
Documenteert de applicatie zowel technisch als functioneel.
Stelt een user manual of technische documentatie op.
C.1. User Support
Documenteert de mogelijke problemen die zich kunnen voordoen en beschrijft de mogelijke oplossingen.
Geeft een training of workshop aan de (eind)gebruikers.
C.3. Service Delivery
Stelt een complex systeem in bedrijf volgens de functionele vereisten.
C.4. Problem Management
Beschrijft de geldende procedures inzake bugfixing en identificeert welke van toepassing zijn op de eigen applicatie. Beschrijft tekortkomingen aan de applicatie en de mogelijke oplossingen/work-arounds hiervoor.
D.10. Information and Knowledge Management
Beschrijft de betrokken bedrijfsprocessen (AS-IS en TO-BE) en identificeert de datastromen die hiermee samenhangen.
D.5. Sales Proposal Development
Beschrijft de voor- en nadelen van de beschikbare technologieën en identificeert op welke manier deze technologieën voldoen aan de behoeften van de eindgebruikers.
E.1. Forecast Development
Beschrijft de context waarin de applicatie zal functioneren en identificeert eventuele trends die hierop een invloed kunnen hebben.
E.2. Project and Portfolio Management
Werkt efficiënt, proactief, met doorzettingsvermogen en neemt verantwoordelijkheid voor de resultaten.
Reflecteert over tekorten in de eigen kennis en competenties.
Neemt initiatieven om eigen tekorten en competenties te remediëren.
F.1. Taakanalyse
Beschrijft de betrokken bedrijfsprocessen (AS-IS en TO-BE) en identificeert de datastromen die hiermee samenhangen.
Beschrijft de geldende procedures inzake bugfixing en identificeert welke van toepassing zijn op de eigen applicatie. Beschrijft tekortkomingen aan de applicatie en de mogelijke oplossingen/work-arounds hiervoor.
Beschrijft de huidige systeeminfrastuctuur met betrekking tot de applicatie en de eventuele wijzigingen noodzakelijk voor de goede werking van de applicatie.
Stelt een gedetailleerde planning op en documenteert vereisten en behoeften van de klant.
Analyseert de opdracht gebruik makende van diagrammen en analysetechnieken en stelt een oplossing voor.
Verzamelt en interpreteert relevante gegevens om functionele en niet functionele vereisten op te stellen.
F.2. Strategisch handelen
Beschrijft de context waarin de applicatie zal functioneren en identificeert eventuele trends die hierop een invloed kunnen hebben.
Heeft aandacht voor de duurzaamheid, schaalbaarheid en herbruikbaarheid van de geboden oplossing.
Stelt een gedetailleerde planning op en documenteert vereisten en behoeften van de klant.
Stelt een omgevingsanalyse op en identificeert stakeholders en omgevingsfactoren die een invloed kunnen hebben op de uitvoering van het project.
Houdt rekening met de maatschappelijke context waarin hij werkt en de implicaties die zijn handelen kunnen teweegbrengen.
G.1. Mondelinge communicatie
Geeft presentaties waarbij de communicatie wordt afgestemd op de context, het publiek en het doel van de communicatie.
Is in staat op een onderbouwde manier de eigen keuzes bij het ontwerp van oplossingen te verantwoorden.
G.2. Schriftelijke communicatie
Documenteert de applicatie zowel technisch als functioneel.
Documenteert de mogelijke problemen die zich kunnen voordoen en beschrijft de mogelijke oplossingen.
Stelt heldere, gestructureerde en volledige verslagen op over de vooruitgang van het project en de ontwikkelde systemen.
G.3. Relatiewerking
Werkt zowel zelfstandig als in een multidisciplinair team opdrachten en projecten uit op een constructieve en professionele manier.
G.4. Teamwerking en Leiderschap
Communiceert professioneel met teamleden, leidinggevenden en andere belanghebbenden doorheen het project.

Leerinhoud

De student volgt een stage van 48 werkdagen bij een bedrijf. De stage omvat een volledig project waarbij planning, analyse, (technische)implementatie, testen en documenteren aan bod komt. De stage wordt opgevolgd op basis van een timesheet en 2 stagebezoeken en wordt afgesloten met een stageverdediging.

Studiematerialen (tekst): Verplicht

ELEKTRONISCHE LEEROMGEVING: (vrij ter beschikking voor elke student)
Op de elektronische leeromgeving wordt studiemateriaal en studieinformatie aangeboden.

LAPTOP:
De student dient voor dit opleidingsonderdeel zijn/haar persoonlijke laptopcomputer te gebruiken. Er worden faciliteiten geboden voor de aanschaf/installatie van de noodzakelijke software.

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Werkplekleren en/of stage546,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodePortfolio40,00Dit onderdeel betreft de bachelorproef. Zie digitap voor meer informatie.
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodePortfolio40,00Dit onderdeel betreft de bachelorproef. Zie digitap voor meer informatie.
Evaluatie(s) voor beide examenkansen, niet herhaalbaar in tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodePraktijkbeoordeling in een professionele context60,00Dit onderdeel betreft de stage. Zie digitap voor meer informatie.

Toetsing (tekst)

Aanvang van de stage

De student mag maximaal 6 studiepunten opnemen aan andere opleidingsonderdelen die gelijktijdig ingericht worden met Bachelorproef en stage (m.a.w. in één en hetzelfde semester).
Bachelorproef en stage kan op uitzonderlijke basis in semester 1 georganiseerd worden mits de student uiterlijk 31 mei van het voorafgaand academiejaar aan de stagecoördinator heeft gemeld dat hij vervroegd wenst af te studeren én de vooropgestelde procedure volgt.


Zowel voor het eerste semester als het tweede semester is er een aanvraagprocedure voor de stages met strikte deadlines. Alle informatie en deadlines zijn te vinden op digitap. Wanneer de student de redelijke termijn van indienen heeft overschreden, kan het stageteam beslissen de stage te weigeren en uit te stellen naar een volgend semester. Zonder een correct ingevulde en ondertekende overeenkomst, risicoanalyse én werkpostfiche kan de stage niet aanvangen.

Het bijwonen van infosessies over de stage is verplicht.


Slagen voor het opleidingsonderdeel

Als een student een deelcijfer behaalt dat minder is dan de helft en dus niet slaagt voor het onderdeel ‘Praktijkbeoordeling in professionele context’ enerzijds of voor het onderdeel ‘Portfolio’ anderzijds, dan wordt hiervoor een code ‘F’ van ‘Fail’ toegekend aan het volledige opleidingsonderdeel. Hierdoor slaagt de student niet voor dit opleidingsonderdeel.

Dit omdat binnen het onderdeel ‘PRAKTIJKBEOORDELING IN EEN PROFESSIONELE CONTEXT’ de opgedane vaardigheden binnen de opleiding en van vakexperten tijdens de stage beoordeeld worden en omdat binnen het onderdeel PORTFOLIO beoordeeld wordt of de student in staat is om met de nodige softskills deze vaardigheden in een bedrijfscontext toe te passen en aan verschillende doelgroepen, waaronder een eindjury, over te brengen.

Het deelexamen PORTFOLIO wordt voor

User driven en technology driven stages samengesteld uit volgende onderdelen:

  • Blueprint
  • Testen
  • Documentatie
  • Presentatie

Onderzoekstages samengesteld uit volgende onderdelen:

  • Onderzoeksvraag
  • Testen
  • Documentatie
  • Conclusie
  • Presentatie

Het deelexamen PRAKTIJKBEOORDELING IN EEN PROFESSIONELE CONTEXT wordt samengesteld uit twee onderdelen:

  • Soft skills
  • Hard skills

Tijdens de 2de examenkans kan een student het tekort op het deelexamen PORTFOLIO hernemen.
De student kan het deelexamen PRAKTIJKBEOORDELING IN EEN PROFESSIONELE CONTEXT niet hernemen in de 2de examenkans.

Het cijfer van ‘Portfolio’ wordt tijdens de eindverdediging vastgelegd met een jury van vakexperten. Zonder deelname aan de eindverdediging krijgt de student een 0 voor dit examenonderdeel. 

Indien de student een deelcijfer behaalt dat kleiner is dan 10/20 op één of meerdere onderdelen (Presentaties, Analyse, Testen, Documentatie), dan krijgt de student de code ‘F’ van Fail voor het deelexamen ‘Portfolio’. Indien de student een deelcijfer behaalt dat kleiner is dan 10/20 op één of meerdere onderdelen (soft skills, technische skills), dan krijgt de student de code ‘F’ van Fail voor het deelexamen ‘Praktijkbeoordeling in een professionele context’. Het resultaat is een code ‘F’ van ‘Fail’ voor het gehele opleidingsonderdeel, waardoor de student niet slaagt voor dit opleidingsonderdeel.

Tijdens de finale toetsing in dit opleidingsonderdeel brengt de student namelijk alle verschillende essentiële expertises samen om de bachelorproef tot een goed einde te brengen en licht hierbij alle aspecten van het project toe. Tijdens de stage is het noodzakelijk dat de student over voldoende soft skills en technische skills beschikt om in teamverband en in een professionele situatie een IT-project te kunnen uitwerken.


Aanwezigheid tijdens evaluatiemomenten en op de stage

Tijdens de stage en de intervisiemomenten wordt er permanent geëvalueerd.
Aanwezigheid tijdens de stage en de intervisiemomenten is dan ook verplicht. Telewerk is (beperkt) toegelaten, mits goedkeuring van de werkplek én de opleiding.
Bij afwezigheid tijdens de stage of een intervisiemoment brengt de student zo snel mogelijk en ten laatste op de dag van de afwezigheid de mentor (werkplek) en de begeleider (AP) op de hoogte via de contactgegevens die zijn opgenomen in de stageovereenkomst.
Daarnaast moet de afwezigheid ook steeds binnen de 2 kalenderdagen met een medisch attest of bewijs van overmacht gewettigd worden via iBaMaFlex. Je dient het origineel geldig (medisch) attest te bewaren zodat dit in geval van onduidelijkheid alsnog kan worden opgevraagd. Attesten voor deelname aan een rijexamen, privéafspraken, etc. vallen niet onder de noemer van overmacht.
De student met gewettigde afwezigheid voor de stage kan deze afwezigheid, indien organisatorisch mogelijk, in overleg met de mentor (werkplek) en de begeleider (AP) inhalen.
De student met ongewettigde afwezigheid voor de stage kan deze afwezigheid niet inhalen. Dit leidt tot een 0-score op het onderdeel PRAKTIJKBEOORDELING IN EEN PROFESSIONELE CONTEXT.
De student met gewettigde afwezigheid voor het intervisiemoment neemt binnen de 4 kalenderdagen na het gemiste intervisiemoment via mail contact op met de betrokken lector om concrete afspraken te maken.
De student met ongewettigde afwezigheid voor het intervisiemoment kan dit intervisiemoment niet inhalen.
De student presteert 48 gewerkte dagen (4 dagen per week) gedurende minstens 12 weken.


Portfolio

Laattijdig indienen van een portfolio-opdracht resulteert in een 0-score voor die opdracht tenzij de student omwille van medische redenen of overmacht later mag indienen dan de opgegeven deadline.
Daarnaast moet de aanvraag voor een nieuwe deadline ook steeds binnen de 2 kalenderdagen met een medisch attest of bewijs van overmacht gewettigd worden via iBaMaFlex. Je dient het origineel geldig (medisch) attest te bewaren zodat dit in geval van onduidelijkheid alsnog kan worden opgevraagd. Attesten voor deelname aan een rijexamen, privéafspraken, etc. vallen niet onder de noemer van overmacht.