Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Koninklijk Conservatorium van Antwerpen
Productiepraktijk 3-drama, muziek, improvisatie, creatie, workshops38244/3098/2324/1/14
Studiegids

Productiepraktijk 3-drama, muziek, improvisatie, creatie, workshops

38244/3098/2324/1/14
Academiejaar 2023-24
Komt voor in:
  • Bachelor in de dans, trajectschijf 3
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 18 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Titularis: Reehorst Nienke
Andere co-titularis(sen): Babic Borna, Martins de Oliveira Renan, Mussett Dan, Vickers Katie
Co-titularis(sen) zijn nog niet (allemaal) gekend.
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Academiejaar
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 31.10.2023 (Academiejaar)
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 540,00 uren

Korte omschrijving

Productiepraktijk 3 richt zich op de artistieke ontwikkeling van de studenten door middel van de volgende onderdelen: repertoire, creatie, workshops, improvisatie, muziek en drama.

Volgtijdelijkheid

eerder ingeschreven voor Productiepraktijk 2-workshops, creaties.

Begincompetenties (tekst)

Studiepunt verworven voor Productiepraktijk 2.

OLR-Leerdoelen (lijst)

Belichaamt een breed spectrum aan danskwaliteiten
Belichaamt de bewegingsvoorstellen van een leraar/choreograaf
Ontwikkelt, incorporeert en herdefinieert technische- en performatieve vaardigheden tijdens het proces en de prestaties
Participeert in creatieve dansprojecten, interpreteert, vertaalt en voert uit
Voert materiaal uit met de relevante intentie en expressie
Investeert in het ervaren en omarmen van een diversiteit aan artistieke visies
Reflecteert en analyseert de bredere artistieke context van de choreografie/choreograaf
Vertaalt een diversiteit aan bewegingsvoorstellen, compositorische ideeën en methodologieën gekoppeld aan de stijl en visie van een choreograaf.
Analyseert een persoonlijke connectie en resonantie met de vorm en inhoud van een werk
Kan kritisch reflecteren en integreert de feedback van zichzelf, medestudenten en docenten.
Investeert op authentieke wijze in bewegingsonderzoek
Werkt samen met andere disciplines en praktijken
Onderzoekt, overdraagt en belichaamt vaardigheden uit andere vakken in de uitvoering en verkenning van repertoire en creaties
Stimuleert en draagt ideeën aan in artistieke creatieve samenwerkingsverbanden
Gebruikt relevante sociale en groepsdynamische vaardigheden om bij te dragen aan, te delen in en verantwoordelijkheid te nemen voor diverse groepssettings
Stimuleert en draagt ideeën aan in artistieke creatieve samenwerkingsverbanden
Maakt het mogelijk om als individu binnen een klasgroep te functioneren.
Heeft de vaardigheden om te communiceren en de dialoog aan te gaan met diverse doelgroepen
Stimuleert en draagt bij aan een kritische en constructieve dialoog over een artistiek proces

Leerinhoud

Production Practice 3 richt zich op de artistieke ontwikkeling van de student door middel van de volgende onderdelen: repertoire, workshops, creatie, improvisatie, drama en muziek. Production Practice omvat een reeks artistieke cursussen en projecten met nationale en internationale gastdocenten die de student aanspreken als danskunstenaar en een reeks vaardigheden en ervaringen bieden die relevant zijn om het professionele dansveld te betreden.

In Repertoire leert en onderzoekt de student bewegingsmateriaal van een bestaand stuk van een (gast)choreograaf dat leidt tot een vorm van presentatie. De student maakt kennis met de compositorische ideeën en werkwijzen die gekoppeld zijn aan de stijl en visie van de choreograaf en wordt gestimuleerd om de relatie tussen vorm en inhoud te onderzoeken. De student wordt begeleid bij het vinden van zijn of haar eigen belichaamde verbinding met en interpretatie van het bestaande dansmateriaal. Het materiaal wordt aangeleerd door de choreograaf of een assistent/danser van het gezelschap.

In Creatie ervaart de student een creatief groepsproces dat zal leiden tot een creatie en presentatie. Het proces wordt begeleid door een (gast)choreograaf. De student verkent verschillende creatieve en compositorische werkvormen gekoppeld aan de stijl en visie van de choreograaf. De student neemt actief deel aan het proces van exploratie en compositie.

In Workshops neemt de student deel aan een ervaring met een danskunstenaar die vele vormen kan aannemen, variërend van een 2 uur durende workshop of discussie na de voorstelling tot een week durende residentie of symposium. Danskunstenaars worden uitgenodigd om hun persoonlijke visies te delen zodat studenten nieuwe werkmethodes of artistieke praktijken kunnen ervaren.

In Improvisatie zullen de studenten verder werken aan het uitdiepen van de essentiële basisprincipes van de cursus en hun integratie in andere gebieden.

In Muziek verdiepen de studenten hun ritmische belichaming en onderzoeken zij hun relatie tot muziek in hun eigen werk en reflectie op de gemaakte keuzes.

In Drama worden de studenten, na een gezamenlijke lezing van tekstmateriaal, uitgedaagd een partner en een scène uit de tekst te vinden en te gebruiken om deze in een repetitiesetting te ontwikkelen en aan het eind van de cursus uit te voeren. De gekozen scène moet beschouwd worden als een persoonlijk en gezamenlijk gecreëerd artistiek theaterstuk dat losgekoppeld is van de oorspronkelijke bedoeling en/of verhaallijn van de originele volledige tekst en moet een scenische toepassing zijn van de creatieve theatrale verbeelding die ontstaat uit de samenwerking tussen de partners.

Oriëntatie op het werkveld stelt studenten in staat om te leren over relevante organisaties, subsidieprocedures en netwerken die momenteel bestaan en zichzelf daarin te situeren voor hun toekomstige loopbaanontwikkeling.

Productie Praktijk als een cluster van onderwerpen brengt studenten in contact met verschillende elementen van de professionele dans werkveld met kunstenaars die actief zijn in het veld, het verstrekken van een breed scala aan ervaringen van de artistieke praktijk, stijlen en methodologieën. Studenten analyseren hun relatie met elke verschillende ervaren praktijk en de resonantie die elk heeft binnen hun eigen ontwikkeling als danskunstenaar.

Studiematerialen (tekst): Verplicht

Trotter DANS: opleidingsgids voor de opleiding bachelor dans

Studiemateriaal via het digitale leerplatform Digitap

Er worden extra kosten aangerekend voor het bijwonen van voorstellingen en concerten. Deze extra kosten apart gefactureerd in mei 2024 op basis van de reële onkosten.

Studiematerialen (tekst): Aanbevolen

Het wordt sterk aanbevolen dat studenten voorstellingen, concerten en tentoonstellingen bijwonen en onderzoek doen via het internet, de bibliotheek, enz. om hun kennis van het werkveld, de huidige tendensen en het onderzoek te vergroten.

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Artistieke praktijk200,00 uren
  • Duur: Academiejaar
Vormen van groepsleren100,00 uren
Werktijd buiten de contacturen240,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodeBeoordeling artistieke praktijk50,00
Eerste examenperiodeVaardigheidstoets artistiek permanent tijdens de lesweken (Permanente evaluatie)50,00

Toetsing (tekst)

Evaluatie
Raadpleeg ‘Toetsing (lijst)’ voor de specifieke evaluatieonderdelen of toetsvormen voor dit opleidingsonderdeel.

Tweede examenkans
Niet voor alle opleidingsonderdelen is een herkansing mogelijk. Raadpleeg ’Toetsing (lijst)' voor dit opleidingsonderdeel.

Een tweede examenkans:
• is niet mogelijk voor toetsvormen die gebruik maken van permanente evaluatie. Wanneer een tweede examenkans mogelijk is voor andere toetsvormen binnen hetzelfde opleidingsonderdeel, wordt het cijfer voor de toetsvorm(en) permanente evaluatie van de eerste examenperiode overgedragen naar de tweede examenperiode.
• is mogelijk voor de evaluatieonderdelen of toetsvormen die geen permanente evaluatie bevatten.

Aanwezigheidsvereiste
Een minimum van 80% aanwezigheid is vereist. Bij minder dan 80% aanwezigheid krijgt de student 0/20 voor (alle) toetsvorm(en) permanente evaluatie.

Voorwaarden voor gewettigde afwezigheid:
• Een afwezigheid gewettigd door een medisch attest geüpload in iBamaFlex
• Een vooraf aangevraagde en door het opleidingshoofd of de artistiek coördinator goedgekeurde afwezigheid