Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Koninklijk Conservatorium van Antwerpen
Onderzoeksproject459/3123/2324/1/11
Studiegids

Onderzoeksproject

459/3123/2324/1/11
Academiejaar 2023-24
Komt voor in:
  • Postgraduaat Muziek - compositie
In andere opleidingen:
  • Postgraduaat Muziek - kamermuziek als Onderzoeksproject
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 15 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • creditcontract.
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Titularis: Van Kerkhoven Joost
Andere co-titularis(sen): Couck Nico, Senden Yves
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Academiejaar
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 450,00 uren

Onderwijsorganisatie (tekst)

Tijdens het postgraduaat wordt verwacht dat de student zelfstandig te werk gaat, regelmatig, echter op eigen initiatief, contact zoekt met de promotor en eventuele copromotor(-en), en (minstens) een eindscriptie produceert.

Begincompetenties (tekst)

Geslaagd zijn voor de toelatingsproeven van het postgraduaat compositie
of
Voldoen aan de eindcompetenties van compositie 5

De kandidaat heeft minstens een diploma van bachelor muziek
De kandidaat getuigt van de nodige motivatie voor het gekozen postgraduaat en bewijst dit in een dossier waarin hij/zij de volgende elementen opneemt:
* curriculum vitae
* motivatie voor het postgraduaat
* repertorium dat men wil instuderen
* studieparcours dat men wil afleggen

OLR-Leerdoelen (lijst)

Zie leerdoelen van het standaard hoofdvak in de studiegidsfiches onder Master in de muziek.

Leerinhoud

Lees het vademecum!
Bij voorkeur sluit het onderzoeksproject aan bij een artistiek of (muziek)theoretisch opleidingsonderdeel. Bijvoorbeeld een analytisch onderzoek gekoppeld aan het programma compositie. Een student dient een promotor te vinden die zijn project wil begeleiden. Er moet steeds minstens één docent van het Conservatorium betrokken zijn in dit project; het is mogelijk met een promotor samen te werken ‘uit huis’ (bijvoorbeeld een artistiek of zakelijk leider, een programmator, een departementshoofd, een universiteitsprofessor, ...), maar dan moet er aanvullend een copromotor gevonden worden verbonden aan het Conservatorium. De student die een onderzoeksproject aanvat dient een abstract in waarin beknopt zijn onderzoeksthema wordt voorgesteld en de keuze van de promotor. Het onderzoeksproject kan onder verschillende vormen gepresenteerd worden (bijvoorbeeld een lecture recital, een concert, video, CD, uiteenzetting, portfolio van relevante activiteiten, een combinatie of mengvorm, …), en wordt steeds vergezeld door een schriftelijke rapportage.

Studiematerialen (tekst): Verplicht

PC, de handleiding “Richtlijnen Papers” (cf. webstek)

Studiematerialen (tekst): Aanbevolen

- vaktijdschriften en vakliteratuur
- websites en opnames ivm het vakgebied

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Artistieke praktijk10,00 uren
Werktijd buiten de contacturen440,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodeBeoordeling artistieke praktijk100,00
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeBeoordeling artistieke praktijk100,00

Toetsing (tekst)

Evaluatievormen:
Permanente evaluatie + beoordeling van het onderzoeksproject op zich

Evaluatienormen: Wat betreft de onderzoeksprojecten, wordt er geëvalueerd door promotor, eventuele copromotor(en), en een onafhankelijk jurylid; de keuze van dit onafhankelijk jurylid wordt gemaakt door de promotor, in overleg met de Voorzitter van de Onderzoeksraad en de Coördinator Onderzoek.

De beoordeling van de eindscriptie gebeurt tweeledig:
- de promotor geeft een punt op 20 wat betreft de permanente evaluatie van het volledige project; dit bepaalt 30 % van het eindcijfer;
- de promotor geeft in overleg met de eventuele copromotor(en) en de onafhankelijke lezer een punt op 20 wat betreft het eindresultaat (beoordeling van de scriptie op zich); dit bepaalt 70 % van het eindcijfer.
De criteria voor permanente evaluatie staan beschreven in de didactische steekkaart van Onderzoeksproject I; wat betreft de eindscriptie worden, onder meer, volgende criteria in acht genomen:
. duidelijke structuur van de scriptie
. stijl en taalvaardigheid
. gebruik onderzoeksvaardigheden (zie boven)
. originele bijdrage tot het onderzoeksdomein
. evaluatie in welke mate het eindresultaat zich verhoudt tot de zelf gestelde hypothesen en verwachtingen, geformuleerd in het abstract
De omvang (gewicht) van het onderzoeksproject in relatie tot het volledige programma (het aantal studiepunten dat aan onderzoeksproject werd toegewezen door de student) is uiteraard ook een algemeen beoordelingscriterium.
Praktisch:
- in te dienen in 5 exemplaren, plus één elektronische versie (als bijlage in een e-mail t.a.v.: k.voets@ha.be)
- stijlrichtlijnen: 1,5 interlinie, font 11 - er is een mogelijkheid tot mondelinge verdediging van de scriptie, geen verplichting, op aangeven van de promotor
- de scriptie bevat, naast de heropname van het eventueel geactualiseerde abstract, volgende gegevens:
. het doel van het onderzoek/project en de centrale vraagstelling(en) en hypothese(n)
. de artistieke en/of theoretische uitgangspunten
. de methoden van onderzoek
. de evolutie van het project tijdens het afstudeertraject
. de uiteindelijke conclusies van het onderzoek
. een becommentarieerde bibliografie en/of discografie
. een reflectie op, en een evaluatie van het belang van, het project voor de eigen praxis