Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Koninklijk Conservatorium van Antwerpen
Zang (schakeljaar)8512/3148/2324/1/01
Studiegids

Zang (schakeljaar)

8512/3148/2324/1/01
Academiejaar 2023-24
Komt voor in:
  • Schakelprogramma muziek - zang
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 24 studiepunten
Titularis: Kessels Koen
Andere co-titularis(sen): Anthonis Luc, Avantario Sabrina, Cambier Anne, Jankowski Gary, Losier MICHÈLE
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Academiejaar
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 31.10.2023 (Academiejaar)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 630,00 uren

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

Onderwijsorganisatie (tekst)

- individuele lessen
- groepsgerichte lessen
- repetities met klavierbegeleiding
- deelname aan masterclasses, lezingen en lecture recitals
- deelname aan studentenconcerten
- deelname aan projecten georganiseerd door de instelling
- concertbezoek

Begincompetenties (tekst)

In het bezit zijn van een diploma 'professionele bachelor muziek' (of gelijkgeschakeld).

Eindcompetenties (tekst)

Zie competentiematrix.
De specifieke competenties worden opgesplitst in kennis, vaardigheden en attitudes. Uiteraard is dit een theoretische constructie, aangezien de artistieke praxis onlosmakelijk verbonden is met theorie en onderzoek. Volgende eindcompetenties worden getoetst in de bachelorproef:
Vaardigheden
1. De studenten tonen het nodige vakmanschap om artistieke concepten uit te drukken.
2. De studenten kunnen het repertoire, dat representatief is voor hun hoofdinstrument, uitvoeren.
3. De studenten zijn in staat om te musiceren in verschillende stijlen.
4. De studenten hebben zich goede gewoonten qua techniek en houding eigen gemaakt zodat ze hun lichaam op de meest efficiënte manier kunnen gebruiken.
5. De studenten hebben de nodige leesvaardigheden verworven.
6. De studenten kunnen muziekmateriaal memoriseren.
7. De studenten zijn in staat muziek te interpreteren.
8. De studenten beschikken over voldoende studievaardigheden om door zelfstudie vooruitgang te boeken.
9. De studenten kunnen hun inzicht in muzikale structuren, materialen en ideeën overbrengen en communiceren.
10. De studenten zijn in staat om een artistieke dialoog aan te gaan met een publiek.
Kennis
11. De studenten kennen het basisrepertoire van hun hoofdinstrument.
12. De studenten hebben noties van het meer gespecialiseerde repertoire van hun hoofdinstrument. 13. De studenten hebben kennis van de parameters van de muziek en hun interactie.
14. De studenten hebben inzicht in muzikale structuren en materialen.
15. De studenten zijn vertrouwd met de muzikale stijlen en hun uitvoeringspraktijk.
Attitudes
16. De studenten beschikken over een artistieke gedrevenheid.
17. De studenten tonen artistiek-wetenschappelijke nieuwsgierigheid.
18. De studenten willen hun artistieke praxis verrijken met de opgedane kennis en inzichten.
19. De studenten kunnen autonoom werken en zichzelf motiveren.
20. De studenten tonen expressiviteit door afdoend gebruik te maken van hun verbeelding, hun intuïtie en emotioneel begrip.
21. De studenten zijn stressbestendig.

Leerinhoud

Het jaarprogramma wordt bepaald in overleg met de hoofddocent.

* Technische vaardigheid van de stem.
* Gebruik van het lichaam bij het zingen: ademhaling, juiste steun, juist gebruik van het lichaam.
* Kennis van vocalisen, liedrepertoire – gedichten vertalen en voordragen.
* Oratorium: inhoud van het werk, de geschiedenis hierover, bezetting, eigen aria’s weten te kiezen.
* Opera: idem als oratorium Veel naar concerten gaan, cd’s beluisteren en lezen.
* Individuele lessen zijn noodzakelijk voor de techniek van elke student, elke persoon is anders gemaakt, elk heeft zijn problemen en moeilijkheden. Die kan men niet oplossen in groepslessen.
* Praktijk kan men soms in groepslessen beter verwerken omdat de studenten dan meer naar elkaar luisteren (van groot belang).+ ademhalingstechniek in groepsverband
* Samen met studenten naar bepaalde concerten gaan of beluisteren van opnames die betrekking hebben op de lessen.
* Vóór het examen: klasconcerten geven zodat zij leren optreden voor het publiek. Eventueel het concert herhalen om nog beter te kunnen presteren.

Studiematerialen (tekst): Verplicht

- Partituren, studieboeken en cd's cfr. de opgave van de hoofddocent
- Partituren van het examenprogramma. Het examenprogramma wordt bepaald in overleg met de hoofddocent.

Studiematerialen (tekst): Aanbevolen

- Gespecialiseerde vaktijdschriften & vakliteratuur - Websites mbt de vakliteratuur en onderzoek in het vakgebied * Partituren * Woordenboeken * Literatuur over stemgebruik, libretto, opera, gedichten (b.v. Goethe, Heine, Baudelaire…) * Cd’s, beluisteren van verschillende uitvoeringen.met elkaar vergelijken en onderscheid maken tussen war goed (mooi) en minder mooi gezongen wordt. * Video of dvd’s bekijken van opera’s of andere uitvoeringen;

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Artistieke praktijk36,00 uren
Werktijd buiten de contacturen594,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodeVaardigheidstoets artistiek in de examenreeks100,00
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeVaardigheidstoets artistiek in de examenreeks100,00

Toetsing (tekst)

Evaluatievormen:
- Interne evaluaties van het jaarprogramma gebeuren op klasconcerten en groeplessen door docent(en) en medestudenten.
- De vaardigheidstoets wordt afgelegd tijdens de daartoe voorzien examenperiode voor een interne + externe jury.

Evaluatienormen:
De student behaalt de eindcompetenties, toont aan dat hij/zij zijn stem beheerst en dat hij/zij met inzicht, stijlkennis en artistieke uitstraling een partituur kan vertolken.

Vaardigheidstoets, 100% van de punten, bestaande uit 1 openbare proef van minimum 45 minuten met een gemengd recitalprogramma.

Specificatie mbt het examenrepertoire:
De student kiest het programma in samenspraak met de hoofddocent. Het programma bevat werken uit diverse stijlperioden. Een derde van het programma betreft muziek die voor vocaal ensemble en/of voor zang met instrumentenbegeleiding geschreven is.