Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Koninklijk Conservatorium van Antwerpen
Stage Initiatie Dans (6 sp)38279/3047/2324/1/09
Studiegids

Stage Initiatie Dans (6 sp)

38279/3047/2324/1/09
Academiejaar 2023-24
Komt voor in:
  • Educatief graduaat in het secundair onderwijs (dans)
    Keuzepakket:
    • Stage 1ste jaar
    • Stage 2de jaar
  • Educatieve master muziek en podiumkunsten
    Afstudeerrichting:
    • Dans
    Keuzepakket:
    • Dans Stage Master 1
    • Dans Stage Master 2
  • Verkorte educatieve bachelor muziek- en podiumkunsten
    Keuzeoptie:
    • Dans
    Keuzepakket:
    • Dans stage
  • Verkorte educatieve master muziek en podiumkunsten
    Afstudeerrichting:
    • Dans
    Keuzepakket:
    • Dans Stage
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 6 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Titularis: Perpête Kristine
Co-titularis(sen) zijn nog niet (allemaal) gekend.
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1 of Semester 2 of Academiejaar
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 31.10.2023 (Academiejaar) of 31.10.2023 (1ste semester) of 15.03.2024 (2de semester)
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 180,00 uren

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

Korte omschrijving

Tijdens de stage zetten de studenten de kennis, de vaardigheden en de attitudes uit de artistieke, theoretische en vakdidactische opleidingsonderdelen om in praktijkgerichte competenties binnen een reële setting. De stages in het werkveld vormen het zwaartepunt van de praktijkcomponent.

De studenten worden op de stages voorbereid en worden tijdens hun stages vanuit het KCA begeleid. De voorbereiding bestaat uit de lessen waaraan de studenten deelnemen en de oefenlessen die zij in het kader van de lessen vakdidactiek geven. Verder worden studenten door de opleidingscoördinatoren ook begeleid tijdens supervisiebijeenkomsten.
De stagebegeleiding wordt opgenomen door de vakdidactici en stagebegeleiders van de opleiding samen met de mentoren van de stagescholen.

Voor meer informatie: raadpleeg het Vademecum Stage, de studiegids (Trotter) en Portfolio (Digitap).

OLR-Leerdoelen (lijst)

Dit opleidingsonderdeel omvat de volgende leerdoelen:
Kan de beginsituatie van de doelgroep achterhalen en noteren op de lesvoorbereiding. Neemt dit als uitgangspunt om de stageles voor te bereiden.
Bereidt doelstellingen voor en noteert deze in de lesvoorbereiding.
Bereidt lessen voor met aangepaste didactische werkvormen. Past deze aan waar nodig tijdens het geven van de lessen.
Geeft de stagelessen met ruimte voor individuele ontwikkeling van de lerenden.
Vertrekt vanuit een artistiek concept/idee en gebruikt gepaste werkvormen om dit aan te brengen tijdens de stagelessen.
Gebruikt verschillende leermiddelen tijdens de stagelessen.
Creëert een uitdagende leeromgeving tijdens de stagelessen met aandacht voor de heterogeniteit van de doelgroep.
Creëert een positieve en motiverende sfeer in de stagelessen.
Geeft les met focus op zowel vakinhoudelijke, dynamisch affectieve, sociale als talige elementen. Maakt hierbij gebruik van algemeen Nederlands.
Geeft les met ruimte voor individuele ontwikkelking.
Betrekt actuele maatschappelijke thema's in de stagelessen.
Geeft elke lerende evenveel kansen tot ontplooing, ongeacht de onderlinge verschillen.
Betrekt elke lerende ongeacht de onderlinge verschillen en creëert een repectvol affectief klimaat.
Communiceert met alle lerenden, rekening houdend met de diverse achtergronden en diverse talige situaties.
Kiest aangepaste leerinhouden (WAT) en noteert deze op de lesvoorbereiding.
Past resultaten van recente onderzoeken toe in de stagelessen.
Kan een gesprek aangaan omtrent de bijdrage van de lessen aan de algemene ontplooing van de lerenden.
Beschrijft in de lesvoorbereidingen HOE de lessen georganiseerd en gepland worden met aandacht voor structuur en organisatie. Past dit flexibel toe in de lessen en stuurt bij indien nodig.
Neemt voldoende tijd om lessen voor te bereiden en zorgt ervoor dat ze haalbaar zijn.
Geeft via het stageportfolio een overzicht van de lessen (agenda), de lesvoorbereidingen (met zelfevaluatie) en de reflecties over eigen onderwijskundig functioneren.
Brengt structuur in eigen lessen en zorgt voor een veilige leeromgeving.
Reflecteert over eigen lessen, de eigen aanpaken en het eigen functioneren met het oog op de verdere ontwikkeling van eigen artistiek concept en noteert dit in een reflectieverslag/stageverslag.
Neemt deel aan de supervisies en levert een bijdrage in het overleg over de onderwijspraktijk en het beroep van leraar in de kunsten.
Levert een bijdrage in het overleg over de onderwijspraktijk en het beroep van leraar in de kunsten, met medestudenten, stagebegeleiders, stagementoren en anderen.
Zet artistieke passie, vaardigheden en persoonlijkheid in om de leerlingen te inspireren en begeleiden in diens zoektocht naar de eigen artistieke passie en identiteit.

Leerinhoud

Zie Vademecum Stage en Trotter.

Studiematerialen (tekst): Verplicht

Cursus op Digitap
Vademecum stage
Trotter opleidingsgids
Lijst stagescholen te verkrijgen via het digitale leerplatform.
Elke student moet beschikken over een laptop.

Studiematerialen (tekst): Aanbevolen

website
kunstig competent.be

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Werkplekleren en/of stage18,00 uren
Werktijd buiten de contacturen162,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodePraktijkbeoordeling in een professionele context100,00

Toetsing (tekst)

Zie Vademecum Stage en Trotter

Stage, supervisie en administratie worden opgenomen in de evaluatie.
De student moet slagen voor de delen stage (lespraktijk) en administratie (stageportfolio) om voor het volledige opleidingsonderdeel te kunnen slagen. Indien men voor een deelproef niet slaagt, wordt het laagste cijfer van de deelproef het cijfer van het hele opleidingsonderdeel en wordt de student voor het hele opleidingsonderdeel doorverwezen naar de volgende examenperiode.