Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Mens en Maatschappij
Project 637965/3108/2324/1/61
Studiegids

Project 6

37965/3108/2324/1/61
Academiejaar 2023-24
Komt voor in:
  • Bachelor in de orthopedagogie, trajectschijf 3
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 12 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • creditcontract.
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Co-titularis(sen): Demesmaeker Greet, Eraets Kristel, Hofman Bart, Moentjens Gwendy, Schraepen Beno, van Gerven Iris, Van Tongel Wim
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 2
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 15.03.2024 (2de semester)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid/tolereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd/getolereerd).
Totale studietijd: 312,00 uren

Volgtijdelijkheid

binnen trajectschijf 1 al minstens 60 studiepunten afgewerkt hebben EN binnen trajectschijf 2 al minstens 50 studiepunten afgewerkt hebben EN geslaagd voor Thematische verdieping 4.

Korte omschrijving

Het opleidingsonderdeel ‘Projectʼ vormt een belangrijk sluitstuk van de opleiding tot Professionele Bachelor Orthopedagogie. Het ‘Projectʼ is opgevat als een opleidingsonderdeel dat studenten stimuleert om competenties te integreren.
Het opleidingsonderdeel is bij uitstek bedoeld om studenten de kans te geven, op een actieve en zelfsturende manier, een complexe taak in teamverband tot een goed einde te brengen. Op die manier proberen we in een onderwijscontext de werkrealiteit van de praktijkgerichte orthopedagoog zo sterk als mogelijk te benaderen. Vragen gesteld door het werkveld, zijn het uitgangspunt om dit praktijkgericht onderzoek uit te bouwen. Dit zorgt ervoor dat het onderzoek relevant is voor de praktijk, dat het gericht is om de praktijk te ondersteunen en dat het een gefundeerde en innoverende bijdrage levert aan de ontwikkeling van die praktijk.
Gezien het belang van en het veelvuldig voorkomen van teamwerk in het werkveld, zullen de studenten in groep een onderzoeksvraag uitwerken. Zo worden in dit opleidingsonderdeel niet enkel competenties verworven die noodzakelijk zijn om een resultaat te bereiken, maar wordt er gewicht gegeven aan die competenties die belangrijk zijn om samenwerking optimaal te laten lopen. Project als werkvorm wordt, naast het groepsaspect en een onderzoeksopdracht, benaderd vanuit een orthopedagogisch en internationaal perspectief, wat doorheen het gehele werk zichtbaar wordt verwerkt.
We zien dan ook verschillende delen als resultaat: een paper, een toonmoment (verder projectbeurs genoemd), verantwoording en het proces van het team. Elk krijgt zijn specifieke beoordeling door een specifieke jury.
Het werken aan project start met een onderzoeksweek. Daarin wordt de cyclus van praktijk-wetenschappelijk onderzoek opgefrist en wordt er op bepaalde aspecten (nodig voor het uitvoeren van project) dieper ingegaan.
Het verzamelen van informatie gebeurt door literatuuronderzoek, eventuele vorming en/of studiebezoeken en een verplichte internationale studiereis. De opgedane bevindingen worden doorheen het gehele product verwerkt. We verwachten ook dat studenten zicht krijgen op de maatschappelijke en culturele invloeden op de welzijnszorg in het betrokken land. Je staat zelf in voor de kosten en de organisatie van de reis en het verblijf. (Reken op een totaal budget van ongeveer tussen de 500 en de 700 euro (veel hangt af van de bestemming en je keuzes)).

Begincompetenties (tekst)

De student past de spellings-en grammaticaregels correct toe in verslaggeving.
De student refereert conform de APA – normen.

OLR-Leerdoelen (lijst)

Deskundig in bruggen bouwen: Maatschappelijke participatie verhogen (community building) 
De student voert praktijk-onderzoek vanuit (ortho)(ped)agogische perspectief met oog voor maatschappelijke participatie en community building.
Deskundig in bruggen bouwen: Multi- en interdisciplinair werken.
De student werkt professioneel samen (interdisciplinair /interprofessioneel) met externe partners.
Deskundig in werken in en met groepen: Groepsdynamisch werken (met cliënten/teams, vrijwilligers, mantelzorgers)
De student optimaliseert de samenwerking binnen het project team gebruik makend van groepsdynamische inzichten/methodieken.
Deskundig in veranderingsprocessen: Onderzoek en innovatie
De student analyseert een praktijkprobleem als basis voor een innovatief antwoord/oplossing.
De student expliciteert gemaakte methodologisch keuzes.
De student hanteert de onderzoekscyclus.
Deskundig in veranderingsprocessen: Maatschappelijk niveau
De student integreert maatschappelijke tendensen in het praktijkonderzoek om daarbij invloed uit te oefenen op de visieontwikkeling, het beleid en het beheer van de organisatie.
Kritisch denken, levenslang en levensbreed leren, onderbouwd denken en handelen
De student hanteert een onderbouwde orthopedagogische visie (kernbegrippen:kwaliteit van leven, inclusie, context en diversiteit) doorheen het praktijkonderzoek.
De student expliciteert gemaakte inhoudelijke keuzes.
Creatief denken en handelen
De student ontwikkelt een innovatief antwoord op een praktijkprobleem.
Internationaal gericht
De student integreert diverse internationale bronnen in het praktijkonderzoek.
De student integreert de leerresultaten uit de internationale studiereis in het praktijkonderzoek.
Cultuursensitief handelen
De studenten optimaliseert de samenwerking door te luisteren naar de visie en de deskundigheid van de ander en daarbij tevens de relativiteit van de eigen visie en ideeën te aanvaarden.
De student benadert het praktijkprobleem vanuit meerdere (culturele) invalshoeken.
Ethische vaardigheden
De student verantwoordt het gehele praktijk-onderzoek vanuit deontologische codes en ethische overwegingen.
ICT basisvaardigheden, mediawijs en (digitale) (zorg) technologieën
De student maakt een synthese van alle relevante bronnen uit het praktijkonderzoek.

Leerinhoud

De projectgroep start met een praktijkprobleem dat wordt ingediend vanuit het werkveld. Deze partner is betrokken gedurende het hele verloop van het project.
Vanuit het praktijkprobleem formuleert de projectgroep een onderzoeksvraag, waar via de cyclus van praktijk wetenschappelijk onderzoek een bruikbaar, innovatief en onderbouwd antwoord op wordt gegeven.
Doordat het werkveld een veelheid aan praktijkproblemen kent is de leerinhoud sterk afhankelijk van de concrete vraag die de projectgroep wordt voorgelegd.
Ingediende projectvoorstellen worden geselecteerd op basis van onder andere volgende criteria

- Het project is werkveld-relevant, de aard van de opdracht sluit aan bij het werkveld van de praktijkgerichte orthopedagoog.
- Het project kan theoretisch uitgediept worden én is praktisch vertaalbaar.
- Het project laat toe dat er in groep kan samengewerkt worden zodat groepscompetenties verworven kunnen worden.
- Het project heeft de mogelijkheid in zich om kennis, kunnen en zijn van de individuele student te integreren zodat hij aan individuele competenties kan werken.
- Het project kan resulteren in een eindproduct dat evalueerbaar is.

Studiematerialen (tekst): Verplicht

• Leidraad/studiewijzer project
• Leerpaden en bijkomend materiaal via Digitap.
• Van der Donk, C. & van Lanen, B. (2019). Praktijkonderzoek in zorg en welzijn. Bussum: Coutinho.
• Poelmans, P. & Severijnen, O. (2020). De APA-richtlijnen. Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho.

Studiematerialen (tekst): Aanbevolen

- Geenen, M.J. (2017). Reflecteren. Leren van je ervaringen als sociale professional. Bussum: Coutinho.

- Informatie met betrekking tot het onderzoeksthema.

Onderwijsorganisatie

Examentijd
Voorziene tijd voor toetsing3,00 uren
Werkvormen
Hoor- en/of werkcolleges5,00 uren
Practicum en/of oefeningen2,00 uren
Vormen van groepsleren30,00 uren
Werktijd buiten de contacturen272,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodeOnderzoeksopdracht100,00Eerste examenperiode Onderzoeksopdracht 100,00
1. Korte omschrijving van de toets:
De projectopdracht wordt door middel van 3 clusters beoordeeld.
a) Proces: 20%
Methode: gedragsobservatie, peerassement, reflectieopdracht
Bron: open boek
Medium: schriftelijk en mondeling
Moment: momentopname na proces
b) Uitwerking (60%): Bestaande uit Paper (40%) en Projectbeurs (20%)
Methode: paper & projectbeurs
Bron: open boek
Medium: schriftelijk en mondeling
Moment: momentopname na proces
c) Verantwoording: 20%
Methode: open vragen
Bron: open boek
Medium: mondeling
Moment: momentopname op examen
2. Beoordelaar: peers, lector en jury.
3. Clausule voor taal: Voor taal- en vormfouten in de paper worden er binnen de opleiding orthopedagogie tot 4 punten afgetrokken op de cluster “Product”.
4. Afspraken rond verplichte aanwezigheden en afwezigheden: De student verwittigt de lector ten laatste op de dag van de afwezigheid en wettigt de afwezigheid binnen de 4 werkdagen aan de hand van een medisch attest via de module ‘Mijn afwezigheden' in iBaMaFlex. Concrete afspraken rond afwezigheden vind je terug in de projectleidraad/ studiewijzer. Verplichte deelname aan de internationale studiereis.

Als de student niet geslaagd is voor het totaal van het opleidingsonderdeel in de eerste examenperiode, maar daarbij wel geslaagd is voor een specifieke cluster (deelexamen), dan wordt het cijfer voor deze cluster overgedragen naar de 2de examenperiode.

Uitzondering: Als een student een deelcijfer behaalt dat kleiner is dan 10/20 op de cluster “proces”, dan wordt hiervoor een code ‘F' van ‘Fail' toegekend, wat resulteert in een code ‘F' van ‘Fail' voor het gehele opleidingsonderdeel, waardoor de student niet slaagt voor dit opleidingsonderdeel. Dit omdat binnen de cluster “proces” de leerdoelen m.b. t. samenwerken worden getoetst. Deze leerdoelen toetsen een kerncompetentie die essentieel is om als bachelor in de Orthopedagogie later in het werkveld aan de slag te kunnen. Deze kerncompetentie wordt niet in de andere clusters (deelexamens) getoetst.
Het afwezig zijn op project- en werkvergaderingen wordt meegenomen in de beoordeling van de leerdoelen m.b.t. samenwerken (concrete afspraken hierover vind je terug in de projectleidraad/ studiewijzer). De verdeling van de verschillende leerdoelen per cluster (deelexamen), vind je terug in het beoordelingsformulier van project op de digitale leeromgeving.
Als de student een code ‘F' van ‘Fail' kreeg in de eerste examenperiode voor de cluster "proces", dan wordt deze code ‘F' van ‘Fail' voor deze student ook toegekend in de 2de examenperiode omdat de competenties waarvoor deze student een tekort had behaald in de eerste examenperiode (cluster "proces"), niet kunnen hertoetst worden in de tweede examenperiode. Dit omdat de leerdoelen met betrekking tot samenwerken niet op het beoogde geïntegreerde niveau kunnen hertoetst worden wegens organisatorische redenen en een te korte tijdspanne.

Indien de student niet geslaagd is voor de cluster “Uitwerking”, dan wordt hiervoor een code ‘F' van ‘Fail' toegekend, wat resulteert in een code ‘F' van ‘Fail' voor het gehele opleidingsonderdeel in de eerste examenperiode, waardoor de student niet slaagt voor dit opleidingsonderdeel in de eerste examenperiode. Dit omdat de leerdoelen die in deze cluster getoetst worden, betrekking hebben op onderzoekscompetenties en het ontwikkelen en rapporteren van een innovatief antwoord op een onderzoeksvraag die essentieel zijn om als bachelor in de Orthopedagogie later in het werkveld aan de slag te kunnen.
Bovendien worden zij niet getoetst op niveau 3 in een ander opleidingsonderdeel van de opleiding. De student kan voor deze cluster wel deelnemen aan de tweede examenkans in de tweede examenperiode.

Voor de studenten die een Short Blended Mobility uitvoeren, bestaat de toetsing voor dit opleidingsonderdeel uit twee delen, nl. deel 1) de evaluatie van de opdracht die de student aan AP uitvoert, en deel 2) de evaluatie van de opdracht die de student tijdens de Short Blended Mobility uitvoert. Bij de berekening van het totale examenresultaat is het gewicht van deel 1) 75 % en is het gewicht van deel 2) 25 %. Voor de verdere toelichting: zie info op Digitap.

Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeOnderzoeksopdracht100,00Tweede examenperiode Onderzoeksopdracht 100,00

De projectopdracht wordt door middel van 3 clusters beoordeeld. De opdracht voor de Tweede examenperiode is individueel.
Indien een student in de eerste examenperiode niet geslaagd is voor het opleidingsonderdeel, zal de student de leerdoelen van de clusters waarvoor hij/zij niet is geslaagd, moeten herkansen in de tweede examenperiode. Uitzondering: bij een deelcijfer kleiner dan 10/20 op de cluster "proces", wordt code ‘F' van ‘Fail' ook toegekend in de tweede examenperiode (zie toetsing eerste examenperiode).

Wanneer de student een code ‘F' van ‘Fail' krijgt voor de cluster “paper en projectbeurs”, zal de projectbeoordelingscommissie (dit is de jury van het betrokken project tijdens de eerste examenkans) feedback formuleren waarmee de student bij de hertoetsing rekening dient te houden. Het is de verantwoordelijkheid van de student, om de opdracht voor de tweede examenperiode van de digitale leeromgeving te halen. Het is de verantwoordelijkheid van de student om de juiste opdrachten, volledig en tijdig aan de betrokken lectoren/juryleden te overhandigen.
Wanneer de student niet geslaagd is voor de cluster “verantwoording”, herneemt hij deze cluster “verantwoording” tijdens de tweede examenperiode.

a) Proces: 20%
Methode: gedragsobservatie, peerassement, reflectieopdracht
Bron: open boek
Medium: schriftelijk en mondeling
Moment: momentopname na proces
b) Uitwerking (60%): Bestaande uit Paper (40%) en Projectbeurs (20%)
Methode: paper & projectbeurs
Bron: open boek
Medium: schriftelijk en mondeling
Moment: momentopname na proces
c) Verantwoording: 20%
Methode: open vragen
Bron: open boek
Medium: mondeling
Moment: momentopname op examen
2. Beoordelaar: lector en jury.

Indien de student niet geslaagd is voor de cluster “Uitwerking”, dan wordt hiervoor een code ‘F' van ‘Fail' toegekend, wat resulteert in een code ‘F' van ‘Fail' voor het gehele opleidingsonderdeel, waardoor de student niet slaagt voor dit opleidingsonderdeel. Dit omdat de leerdoelen die in deze cluster getoetst worden, betrekking hebben op onderzoekscompetenties en het ontwikkelen en rapporteren van een innovatief antwoord op een onderzoeksvraag die essentieel zijn om als bachelor in de Orthopedagogie later in het werkveld aan de slag te kunnen. Bovendien worden zij niet getoetst op niveau 3 in een ander opleidingsonderdeel van de opleiding.

3. Clausule voor taal:
Voor taal- en vormfouten in de paper worden er binnen de opleiding Orthopedagogie tot max. 4 punten afgetrokken van het cijfer voor de cluster “Uitwerking”.