Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Koninklijke Academie van Antwerpen
Conceptdramaturgie 334254/3298/2425/1/55
Studiegids

Conceptdramaturgie 3

34254/3298/2425/1/55
Academiejaar 2024-25
Komt voor in:
  • Bachelor in de beeldende kunsten, trajectschijf 3
    Afstudeerrichting:
    • Kostuumontwerp
  • Bachelor of Arts in Visual Arts
    Afstudeerrichting:
    • Costume Design
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 3 studiepunten
Titularis: Severi Esther
Co-titularis(sen) zijn nog niet (allemaal) gekend.
Onderwijstalen: Engels, Nederlands
Kalender: Academiejaar
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 31.10.2024 (Academiejaar)
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 90,00 uren

Volgtijdelijkheid

(eerder ingeschreven voor Kostuumvormgeving 2 OF eerder ingeschreven voor Kostuumvormgeving 2) EN (eerder ingeschreven voor Kostuumontwerp 2 OF eerder ingeschreven voor Kostuumontwerp 2) EN eerder ingeschreven voor Conceptdramaturgie 2 EN eerder ingeschreven voor Stage/Projecten Kostuumontwerp 1.

OLR-Leerdoelen (lijst)

BA1 - Over de nodige artistieke vaardigheden beschikken om onder begeleiding een persoonlijk project binnen het brede spectrum van de beeldende kunsten te ontwerpen en/of te realiseren.
De student kan in overleg met mentoren een eigen artistiek project bedenken. (creatie)
BA3 - Kennis en inzicht hebben en blijven ontwikkelen in de maatschappelijke, culturele, artistieke, historische en internationale context van de beeldende kunsten en de artistieke praxis.
De student kan zijn kunsthistorische kennis aanwenden als referentiekader.
BA4 - Een kritische en onderzoekende houding ontwikkelen en aanscherpen ten opzichte van ontwerpen en/of realisaties die voortkomen uit beeldende experimenten en onderzoek, emotie en intuïtie.
De student bezit een goede werkattitude, kan kritisch het eigen werk en het werk van medestudenten beschouwen, en kan op een constructieve manier kritiek verwerken.
De student is in staat beeldmateriaal uit verschillende bronnen te analyseren, te structureren en conceptueel te verwerken.
BA5 - In het ontwikkelen van een eigen beeldtaal vertrekken van een zoekende en reflecterende houding.
De student kan doelgericht een diepgaand onderzoek verrichten en de verworven informatie in een eigen theatraal concept omzetten.
BA6 - Het karakteristieke van persoonlijke ontwerpen en/of realisaties vatten en op geëigende wijze communiceren.
De student kan een idee, concept, visie, vorm en project omschrijven en motiveren. (communicatie)
De student participeert in besprekingen met mentoren en medestudenten. (communicatie)

Leerinhoud

In het vak ‘Conceptdramaturgie 3’ wordt een eigen dramaturgisch concept ontwikkeld vertrekkende vanuit een inhoudelijk thema of vanuit een theatertekst. In eerste instantie wordt er onderzoek gedaan naar het thema of wordt er een analyse van de tekst uitgevoerd. De student werkt op basis daarvan een eigen beeldend en/of tekstueel concept uit voor een voorstelling, dat als basis dient voor de opdracht kostuumontwerp en scenografie die aan dit vak gekoppeld zijn.
In de eindpresentatie wordt via de dramaturgie verduidelijkt hoe de ontwerpen via performatieve middelen geactiveerd kunnen worden en wat deze communiceren naar het publiek.

Studiematerialen (tekst): Verplicht

In groep: bespreken van thema/tekst via teksten, filmfragmenten en andere materialen. Verslag uitbrengen van de verschillende fases van het eigen onderzoek

Individueel: onderzoek naar thema/tekst met inbreng van tekstuele en beeldende materialen

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Artistieke praktijk38,00 uren
Artistieke praktijk52,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodeBeoordeling artistieke praktijk100,00

Toetsing (tekst)

Permanente evaluatie:

-aanwezigheid en actieve houding in de lessen
-ontwikkeling van een eigen onderzoek met een uitgebreid referentiekader
-opstellen van een dramaturgisch concept met performatieve activatering van de ontwerpen
-communiceren in groep en individueel over het proces
-presentatie op papier en via mondelinge presentatie tijdens de jury

permanente evaluaties en toon / controlemomenten tijdens het academiejaar
semester 1: eerste richtinggevende evaluatie na afsluit van semester 1
semester 2: definitieve jury na afsluit 2e semester