Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Koninklijk Conservatorium van Antwerpen
Drums 3 (jazz)161/3300/2425/1/29
Studiegids

Drums 3 (jazz)

161/3300/2425/1/29
Academiejaar 2024-25
Komt voor in:
  • Bachelor in de muziek, trajectschijf 3
    Keuzeoptie van afstudeerrichting:
    • Drums (jazz) binnen jazz
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 15 studiepunten
Titularis: Verbruggen Teun
Andere co-titularis(sen): de Haas Jan, Smedts Els
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Academiejaar
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 31.10.2024 (Academiejaar)
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 450,00 uren

Volgtijdelijkheid

eerder ingeschreven voor Drums 2 (jazz).

Onderwijsorganisatie (tekst)

- Individuele/groeps lessen - Collectieve momenten - Optreden - Workshops en masterclasses

Begincompetenties (tekst)

Beantwoorden aan de eindcompetenties van 'Drums 2 (jazz), repertoire 1 en ensemble 1

OLR-Leerdoelen (lijst)

1.1 De student beheerst het repertoire representatief voor zijn discipline.
De student is in staat om meer geavanceerde akkoordenschema’s uit te voeren bv. Monk, Coltrane, …
1.2 De student musiceert in verschillende stijlen.
De student is in staat om eenvoudige, standaard en harmonisch geavanceerde akkoordenschema’s stilistisch correct uit te voeren.
De student maakt kennis met het spelen in vreemde maatsoorten
1.4 De student verwerkt muziek creatief.
De student is in staat om te improviseren over harmonisch meer geavanceerde akkoordenschema’s
De student toont een aanzet tot persoonlijke stijlontwikkeling.
1.5 De student gaat een artistieke confrontatie met een publiek aan.
De student toont een gepast podiumgedrag
2.1 De student beheerst de muzikale parameters en structuren
De student beheerst de muzikale vaardigheden (tempo, timing, intonatie, klank, motiefontwikkeling, frasering, vorm, luistervaardigheid, …)
2.2 De student boekt vooruitgang op basis van zelfstudie.
De student kan een efficiënte studieplanning opmaken en deze volgen.
2.4 De student beheerst de juiste speeltechnieken en -houdingen.
De student beheerst de instrumentgebonden technieken ( plectrumtechniek, ‘walking bass’, klankvorming en projectie, articulatie, kracht- en vingervlugheid, brushetechniek, stokvoering, onafhankelijkheid, syncopation, legato-staccatospel).
2.5b De student herkent muziekmateriaal op het gehoor.
De student experimenteert met de technische middelen binnen zijn vakgebied.
3.1 De student bezit sociale- en communicatieve vaardigheden.
De student kan zelf een band samenstellen en toont een aanzet tot leiderschap.

Leerinhoud

* Begeleidingstechniek
* tempovastheid
* timing
* klank
* improvisatie
* stijlvariatie
* vreemde maatsoorten
* legato - staccatospel
* verschillende tempi
* ‘outside playing’
* motiefontwikkeling
*  frasering
* ritmische variatie
* articulatie
* interpretatie
* auditieve geheugentraining
* harmonische gehoorvorming (akkoorden horen en herkennen, ...).
* expressiviteit
* vormbeheersing
* muzikaal leiderschap
* persoonlijke stijlontwikkeling
* houding
* analytisch denkvermogen
* stressbeheersing 
* ontwikkelen artistiek concept

Studiematerialen (tekst): Aanbevolen

Partituren
Jazzrepertoire
CD’s
Studieboeken

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Artistieke praktijk30,00 uren
Werktijd buiten de contacturen420,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodeVaardigheidstoets artistiek in de examenreeks100,00

Toetsing (tekst)

Evaluatievormen: De student stelt op eigen initiatief een ensemble samen en speelt gedurende een bepaalde tijdsduur en volgens een opgegeven repertoire zijn/haar voordracht examen. De keuze van het repertoire gebeurt in overleg met de hoofdvakdocent. Het examen wordt afgelegd in juni.

Aantal stukken / Tijdsduur: B3: 4 à 5 stukken, 30 min.
Inhoud: variatie in vorm, tempo, stijl... (bijv.: 4/4, ¾, Blues, ballad, Swing, Binair...)

Jury: de jury bestaat uit een min. drie personen waaronder de hoofdvakdocent, de docent(en) van dezelfde instrumentgroep en een extern jurylid

Evaluatienormen: Volgende criteria worden bij de beoordeling in acht genomen:
* repertoire* muzikale parameters en harmonisch inzicht* artistieke expressie* vaktechnische beheersing* artistieke evolutie

B3:de student moet blijk geven van een begin van persoonlijke stijlontwikkeling en een meer uitgebreide repertoirekennis. De student moet blijk geven van een voldoende muzikale en technische basis om de master te kunnen aanvatten.

De student is geslaagd als hij/zij 50% van het totaal aantal punten behaalt.