Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Onderwijs en Training
Vakinhoud A I.2 Biologie38867/3312/2425/1/47
Studiegids

Vakinhoud A I.2 Biologie

38867/3312/2425/1/47
Academiejaar 2024-25
Komt voor in:
  • Educatieve bachelor secundair onderwijs (1 onderwijsvak, Antwerpen)
    Keuzeoptie:
    • Biologie
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 6 studiepunten
Co-titularis(sen): Duchatelet Lisa, Gadeyne Judith, Meskens Ad
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 15.10.2024 (1ste semester)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 150,00 uren

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

OLR-Leerdoelen (lijst)

Leerbevordering: geschikte leerinhouden hanteren
kan bij de mens de delen van het voortplantingsstelsel benoemen, beschrijven hoe de voortplanting verloopt, manieren aangeven om de voortplanting te regelen en om seksueel overdraagbare aandoeningen te voorkomen.
kan de aangepastheid aan voortbeweging van gewervelde dieren illustreren en uitleggen met voorbeelden (uitwendige en inwendige bouw).
kan de bouw en werking van de zintuigen beschrijven en demonstreren met experimenten
kan de gevolgde weg van een zenuwimpuls (zintuiglijke waarneming) tot reactie uitleggen.
kan de hormonale werking conceptualiseren en met voorbeelden illustreren.
kan de impulsgeleiding bij de zenuwcel en de overdracht aan de synaps uitleggen a.d.h.v.. zelf getekende grafieken en schetsen
kan de opbouw van de hersenen tonen op een model en de werking met eigen woorden vertellen.
kan de verschillende soorten gewrichten herkennen en benoemen en hun beweging beschrijven en demonstreren
kan de werking van de dwarsgestreepte spier uitleggen a.d.h.v.. een schematische voorstelling.
kan dissecties van organen en organismen uitvoeren en relateren met de theorie
kan een aantal beenderen van het skelet herkennen en benoemen en de bouw en vorming in verband brengen met de functie.
kan glad en gestreept spierweefsel lokaliseren in het lichaam, herkennen en van elkaar onderscheiden.
kan met concrete voorbeelden aangeven dat organismen op verschillende manieren aangepast zijn aan hun omgeving
kan de belangrijkste concepten uit de gedragsbiologie omschrijven en illustreren met de verschillen en overeenkomsten in gedrag tussen soorten te beschrijven die door bekende ethologen onderzocht zijn en waarvan de evolutionaire achtergrond achterhaald is (historische benadering)
kan bij de mens de bouw, de werking en de onderlinge samenhang van het orgaan de huid, het spijsverteringsstelsel, het ademhalingsstelsel, het bloed, de bloedsomloop, het lymfevatenstelsel en het uitscheidingsstelsel beschrijven
Zelfontwikkeling: onderzoekend handelen
kan de essentiële stappen van de natuurwetenschappelijke methode toepassen en in verslag brengen.
kan gedrag bij dieren op een wetenschappelijke wijze observeren en indelen op basis van ontstaan en functie.
kan zich oriënteren op een natuurkundig verschijnsel, een onderzoeksvraag opstellen, een hypothese formuleren en een gepast onderzoeksplan opstellen, uitvoeren en de resultaten systematisch noteren, conclusies trekken en rapporteren

Leerinhoud

de mens en zijn lichaam – Judith Gadeyne
Morfologie en fysiologie van de mens en andere gewervelde (chorda)dieren: Orgaanstelsels bij vissen (orgaanstelsels en samenhang bij de mens);
Lichaamsbekleding bij chordadieren (de bouw en functies van de huid met o.a. de temperatuurregeling , aanhangsels, lichaamshygiëne, aanpassingen bij andere gewervelde dieren);
Ademhaling bij de mens en chordadieren, het effect van roken;
Voeding (het gebit, verteringsproeven, de voedingsdriehoek, oefening op een evenwichtige samenstelling, culturele verschillen, aanpassingen aan voeding bij andere gewervelde dieren);
Transport (het bloed, het hart en de bloedsomloop, ziekteverschijnselen en immunologische processen + de lymfe);
Dissectie van hart en longen;
Regulatie van de samenstelling van de weefselvloeistoffen. Uitscheiding (nieren, huid en ademhaling);
Voortplanting bij de mens + anticonceptie en SOA. Voortplanting bij andere dieren.

De mens in interactie met zijn omgeving – Judith Gadeyne
In “De mens in interactie met zijn omgeving” komen de begrippen homeostase en regeling (zintuigen, zenuw- en hormonaal stelsel) aan bod. Een reeks zintuigexperimenten illustreren de bouw en werking van de zintuigen (oog, oor, smaak, tast). De link met het skelet en het spierstelsel ligt voor de hand. Een organisme kan op zijn omgeving reageren door te vechten, te vluchten of zich te verbergen... We bestuderen het bouwplan van het skelet bij de mens en onderzoeken de aanpassingen van andere gewervelden aan de voortbeweging. Bouw en werking van de spieren komen eveneens aan bod.
Het gedrag is het resultaat van de interactie tussen regeling, skelet en spieren met als einddoel homeostase. Na een theoretisch kader rond gedrag, bestuderen we het gedrag van ongewervelden (pissebedden) en kijken we op de manier waarop ethologen werken naar het gedrag van gewervelde dieren in de Zoo van Antwerpen.

Studiematerialen (lijst)

StudiewijzerVerplicht
10VoorBiologieVerplicht
Digitale leeromgevingVerplicht€ 5,00

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Practicum en/of oefeningen (afstandstraject)6,00 uren
Voorziene tijd voor toetsing (afstandstraject)2,50 uren
Werktijd buiten de contacturen141,50 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodeKennis- en inzichtstoets in de examenreeks60,00digitaal examen 120 minuten
Eerste examenperiodeProjectopdracht40,00
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeKennis- en inzichtstoets in de examenreeks60,00
Tweede examenperiodeProjectopdracht40,00