Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Koninklijk Conservatorium van Antwerpen
Groepsmusiceren 232849/3318/2425/1/63
Studiegids

Groepsmusiceren 2

32849/3318/2425/1/63
Academiejaar 2024-25
Komt voor in:
  • Educatieve master muziek en podiumkunsten, trajectschijf 5
    Keuzeoptie van afstudeerrichting:
    • Accordeon binnen Muziek
    • Gitaar binnen Muziek
    • Klavecimbel binnen Muziek
    • Orgel binnen Muziek
    • Orkestinstrument binnen Muziek
    • Piano binnen Muziek
    • Pianoforte binnen Muziek
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 3 studiepunten
Titularis: Grimm Justus
Andere co-titularis(sen): Albert Ludwig, Bernolet Korneel, Couck Nico, Danel Guy, De Neve Guido, Gevaert John, Leire Lode, Leschenko Polina, Mariën Ludo, Neyens Filip, Nielandt Luc, Overlach Miriam, Pollet Francis, Proot Stephanie, Reusens Francis, Sanen Jan, Smets Jan, van Echelpoel Bernd, Verhoyen Peter, Wajnberg Aäron, Wilmaers Koen
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Academiejaar
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 31.10.2024 (Academiejaar)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 90,00 uren

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

OLR-Leerdoelen (lijst)

1.1 De student verbreedt en verdiept op zelfstandige basis het repertoire gerelateerd aan het eigen vakgebied.
De student verwerft zelfstandig kennis van en inzicht in het kamermuziekrepertoire representatief voor zijn instrument en beheerst het overeenkomstige niveau (zie repertoirelijst M2)
De student kan zowel het standaardrepertoire als het niet-conventionele repertoire in groep uitvoeren.
1.2 De student beheerst de internationaal gehanteerde stilistische uitvoeringspraktijk.
De student breidt zijn kennis van de internationale kamermuziekpraktijk uit en bereikt internationaal gehanteerde normen in zijn vertolking
De student kan muziek op professionele wijze interpreteren uit verschillende muzikale stijlperiodes.
1.3 De student kan een sturende rol opnemen in een ensemble.
De student kan muzikaal leiding nemen in verschillende bezettingsvormen, in overeenstemming met zijn individuele rol binnen het geheel en toont steeds respect binnen deze rol
De student heeft diepgaand begrip van de rol van zijn eigen instrument t.o.v. andere instrumenten en in functie van het samenspel en kan deze rol sturen
De student luistert op elk moment naar zijn medemuzikanten
De student toont gepast muzikaal leiderschap binnen het ensemble, orkest of koor
1.5 De student kan door middel van een artistieke dialoog zijn publiek beroeren.
De student beschikt, met het oog op vertolking voor een publiek, over ritmiek, melodievoering, harmonisch inzicht, samenspel, klankbalans, intonatie, technische beheersing van het instrument(arium), stilistiek, analytisch denkvermogen, interpretatie, muzi
2.3 De student kan door analyse en interpretatie muziekstructuren verwerken.
De student kan het basis orkest- of koorrepertoire in groep op zicht stilistisch vertolken
3.1 De student kan zijn sociale- en communicatieve vaardigheden aanwenden om leiding te nemen.
De student betoont respect voor zijn collega-studenten en zijn docenten
De student kan zijn medestudenten aansturen mbt professionele attitude, hulpvaardigheid en vlotte sociale communicatievaardigheden
2.1 De student heeft een grondige beheersing van de muzikale parameters en structuren.
De student is in staat het groepsgeluid en de muzikale groepsdynamiek substantieel te verbeteren en mee te personaliseren.
2.2 De student bouwt expertise op door organisatie en zelfstudie.
De student toont doorgedreven zelfstandigheid bij het volledige instuderen van de partituren en zoekt indien nodig naar professionele coaching binnen het docentenkorps
4.3 De student kan het resultaat van kritische (zelf-)reflectie mondeling en schriftelijk weergeven.
De student kan een onderbouwde kritische reflectie op een lezing of masterclass van extern expert linken aan de eigen hoofddiscipline en schriftelijk weergeven in een correct taalgebruik.
4.1 De student heeft een uitgebreide kennis van de ruimere culturele en (muziek)historische context en kan die aanwenden in de eigen artistieke praktijk.
De student past verworven kennis m.b.t. zijn algemene culturele vorming toe in de analyse en interpretatie van kamermuziekrepertoire
4.2 De student heeft zich een kritische en onderzoekende houding eigen gemaakt.
De student kan binnen individuele- en groepsprocessen pijnpunten detecteren en oplossingen zoeken (en vinden) a.d.h.v. onderzoek en communicatie
Dit opleidingsonderdeel omvat de volgende leerdoelen:
De student heeft diepgaand begrip van de rol van zijn eigen instrument t.o.v. andere instrumenten en in functie van het samenspel en kan deze rol sturen
De student is in staat het groepsgeluid en de muzikale groepsdynamiek substantieel te verbeteren en mee te personaliseren.

Leerinhoud

Dit opleidingsonderdeel omvat twee onderdelen: Musiceerpraktijk en Kamermuziek.

Voor meer details: zie Vademecum Kamermuziek en Vademecum Musiceerpraktijk.

Studiematerialen (tekst): Verplicht

- Partituren, worden door het KCA ter beschikking gesteld
- Geschikt instrument

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Artistieke praktijk30,00 uren
Werktijd buiten de contacturen60,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodeBeoordeling artistieke praktijk15,00permanente evaluatie tijdens de kamermuzieklessen
Eerste examenperiodeVaardigheidstoets artistiek in de examenreeks35,00deel kamermuziek
Eerste examenperiodeVaardigheidstoets artistiek permanent tijdens de lesweken (Permanente evaluatie)50,00deel musiceerpraktijk
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeVaardigheidstoets artistiek in de examenreeks50,00Betreft enkel het deel kamermuziek. Het deel Musiceerpraktijk kan niet in de tweede examenperiode afgelegd worden. Bij een onvoldoende op het deel Musiceerpraktijk tijdens de eerste examenperiode is slagen voor het opleidingsonderdeel Groepsmusiceren in de tweede examenperiode bijgevolg niet mogelijk.

Toetsing (tekst)

Voor de evaluatie telt de volgende verdeling:

- Kamermuziek: 50%
- Musiceerpraktijk: 50%

Voor het luik Musiceerpraktijk is geen tweede examenkans mogelijk.

De student dient te slagen voor beide onderdelen om te kunnen slagen voor dit opleidingsonderdeel.