Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Koninklijk Conservatorium van Antwerpen
Oriënteringsstage32792/3319/2425/1/58
Studiegids

Oriënteringsstage

32792/3319/2425/1/58
Academiejaar 2024-25
Komt voor in:
  • Educatieve master muziek en podiumkunsten, trajectschijf 4
  • Verkorte educatieve bachelor muziek- en podiumkunsten
  • Verkorte educatieve master muziek en podiumkunsten
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 3 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Titularis: Aper Katrijn
Andere co-titularis(sen): Dierckx Ellen, Thielemans Magda, Vinken Jan-Kris
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1 of Semester 2 of Academiejaar
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 31.10.2024 (Academiejaar) of 31.10.2024 (1ste semester) of 15.03.2025 (2de semester)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 90,00 uren

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

Korte omschrijving

De studenten maken kennis met het ruime werkveld maar ook met verschillende onderwijsgerelateerde activiteiten, lesonderwerpen, lessituaties, didactische werkvormen, enz. Tijdens de oriënteringsstage observeren zij verschillende onderwijsvormen, -activiteiten, scholen, disciplines, doelgroepen en niveaus.

Voor meer informatie: raadpleeg het Vademecum Oriënteringsstage en de studiegids (Trotter).

OLR-Leerdoelen (lijst)

Dit opleidingsonderdeel omvat de volgende leerdoelen:
Kan vanuit observatie de specifieke beginsituatie van de leerlingen en de leergroep benoemen en de diversiteit ervan erkennen. Kan vanuit zijn kennis de belangrijkste aandachtpunten voor een specifieke beginsituatie opnoemen en deze toelichten.
Kan op basis van een geobserveerde les de doelen voor deze les bepalen.
Kan verschillende evaluatievormen benoemen aan de hand van observatie en de effectiviteit ervan toetsen met de doelen.
Kan aan de hand van observatie toelichten welke rol er kan worden opgenomen binnen het leerklimaat van een school.
Kan op basis van observatie en gesprek zich een idee en strategie vormen in het omgaan met leerlingen met zorgvragen.
Kan verschillende werkvormen en de kenmerken hiervan benoemen. Kan aan de hand van de kenmerken over de geobserveerde werkvormen reflecteren in functie van de te bereiken doelen.
Kan aan de hand van voorbeelden een persoonlijke mening verwoorden over actuele onderwijskundige thema's.
Kan vernieuwende en/of voor het eigen vak waardevolle onderwijsaanpak benoemen en hierover reflecteren in functie van het eigen lesgeven.
Kan aan de hand van voorbeelden persoonlijke mening verwoorden over actuele onderwijskundige thema's.

Leerinhoud

Tijdens de Oriënteringsstage maak je kennis met het ruime werkveld door middel van observatie en bijhorende reflectie van 10 activiteiten.

In de lessen Algemene Didactiek in de Kunsten wordt aandacht besteed aan de techniek van het observeren. Naast de identificatiegegevens van de geobserveerde les wordt er verwacht dat je ook reflecteert over het geobserveerde.

De Oriënteringsstage wordt beoordeeld aan de hand van een aantal formele en inhoudelijke eisen.

Formele en inhoudelijke eisen Oriënteringsstage
Het zelfstandig samenstellen van een gevarieerd observatieportfolio is een leerdoel binnen het vak Oriënteringsstage. Je zet hierbij in op variatie en diversifiëring.

Volgende tips kunnen je hierbij helpen:
• Geografisch spreiding: je spreidt je observaties over minimum 3 scholen, zodat je in contact komt met verschillende schoolculturen en diverse doelgroepen.
• Onderwijsvormen: je maakt een combinatie tussen verschillende vormen van leerplanonderwijs, zijnde KSO, DKO, Basis- en secundair onderwijs. Je kan ook aanvullend observeren binnen de kunsteducatieve sector.
• Niveau, vak en doelgroep: je maakt een combinatie van verschillende samenstellingen en lesinhouden, individuele versus groepslessen, theoretisch geïnspireerde versus artistiek uitvoerende lessen, volwassenen, tieners en/of kinderen, …

Formele eisen
• Je observeert 10 activiteiten binnen een educatieve context.
Opgelet!!! Je kan enkel ter plaatse “in real live” lessen observeren. (Opgenomen lessen observeren is dus uitgesloten.)
• Je observeert 4 lessen binnen het eigen vakgebied en 4 binnen een ander vakgebied.
• Aanvullend observeer je 1 jury + 1 toonmoment/concert binnen je eigen domein.
• De geobserveerde activiteiten vinden plaats binnen verschillende educatieve contexten, verschillende onderwijsrichtingen en verschillende leeftijdscategorieën.
• Je laat 10 observatiebewijzen ondertekenen en je laadt deze op in het digitaal leerplatform.
• Je noteert voor elke observatie de motivatie, algemene informatie, één geobserveerd aspect én je reflecteert op die activiteit.
• Je maakt een algemeen besluit in de vorm van een slotreflectie.
• De reflecties zijn in correct Nederlands geschreven.

Inhoudelijke eisen
Voor elke geobserveerde activiteit laat je het formulier observatiebewijzen aftekenen. Gebruik hiervoor het sjabloondocument.

Elk observatieverslag bevat:
• het waarom van je keuze (docent, werkplek, doelgroep, inhoud, …)
• algemene informatie
• één geobserveerd aspect met bijhorende reflectie hierop

Een observatieverslag is compleet wanneer alle onderdelen van het observatieverslag correct en volledig zijn aangevuld.

Vul aan voor elk verslag van elke lesactiviteit:
• de locatie, de datum en de naam van de begeleider, het vak of schoolmoment
• het lesonderwerp
• Het domein
• de lesstructuur (het lesverloop) in korte puntjes
• de samenstelling van de groep (aantal deelnemers, de leeftijd, graad/niveau)

Vul aan voor elk verslag van een andere activiteit:
• de locatie
• de datum
• wat je observeerde (jury of toonmoment)
• aantal deelnemers/aanwezigen


Te observeren aspecten

Observeer vanuit jouw perspectief als toekomstige Teaching Artist. Stel je eigen observatievragen op om van daaruit te reflecteren.

We reiken je per aspect een aantal #kernwoorden aan. Deze kunnen als leidraad dienen om je observatie – en reflectievragen vorm te geven. Mocht je vastlopen dan kunnen de concrete observatie- en reflectievragen in bijlage als inspiratie dienen om je verslag vorm te geven.

De vragenlijst is dus niet bedoeld om volledig af te werken, maar eerder als een richtlijn of hulpmiddel, om je te inspireren.

Kies één van de volgende aspecten per observatie:

• Beginsituatie en doelstellingen
• Leerinhouden
• Didactische aanpak
• Interactie en begeleiding
• Evalueren

Studiematerialen (tekst): Verplicht

Cursus op Digitap
Vademecum Oriënteringsstage
Trotter opleidingsgids
Lijst stagescholen te verkrijgen via het digitale leerplatform.
Elke student moet beschikken over een laptop.

Onderwijsorganisatie

Examentijd
Werkplekleren en/of stage90,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodeReflectieopdracht in de examenreeks100,00
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeReflectieopdracht in de examenreeks100,00

Toetsing (tekst)

Evaluatie

A Formele eisen

• Je observeerde 10 activiteiten binnen een stageschool/context
• Je liet 10 observatiebewijzen ondertekenen
• De geobserveerde lessen voldoen aan het criterium: eigen domein + anderen domeinen + jury + toonmoment.
• De geobserveerde lessen vonden plaats in verschillende scholen, verschillende onderwijsrichtingen en verschillende leeftijdscategorieën, kunsteducatieve sector.
• Je maakte van elke observatie een reflectieverslag.
• Je maakte een eindreflectie in een verslag
• Je leverde de nodige documenten tijdig (ten laatste 1 juni) en digitaal in.

De ingediende reflecties moeten aan alle criteria voldoen.

B Inhoudelijke eisen

• De ingediende reflecties beschrijven relevante observatiecriteria (beginsituatie, lesverloop, didactische aanpak, evaluatie...).
• De ingediende lesreflecties beschrijven verschillende observatiecriteria (doelstelling/evaluatie, lesverloop, lerarenstijl, pedagogische principes...).
• De ingediende lesreflecties tonen een kritisch-opbouwende kijk van de student en hebben linken met eigen toekomstige didactisch handelen.
• De ingediende reflecties tonen de betrokkenheid op het lesgeven/het onderwijs (bv. aandacht voor onderwijsprincipes, teamwerking, organisatie...).
• Uit de ingediende reflecties van lessen buiten het eigen vakgebied haalt de student relevante informatie, tips, ideeën om mogelijk in de eigen lessen te verwerken.
• Uit de ingediende reflecties van lessen buiten het eigen vakgebied toont de student interesse voor dit vakgebied.
• In de eindreflectie toont de student kristische analyse van de geobserveerde lessen/activiteiten en toont de student hieruit conclusies te kunnen trekken voor de eigen (les)praktijk.
• De eindreflectie is een analyse: de student haalt hier leerpunten aan die verder gaan dan de som van de 10 reflecties.
• Uit de eindreflectie kan de student concrete leerkransen halen.
• De reflecties zijn in correct Nederlands geschreven.

De student moet 50% behalen om te slagen.

Opgelet: een 2de examenkans is enkel mogelijk voor het indienen van reflectieverslagen waarvan de observatiebewijzen in de eerste zittijd werden ingediend.