Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Koninklijk Conservatorium van Antwerpen
Algemene vakdidactiek Drama (spreken)34392/3319/2425/1/41
Studiegids

Algemene vakdidactiek Drama (spreken)

34392/3319/2425/1/41
Academiejaar 2024-25
Komt voor in:
  • Educatieve master muziek en podiumkunsten
    Afstudeerrichting:
    • Drama
  • Verkorte educatieve bachelor muziek- en podiumkunsten
    Keuzeoptie:
    • Drama
  • Verkorte educatieve master muziek en podiumkunsten
    Afstudeerrichting:
    • Drama
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 3 studiepunten
Titularis: De Hondt Eva
Andere co-titularis(sen): Dierckx Ellen
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 31.10.2024 (1ste semester)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 90,00 uren

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

Korte omschrijving

In de cursus Vakdidactiek Spreken krijgt de student concrete handvatten om als leraar aan de slag te gaan met leerinhouden die te maken hebben met ‘spreken’. De theoretische basiskennis i.v.m. stem en spraak wordt vertaald in specifieke didactische methoden. De student leert hoe spreek- en stemtechnische vaardigheden op een creatieve manier aangeleerd kunnen worden aan verschillende doelgroepen (kinderen vs. volwassenen, individuele vs. groepsles, DKO vs. KSO). Er wordt dieper ingegaan op vaardigheden met betrekking tot lichaamshouding, adem, stem, resonantie, articulatie, uitspraak van het Algemeen Nederlands, en expressief, creatief en gestructureerd spreken voor publiek.

Begincompetenties (tekst)

De student is in staat om Algemeen Nederlands te spreken en kan bouwen op een goede eutone spreek- en stemtechniek.

OLR-Leerdoelen (lijst)

Dit opleidingsonderdeel omvat de volgende leerdoelen:
Kiest leerinhouden die relevant zijn voor de te behalen doelstellingen binnen de leerplannen woordatelier, woordlab, dramalab en woordstudio (DKO) en algemene verbale vorming (KSO).
Benoemt de verschillende doelgroepen woordatelier, woordlab, dramalab, woordstudio (DKO) en algemene verbale vorming (KSO) en beschrijft welke werkvormen aansluiten bij deze doelgroepen.
Wendt de domeinspecifieke kennis op een creatieve manier aan in concrete oefeningen voor specifieke doelgroepen woordatelier, woordlab, dramalab, woordstudio (DKO), algemene verbale vorming (KSO) en voordracht.
Evalueert de eigen functioneren tijdens de microteaching
Reflecteert adhv casussen over attitude en uitnodigend klimaat
Zoekt naar maatschappelijke linken binnen de vakken verteltheater, spreken en vertellen, spreken en presenteren (DKO) en voordracht en welsprekendheid (KSO)..
Maakt een verzamelmap met opdrachten
Wisselt eigen inzichten en ervaringen uit
Prikkelt de medestudenten met ideeën, materiaal, invalshoeken
Beheerst de principes van de fonetica/correcte uitspraak AN (klinkers, tweeklanken, medeklinkers, assimilatie) en kent de vakdidactische tools.
Beheerst de theorie en de principes van de eutonie (houding, adem, stem, resonantie, articulatie, expressie) en kent de vakdidactische tools.
Analyseert de stem- en spreektechnische basiskennis en - vaardigheden van specifieke leerlingen en leergroepen.
Heeft een goede spreek- en stemtechniek en spreekt correct AN.
Onderzoekt de functie en relevantie van de leraar 'stem & spraak' in het onderwijs, de maatschappij en het artistieke veld.
Beschrijft de beginsituatie van een klasgroep
Formuleert doelstellingen op basis van leerplannen van de vakken woordatelier, woordlab, dramalab en woordstudio (DKO) en algemene verbale vorming (KSO)
Formuleert doelstellingen op de lesvoorbereiding van de opdracht microteaching
Maakt gebruik van specifieke vakdidactische tools en leermiddelen tijdens de microteaching.
Maakt gepaste opdrachten voor de vakken verteltheater, spreken en vertellen, spreken en presenteren (DKO) en voordracht en welsprekendheid (KSO).
Heeft tijdens de microteaching respect voor de diversiteit van de leergroep en past zijn methoden aan de individuele leerling.
Past de verworven vakdidactische kennis en vaardigheden toe tijdens de microteaching, met bijzondere aandacht voor individuele én groepsgerichte remediëring tijdens de oefeningen.
Bereidt microteaching voor
Stelt op een creatieve manier doelgerichte oefeningen op voor een les woordatelier, woordlab, dramalab, woordstudio (DKO) en algemene verbale vorming (KSO) en maakt een standaardles 2de en 3de graad.
Zoekt en brengt voldoende variatie in jaarplan
Bereidt microteaching voor. Geeft een les microteaching.
Bespreekt praktijkvoorbeelden
Crëert tijdens de microteaching een optimale leeromgeving met aandacht voor de verschillende vaardigheidsniveaus en persoonlijkheidskenmerken van de leerling.
Richt de klasruimte tijdens de microteaching in op een manier die het leren optimaal bevordert en ruis zo veel mogelijk uitschakelt.
Werkt een lesvoorbereiding woordatelier, woordlab, dramalab, woordstudio (DKO) of algemene verbale vorming (KSO) voor een specifieke doelgroep uit, met aandacht voor een evenwichtige behandeling van alle aspecten van het spreken.
Traint bij de microteachings in instructies geven
Beantwoordt vraagstellingen rond probleemsituaties
Reflecteert over zichzelf en anderen bij opdrachten en oefent in het geven van voedende feedback
Gebruikt zijn inzichten tijdens de microteachings
Kan andere kunstvormen integreren in een les woordatelier, woordlab, dramalab, woordstudio (DKO) en algemene verbale vorming (KSO)
Begeleidt de lessen woordatelier, woordlab, dramalab, woordstudio (DKO) en algemene verbale vorming (KSO) met een zeer bewust en correct gebruik van het AN en een goede stemtechniek.
Evalueert eigen microteaching
Vindt zijn weg in het eigen vakspecifieke navormingsaanbod.
Stimuleert de leerlingen tijdens microteaching tot zelfstandigheid, kritisch denken, mondigheid
Speelt in op de diversiteit van verschillende leergroepen adhv microteaching

Leerinhoud

Theorie van de fonetica van het Nederlands: klinkers, medeklinkers, tweeklanken en assimilatie .
Theorie van de eutone spreek- en stemtechniek (lichaamshouding, adem, stem, resonantie, articulatie, expressie).
Trainen van eigen correcte stem- en spreektechniek.
Onderzoeken van vakdidactische methoden m.b.t. de leerinhoud ‘spreken’ voor specifieke doelgroepen (kinderen-jongeren-volwassenen, groepsles vs. individuele les, DKO vs. KSO): doelstellingen en specifieke leerinhouden bepalen, leeractiviteiten en didactische werkvormen onderzoeken, evaluatie- en remediëringsmethoden bekijken.

Reflectie over klas, ruimte- en tijdsmanagement en pedagogische aspecten in lessen Woordatelier, Woordlab (DKO) & Algemene Verbale Vorming.

Reflectie over hoe de verschillende rollen van Kunstig Competent (vakman, onderzoeker, performer, samenspeler, kunstenaar) aan bod kunnen komen in lessen/leerinhouden met betrekking tot spreken.

Lesvoorbereidingen maken voor (onderdelen van) een les Woordatelier, Woordlab (DKO) en/of Algemene Verbale Vorming.

Vakinhouden toetsen aan de verschillende bestaande leerplannen (Kunstig Competent, OVSG, De Spreekkamer, leerplannen KSO)

Reflectie over zinvol domeinoverschrijdend werken, met toepassing van deze inzichten in de voorbereiding van een lesonderdeel.

Reflectie over het belang van het vak ‘spreken’ binnen het (kunst)onderwijs, de maatschappij en het artistieke veld. Formulering van eigen mening als basis voor discussie.

Uitvoering en evaluatie (zelfevaluatie, peerevaluatie en evaluatie door docent) van korte lesonderdelen via micro-teaching

Lesmateriaal aanreiken & uitwisselen.

Informeren over verschillende navormingsdomeinen en vormingsorganisaties.

Studiematerialen (tekst): Verplicht

Worden door de docent digitaal ter beschikking gesteld via Digitap.
Laptop.

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Hoor- en/of werkcolleges30,00 uren
Practicum en/of oefeningen20,00 uren
Werktijd buiten de contacturen40,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodeKennis- en inzichtstoets permanent tijdens de lesweken (Permanente evaluatie)20,00
Eerste examenperiodeVaardigheidstoets in de examenreeks30,00
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeKennis- en inzichtstoets in de examenreeks20,00
Tweede examenperiodeVaardigheidstoets in de examenreeks30,00
Evaluatie(s) voor beide examenkansen, niet herhaalbaar in tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodeVaardigheidstoets permanent tijdens de lesweken (Permanente evaluatie)50,00

Toetsing (tekst)

50% PERMANENT: inzet/participatie tijdens de lessen, micro-teaching, taken (lesvoorbereidingen maken, reflectieopdracht, ….).

50% EXAMEN:

20% kennistoets (test theorie fonetica/eutonie)
30% vaardigheidstoets hands on (microteaching)

De permanente evaluatie is zowel een toetsvorm als een deelexamen.

Evaluatiecriteria vaardigheidstoets hand on (permanent en examen):
De student heeft aandacht voor een goede lesopbouw.
De student maakt gebruik van vakdidactische inzichten en vaktaal tijdens de les.

De student kiest aangepaste en creatieve oefeningen voor de betrokken doelgroep.
De student toont motivationele vaardigheden: hoe motiveer en stimuleer ik mijn leerlingen in hun rol als vakman, onderzoeker, performer, samenspeler en kunstenaar.
De student evalueert en remedieert de leerlingen op een effectieve manier.

Evaluatie

Raadpleeg ‘Toetsing (lijst)’ voor de specifieke evaluatieonderdelen of toetsvormen voor dit opleidingsonderdeel.

Tweede examenkans

Niet voor alle opleidingsonderdelen is een herkansing mogelijk. Raadpleeg ’Toetsing (lijst)' voor dit opleidingsonderdeel.
Een tweede examenkans:
• is niet mogelijk voor toetsvormen die gebruik maken van permanente evaluatie. Wanneer een tweede examenkans mogelijk is voor andere toetsvormen binnen hetzelfde opleidingsonderdeel, wordt het cijfer voor de toetsvorm(en) permanente evaluatie van de eerste examenperiode overgedragen naar de tweede examenperiode.
• is mogelijk voor de evaluatieonderdelen of toetsvormen die geen permanente evaluatie bevatten.

Aanwezigheidsvereiste

Er is een minimum van 2/3 aanwezigheid van alle georganiseerde lessen vereist.

De aanwezigheid in lessen met permanente evaluatie is door de concrete invulling van die lessen en de hieraan gekoppelde manier van evalueren een voorwaarde voor het toekennen van een cijfer. Bij opleidingsonderdelen met permanente evaluatie is de aanwezigheid dus verplicht. De aanwezigheidsregistratie start vanaf de eerste les van het academiejaar, niet vanaf het moment wanneer je je inschrijft.


Er is een minimum van 2/3 aanwezigheid van alle georganiseerde lessen vereist.
Bij minder dan 2/3 aanwezigheid krijgt de student 0/20 voor (alle) toetsvorm(en) permanente evaluatie.
Voorwaarden voor gewettigde afwezigheid:

• Een afwezigheid gewettigd door een medisch attest geüpload in iBamaFlex!

• Een vooraf aangevraagde en door het opleidingshoofd of de artistiek coördinator goedgekeurde afwezigheid