Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Industrie en Omgeving
Werkplekleren wegenbouw 334132/3340/2425/1/75
Studiegids

Werkplekleren wegenbouw 3

34132/3340/2425/1/75
Academiejaar 2024-25
Komt voor in:
  • Graduaat werforganisatie, trajectschijf 2
    Afstudeerrichting:
    • wegenbouw
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 7 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • creditcontract.
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Titularis: Mast Pascale
Andere co-titularis(sen): Claes Bart, Emonts-gast Griet, Hattas Koen, Speckstadt Arne, Van den Houte Anja
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1 of Semester 2
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).

Volgtijdelijkheid

geslaagd voor Werkplekleren wegenbouw 1 EN (eerder ingeschreven voor Werkplekleren wegenbouw 2 OF simultaan te volgen met Werkplekleren wegenbouw 2).
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Tolereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit getolereerd).
Totale studietijd: 182,00 uren

Korte omschrijving

Het olod Werkplekleren wegenbouw 3 behandelt op geïntegreerde wijze alle aspecten met betrekking tot de wegenwerf. 
Het olod Werkplekleren wegenbouw 3 bereidt voor op de coördinatie, de efficiënte communicatie en het onderhouden van het eigen deskundigheidsniveau en een voldoende kritische ingesteldheid.

OLR-Leerdoelen (lijst)

Coördinatie: Coördineert de bouwwerken en het uitvoerend personeel op de bouwwerf vanuit een oplossingsgerichte houding, in afstemming met het uitvoerende projectteam.
De student doet voorstellen om de bouwwerken en het uitvoerend personeel op de bouwwerf vanuit een oplossingsgerichte houding en in afstemming met het uitvoerende projectteam te coördineren.
Planning: Stelt na interpretatie van de projectplanning een efficiënt korte-termijn-uitvoeringsplan op, communiceert hierover in functie van een vlotte organisatie van de bouwwerkzaamheden, houdt rekening met de omstandigheden van de bouwwerf en stuurt het uitvoeringsplan bij waar nodig.
De student maakt een korte termijn planning op, volgt deze op en stuurt bij indien nodig.
Wet- en regelgeving: Past beroepsgerelateerde wet- en regelgeving toe op de bouwwerf, met expliciete aandacht voor veiligheid en welzijn, ziet toe op de naleving en onderneemt waar nodig een gepaste actie.
De student organiseert zijn werkzaamheden en die van zijn team conform de reglementering inzake signalisatie, opslag afbraakmaterialen, beveiligingen etc.
De student voert op de werf dagelijks controles uit op het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) bij het uitvoerend personeel.
Kwaliteit: Controleert systematisch de kwaliteit van de geleverde materialen en van de uitvoering van de bouwwerken, doet waar nodig beroep op derden.
De student controleert wegenbouwwerken op tolerantie en kwaliteit.
De student controleert levereringen van materialen op de werf op juistheid (hoeveelheden, type, kwaliteit).
Documenten bouwdossier: Analyseert en gebruikt de documenten van het bouwdossier.
De student stelt een werfinrichtingsplan op.
Digitale toepassingen: Gebruikt zelfstandig digitale toepassingen uit de bouwsector.
De student gebruikt zelfstandig digitale basistoepassingen uit de bouwsector.
Samenwerken: Werkt efficiënt en constructief samen in een intercultureel en multidisciplinair team, is constructief kritisch m.b.t. eigen en andermans handelen voor het bepalen en bereiken van het collectieve resultaat op de bouwwerf.
De student gebruikt zijn sociale vaardigheden om in teamverband tot een efficiënt en effectief werkresultaat te komen.
De student gaat flexibel om met veranderende omstandigheden in de werkomgeving.
De student reflecteert kritisch over zijn werkzaamheden en zoekt hulp bij problemen.
Communiceren: Communiceert vlot, gepast en helder met alle belanghebbenden op de bouwwerf, met specifieke aandacht voor een vlot verloop van de bouwwerkzaamheden.
De student hanteert een zakelijke communicatiestijl bij het schriftelijk rapporteren en presenteren en gebruikt daarbij correct Standaardnederlands.
Bouwmaten: Staat in voor het meten, uitzetten en controleren van bouwmaten met de juiste meetinstrumenten.
De student controleert maatvoeringen op de werf.
Levenslang leren: Identificeert persoonlijke ontwikkelingsnoden, volgt ontwikkelingen in de bouwsector op en deelt deze kennis met het uitvoerende projectteam.
De student vergaart zelfstandig kennis over nieuwe ontwikkelingen inzake materialen, technieken en uitvoeringsmethodes wegenbouw.
De student reflecteert over de eigen ervaring in functie van zijn persoonlijk ontwikkelingsplan.
De student verbetert de eigen praktijk door een leergierige en gemotiveerde houding aan te nemen.
Milieu: Stuurt met een milieubewuste houding de werkzaamheden op de bouwwerf aan.
De student doet voorstellen om het afval op de werf te sorteren.
De student kan CO2-verlagend materiaal toepassen.
De student kan duurzaam materiaalgebruik herkennen.
Algemene bouwtechnische kennis: Handelt vanuit een gedegen algemene bouwtechnische kennis.
De student past de reeds behandelde algemene bouwtechnische kennis toe op de werf.
WE - Bouwtechnische kennis wegenbouw: Handelt vanuit een gedegen bouwtechnische kennis van wegenbouw.
De student past de reeds behandelde bouwtechnische kennis wegenbouw toe op de werf.

Leerinhoud

Opdrachten op de werkplek:

  • werfinrichtingsplan opmaken met specifieke aandacht voor het voorkomen van diefstal en het niet-betreden van de werf
  • signalisatieplan
  • controle van maatvoering werken
  • werkelijk uitgevoerde hoeveelheden bepalen
  • uitzetting van de werken en afpaling bouwput
  • toleranties en kwaliteitscontroles
  • ...

Studiematerialen (tekst): Verplicht

  • Cursusdocumenten worden ter beschikking gesteld via het elektronisch leerplatform Digitap.
  • Veiligheidshesje, veiligheidsschoenen en helm verplicht (aankoop veiligheidsschoenen en helm ten laste van student).
  • Kosten en organisatie vervoer zijn ten laste van de student.
  • Eigen laptop, laptopspecificaties terug te vinden in de startbrochure van de opleiding.

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Vormen van groepsleren6,00 uren
Werkplekleren en/of stage96,00 uren
Werktijd buiten de contacturen80,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodePortfolio70,00Beoordeling door begeleider werkplekleren (lector AP)
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodePortfolio70,00Beoordeling door begeleider werkplekleren (lector AP)Meer info: zie toetsing (tekst)
Evaluatie(s) voor beide examenkansen, niet herhaalbaar in tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodePraktijkbeoordeling in een professionele context30,00Beoordeling door mentor (werkplek)
Geen tweede examenkans mogelijk voor dit deelexamen

Toetsing (tekst)

Algemeen:
• Voor meer gedetailleerde informatie i.v.m. de procedures, de evaluatie en richtlijnen voor het praktische verloop van het werkplekleren, raadpleegt de student de procedures werkplekleren. Enkel de procedures die bij de start van het desbetreffende academiejaar worden bekend gemaakt, zijn geldig.
• Zonder een correct ingevulde en ondertekende overeenkomst werkplekleren, inclusief risicoanalyse en werkpostfiche, kan het werkplekleren niet aanvangen.
• Zonder een goedgekeurd gezondheidsattest uitgeschreven door een arbeidsgeneesheer (indien vereist) op basis van een risicoanalyse en werkpostanalyse, kan het werkplekleren niet aanvangen.

Portfolio:
• De invulling en beoordeling van het portfolio staat omschreven in de syllabus werkplekleren.
• Laattijdig indienen van het portfolio resulteert in een 0-score voor het portfolio, tenzij de student omwille van medische redenen of een andere overmachtssituatie de toestemming kreeg van de lector om de opdracht later in te dienen dan de opgegeven deadline. De student moet zijn aanvraag steeds wettigen door het ziekteattest of het bewijs van overmacht binnen de 2 kalenderdagen na aanvraag uitstel op iBaMaFlex te plaatsen (attesten voor deelname aan een rijexamen, privéafspraken, etc. vallen niet onder de noemer van overmacht).

Verplichte aanwezigheid en bijhorende consequenties:
• Aanwezigheid is verplicht tijdens:
• Werkplekleren omdat deze contactmomenten gericht zijn op het verwerven van een praktische beroepsvaardigheid.
• Intervisiemomenten omdat medestudenten een belangrijke bron van leren zijn.
• Bij een afwezigheid verwittigt de student zo snel mogelijk (liefst voor aanvang van de activiteiten) de mentor (werkplek) en begeleider (AP).
• Afwezigheden bij vereiste/verplichte contactmomenten moeten steeds binnen de 2 kalenderdagen gewettigd worden via iBaMaFlex. De student plaatst het ziekteattest of bewijs van overmacht op iBaMaFlex (attesten voor deelname aan een rijexamen, privéafspraken, etc. vallen niet onder de noemer van overmacht).
• De student met gewettigde afwezigheid voor het werkplekleren kan deze afwezigheid, indien organisatorisch mogelijk, inhalen in overleg met de mentor (werkplek) en de begeleider (AP).
• Een student die tijdens het werkplekleren onwettig afwezig is, kan deze afwezigheid niet inhalen.
• De student met gewettigde afwezigheid voor het intervisiemoment neemt contact op met de betrokken lector, via e-mail binnen de 5 kalenderdagen na het desbetreffende intervisiemoment. Er wordt dan een vervangtaak opgegeven.
• Een student die tijdens het intervisiemoment onwettig afwezig is, krijgt een –1 score op het totaalpunt van het OLOD.  
• Een student die geen 12 (WPL3) werkende dagen kan bewijzen op basis van dagrapporten, ongeacht wettige of onwettige afwezigheid, krijgt een 0-score op het deelexamen ‘praktijkbeoordeling in een professionele context’ en op het deelexamen ‘portfolio’.

Extra info tweede examenkans (herexamen):
• De student kan enkel deelnemen aan de tweede examenkans wanneer er werd voldaan aan de verplichte aanwezigheden tijdens het opleidingsonderdeel. De student heeft m.a.w. enkel recht op een tweede examenkans indien hij geen 0-score heeft gekregen voor het deelexamen ‘praktijkbeoordeling in een professionele context’.