Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Koninklijke Academie van Antwerpen
Masterproject In Situ³6502/3353/2425/1/09
Studiegids

Masterproject In Situ³

6502/3353/2425/1/09
Academiejaar 2024-25
Komt voor in:
  • Master in de beeldende kunsten, trajectschijf 1
    Keuzeoptie van afstudeerrichting:
    • In Situ³ binnen vrije kunsten
  • Master of Arts in Visual Arts
    Keuzeoptie van afstudeerrichting:
    • In Situ³ binnen Fine Arts
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 30 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Titularis: Vranken Leon
Andere co-titularis(sen): Bolangier Wouter, Hinrichs Heide, van 't Hof Kris
Onderwijstalen: Engels, Nederlands
Kalender: Academiejaar
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 31.10.2024 (Academiejaar)
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 900,00 uren

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

Begincompetenties (tekst)


• De student beschikt over de eindcompetenties van de bacheloropleiding beeldende kunsten.
• De student heeft een breed belangstellingsterrein en heeft interesse voor het ruimere culturele klimaat.

OLR-Leerdoelen (lijst)

MA1 - Over een artistieke en autonome houding beschikken om de (eigen) kunstpraktijk blijvend te ontwikkelen.
De student heeft inzicht in de historische en actuele beeldende/audiovisuele kunst, is in staat de evoluties binnen het artistieke veld te volgen en te interpreteren, en kan zichzelf binnen een artistiek en intellectueel kader positioneren.
De student is zich bewust van historische en eigentijdse maatschappelijke en culturele ontwikkelingen, en het belang ervan voor het eigen artistieke vakgebied, en kan zichzelf binnen deze context situeren.
De student vertrekt in zijn artistiek onderzoek vanuit een persoonlijke vraagstelling en invalshoek, zowel op het vlak van thematiek en beeldtaal, als op het vlak van de concrete plastische verwerking.
MA2 - Eindverantwoordelijkheid opnemen bij het ontwerpen en/of realiseren van een persoonlijk artistiek project.
De student is in staat om zelfstandig, zelfgedisciplineerd, planmatig en doelgericht, een eigen artistiek project te concipiëren, te organiseren en te realiseren.
De student maakt een bewuste keuze uit verworven artistieke inzichten en vaardigheden en past deze toe in het autonome onderzoeksproject; is zelfkritisch en kan selecteren binnen zijn werk.
MA3 - De essentie van de persoonlijke artistieke ontwikkeling vatten en op heldere en doordachte wijze communiceren aan vakgenoten en een extern publiek.
De student kan (1) de bronnen die hem in zijn creatief proces hebben geïnspireerd en (2) de diverse ontwikkelingsstadia van zijn creatief proces documenteren.
De student kan de ontwikkeling van zijn creatief proces verwoorden.
De student kan dit project presenteren en beargumenteren tegenover deskundigen uit het werkveld.
De student kan een reflecterende tekst formuleren in het kader van zijn eigen artistiek traject.
De student kan zijn werk ontleden en evalueren; legt verbanden tussen zijn individuele werken.
MA5 - Vanuit persoonlijke en maatschappelijke betrokkenheid een eigen artistieke beeldtaal ontwikkelen.
De student is zich bewust van historische en eigentijdse maatschappelijke en culturele ontwikkelingen, en het belang ervan voor het eigen artistieke vakgebied, en kan zichzelf binnen deze context situeren.
De student kan vanuit een creatieve persoonlijkheid en met maturiteit het zelfstandig onderzoek naar voor laten komen in de realisatie van een innoverend concept.

Leerinhoud

De masteropleiding beeldende kunsten moet beschouwd worden als een traject waarbij de persoonlijke artistieke ontwikkeling van de student centraal staat. De masteropleiding is de voltooiing van een synthese van het groeipad dat werd afgelegd in de bacheloropleiding. De pedagogische aanpak verschilt dan ook wezenlijk van die van de bachelors. In de masters staat immers het project van de student centraal: conceptontwikkeling, kritische reflectie, methodisch onderzoek, persoonlijke signatuur, authenticiteit en innovatie vormen de essentiële bouwstenen in dit proces.

De artistieke, theoretische en pedagogische omkadering spelen hier maximaal op in. De masteropleiding is in de ware zin van het woord een laboratorium waarbij een dialoog en dynamiek ontstaat tussen studenten, lesgevers en gastprofessoren. Er wordt een discours nagestreefd tussen alle betrokkenen. Om dit proces mogelijk te maken en te ondersteunen vervult de masteropleiding een faciliterende rol. Er wordt getracht, in de mate van het mogelijke, technische en materiële ondersteuning te voorzien en de student een individuele werk- en bezinningsplek te bieden.

Het masterproject dient, zowel naar vorm en inhoud, een antwoord te zijn op een specifieke persoonlijke vraagstelling. De student zal hier dan ook in grote mate autonoom optreden: van de ontwikkeling van een vraagstelling en de uitwerking van ideeën, over de praktische organisatie en kritische reflectie tot de daadwerkelijke presentatie en inhoudelijke argumentatie tegenover diegene die het proces dienen te evalueren.

De student kan opteren voor een disciplinegebonden onderzoek, maar kan ook een interdisciplinair of transdisciplinair traject ontwikkelen.

Na het bereiken van de leerdoelen is de student technisch, theoretisch en inzichtelijk voorbereid om het werkveld te betreden.

Studiematerialen (tekst): Verplicht

musea en tentoonstellingen

Studiematerialen (tekst): Aanbevolen

diverse (teken)materialen

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Artistieke praktijk52,00 uren
Artistieke praktijk848,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodeBeoordeling artistieke praktijk100,00

Toetsing (tekst)

• Permanente evaluatie door het voltallige docententeam van het atelier.

• Eindejaarsjury na het afsluiten van het tweede semester.

• Het eindresultaat wordt gevormd door het samentellen van de cijfers die behaald werden tijdens de permanente evaluatie (20%) en de eindejaarsjury (80%).

• Algemeen opmerkingen:
- Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
- Werkstukken moeten op vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.