Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Koninklijk Conservatorium van Antwerpen
Bachelorproef deel 2 solo choreografie34212/3371/2425/1/56
Studiegids

Bachelorproef deel 2 solo choreografie

34212/3371/2425/1/56
Academiejaar 2024-25
Komt voor in:
  • Bachelor in de dans, trajectschijf 3
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 6 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Titularis: Reehorst Nienke
Andere co-titularis(sen): Baidoo Samuel, Malfliet Raphael
Co-titularis(sen) zijn nog niet (allemaal) gekend.
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Academiejaar
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 31.10.2024 (Academiejaar)
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 180,00 uren

Korte omschrijving

In solo-choreografie worden de studenten gevraagd om in samenwerking met een student/kunstenaar van een andere discipline eigen artistiek werk te maken en uit te voeren. Belichaming en interdisciplinairiteit zijn de centrale assen voor onderzoek en creatie. Het proces omvat de ontwikkeling van een thema vanuit een onderzoeksvraag en werkt door middel van een reeks artistieke en logistieke beslissingen.

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

Begincompetenties (tekst)

Competenties Choreografie 1 en Choreografie 2 verworven en studiepunt behaald.

OLR-Leerdoelen (lijst)

Ontwikkelt en drukt een persoonlijke stem uit binnen de conceptualisering en creatie van eigen artistiek werk
Maakt en voert eigen werk uit
Ontwikkelt een artistieke creatie, vertrekt vanuit een onderzoeksvraag en ontwikkelt deze tot een voorstelling.
Ontwikkelt een eigen artistiek concept, bewegingspraktijken en compositietaken om eigen werk te creƫren.
Maakt verbindingen met een publiek en eigen performativiteit om een intentie over te brengen
Investeert in artistieke expressie en het communiceren van een choreografische intentie.
Kan zijn eigen artistieke stem identificeren en zijn kenmerken articuleren
Identificeert en daagt persoonlijke beweging en choreografische interesses en esthetiek uit
Investeert in bewegingsonderzoek
Werkt samen met andere disciplines en praktijken
Werkt samen met een kunstenaar uit een andere discipline
Reflecteert kritisch op de eigen artistieke praktijk en situeert deze in diverse sociale en artistieke contexten
Kan observeren, reflecteren en communiceren over zijn of haar creatie vanuit een artistiek en productieperspectief.
Kan kritisch reflecteren op en evalueren van de eigen creatie gedurende het hele proces en product.
Beschikt over zelfdiscipline, organisatorische zelfredzaamheid en ondernemersvaardigheden om de eigen artistieke praktijk te in stand te houden en te ontwikkelen
Coƶrdineert de logistiek van een complex proces
Toont het vermogen om het creatieve proces effectief te beheren met het oog op het artistieke doel
Gebruikt relevante sociale en groepsdynamische vaardigheden om bij te dragen aan, te delen in en verantwoordelijkheid te nemen voor diverse groepssettings
Is in staat om een proces te begeleiden in een collaboratieve omgeving
Heeft de vaardigheden om te communiceren en de dialoog aan te gaan met diverse doelgroepen
Gaat een constructieve dialoog aan met medestudenten en docenten over een persoonlijke creatie.

Leerinhoud

Het artistieke afstudeerproject voor het Bachelorexamen biedt de mogelijkheid om kennis, vaardigheden, ervaring, interesses en vragen te integreren in een lopend onderzoek gedurende het hele laatste jaar. Het bestaat uit drie elementen: research paper, groepschoreografie en solo-choreografie. 

In solo-choreografie worden de studenten gevraagd om in samenwerking met een student/kunstenaar van een andere discipline eigen artistiek werk te maken en uit te voeren. Belichaming en interdisciplinairiteit zijn de centrale assen voor onderzoek en creatie. Het proces omvat de ontwikkeling van een thema vanuit een onderzoeksvraag en werkt door middel van een reeks artistieke en logistieke beslissingen. Studenten worden aangezet om aandacht te geven aan alle onderdelen van hun proces: van o.a. bewegingsgeneratie en verkenning in resonantie met een andere discipline, interactie met een andere kunstenaar, het ontwikkelen van collaboratieve werkmethoden, artistieke keuzes maken, delen, feedback en reflecteren. Van de studenten wordt verwacht dat ze hun eigen project leiden en een duidelijke en proactieve communicatie met hun medewerkers en coaches onderhouden. De studenten worden gevraagd te experimenteren met verschillende vormen van performativiteit voor een eindpresentatie (ongeveer 10 min.) van het project en hun eigen artistieke stem te ontwikkelen.

Studiematerialen (tekst): Verplicht

Trotter DANS: opleidingsgids voor de opleiding bachelor dans
Studiemateriaal via het digitale leerplatform Digitap

Studiematerialen (tekst): Aanbevolen

Het wordt sterk aanbevolen dat studenten voorstellingen, concerten en tentoonstellingen bijwonen en onderzoek doen via het internet, de bibliotheek, enz. om hun kennis van het werkveld, de huidige tendensen en het onderzoek te vergroten.

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Artistieke praktijk20,00 uren
Vormen van groepsleren10,00 uren
Werktijd buiten de contacturen150,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodeProjectopdracht50,00
Eerste examenperiodeVaardigheidstoets artistiek permanent tijdens de lesweken (Permanente evaluatie)50,00

Toetsing (tekst)

Evaluatie
Raadpleeg ‘Toetsing (lijst)’ voor de specifieke evaluatieonderdelen of toetsvormen voor dit opleidingsonderdeel.

Tweede examenkans
Niet voor alle opleidingsonderdelen is een herkansing mogelijk. Raadpleeg ’Toetsing (lijst)' voor dit opleidingsonderdeel.

Een tweede examenkans:
• is niet mogelijk voor toetsvormen die gebruik maken van permanente evaluatie. Wanneer een tweede examenkans mogelijk is voor andere toetsvormen binnen hetzelfde opleidingsonderdeel, wordt het cijfer voor de toetsvorm(en) permanente evaluatie van de eerste examenperiode overgedragen naar de tweede examenperiode.
• is mogelijk voor de evaluatieonderdelen of toetsvormen die geen permanente evaluatie bevatten.

Aanwezigheidsvereiste
Een minimum van 80% aanwezigheid is vereist. Bij minder dan 80% aanwezigheid krijgt de student 0/20 voor (alle) toetsvorm(en) permanente evaluatie.

Voorwaarden voor gewettigde afwezigheid:
• Een afwezigheid gewettigd door een medisch attest geüpload in iBamaFlex
• Een vooraf aangevraagde en door het opleidingshoofd of de artistiek coördinator goedgekeurde afwezigheid