Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Industrie en Omgeving
Bachelorproef PRA30283/3374/2425/1/18
Studiegids

Bachelorproef PRA

30283/3374/2425/1/18
Academiejaar 2024-25
Komt voor in:
  • Bachelor in de elektromechanica, trajectschijf 3
    Afstudeerrichting:
    • Procesautomatisering
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 12 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • creditcontract.
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Titularis: Roels Carla
Andere co-titularis(sen): Coremans Roel, De Vos Thomas, Linart Wouter, Pauwels Bert, Vanden Bulcke Carl, Verstrepen Jurgen
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1 of Semester 2
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 15.10.2024 (1ste semester) of 15.03.2025 (2de semester)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid/tolereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd/getolereerd).
Totale studietijd: 312,00 uren

Volgtijdelijkheid

binnen het opleidingsprogramma al minstens 110 studiepunten afgewerkt hebben.

Korte omschrijving

De student moet voor de start van het vak een risicoanalyse door de preventiedienst van het bedrijf laten uitvoeren en zich houden aan de conclusies van deze analyse (veiligheidskledij, gezondheidstoezicht,...).

De bachelorproef (BP) vormt het sluitstuk van je opleiding. Het is de laatste opdracht waarmee je bewijst klaar te zijn om in het werkveld te stappen op het niveau van Professionele Bachelor. Je toont ermee aan dat je in staat bent om een moeilijke taak of probleemstelling, met daarin duidelijke aspecten naar je afstudeerrichting, uit te werken tot een oplossing die voldoende wetenschappelijk onderbouwd is. Je bachelorproef bevat voldoende praktische techniciteit en berust op minimum 70% aantoonbaar eigen werk. Dat eigen werk kan bestaan uit berekeningen, uitgewerkte programmalistings, mechanische- en elektrische ontwerptekeningen, eigen tekstmateriaal dat zorgvuldig is opgebouwd uit wetenschappelijke bronnen, enz...

Je proefstuk is een vlot leesbaar document geschreven in correct Nederlands of Engels. Je hanteert daarin een terminologie op technisch-wetenschappelijk niveau. Naast het inhoudelijke moet je tonen dat je een mooie verzorgde bundel kan schrijven met de verplichte delen zoals: titel en titelblad, inhoudsopgave en paginering, dankwoord, opdrachtomschrijving en projectdefinitie, planning, plan van aanpak, theoretische uitwerking van de kern, besluit, bronverwijzing en bibliografie, tabellen en figurenlijst, bijlagen.

Uiteraard sta je daar niet alleen voor. Bij het schrijven en uitwerken van je bachelorproef kan je, indien je hier zelf initiatief voor neemt, rekenen op een lector die zorgt voor een procesmatige begeleiding (geen productbegeleiding).

Na het indienen van je bachelorproef moet je de uitwerking ervan technisch inhoudelijk verdedigen voor een jury van lectoren en werkveldvertegenwoordiger(s).

Begincompetenties (tekst)

  • Zelfsturend de verantwoordelijkheid kunnen opnemen voor het eigen leren door bv. tijdig je verplichtingen na te komen mbt het indienen van documenten of .... Het correct geformuleerd en in de juiste format indienen van je omschrijving-BP is daar een sprekend voorbeeld van.
  • Stressbestendig kunnen werken.
  • Het vermogen om zelfstandig door te zetten en te volharden, ook als de opdracht moeilijke en nieuwe materie omvat.
  • Sociaal vaardig zijn om een kennisnetwerk uit te bouwen van contactpersonen/adviseurs.
  • Methodisch projectmatig kunnen werken met aandacht voor PVE, PVA, enz...
  • Een duidelijke presentatie voor derden en toehoorders kunnen geven en gericht vragen kunnen beantwoorden.
  • Parate kennis met betrekking tot je technisch thema.

De student voldoet aan de toelatingsvoorwaarden voor de inschrijving voor een bacheloropleiding zoals bepaald in het onderwijs- en examenreglement (www.ap.be/reglementen).

OLR-Leerdoelen (lijst)

EM01: Vakkennis
De student kan zelfstandig een technisch complexe onderzoeksopdracht (i.f.v. afstudeerrichting) analyseren en opsplitsen in structureel samenhangende thema's, en deze thema's conceptueel onderbouwen om ze tot een nieuw creatief en samenhangend geheel dat voldoet aan de uiteindelijke opdrachtdoelstellingen te verwerken in een dossier.
De student kan vaktechnische lokale informatie raadplegen, ook in een vreemde taal, met als doel eruit te leren met betrekking tot de uitvoering van de opdracht, minimum op de volgende wijze : handleidingen en lijsten van wisselstukken van de fabrikanten in het Engels of in de taal van de fabrikant.
De student kan vaktechnische lokale informatie raadplegen, ook in een vreemde taal, met als doel eruit te leren met betrekking tot de uitvoering van de opdracht, minimum op de volgende wijze : overlegt mondeling en schriftelijk met de fabrikant of leverancier waar mogelijk, ook in het Engels.
EM02: Installeren
De student kan de complexe opdracht autonoom praktisch uitwerken en werkend opleveren via afnametesten.
EM03: Kwaliteit en maatschappij
De student kan complex-technische onderzoeksopdrachten uitwerken tegen het licht van vigerende regelgeving en normen.
EM04: Analyseren en onderbouwen
De student kan een praktische probleemstelling conceptueel onderbouwen (= staven en aftoetsen aan wetenschappelijke theorieën).
De student kan vragen, opdrachten, problemen en storingen analyseren voor de uitvoering van preventieve en correctieve interventies in een complexe en vreemde omgeving: rekening houdend met situationele factoren zoals het in werking stellen van systemen, productiewijzigingen en de onderhoudsgeschiedenis.
De student kan een grondige dataverzameling uitvoeren via bevraging, metingen en het raadplegen van technische bronnen (schema's, tekeningen, catalogi,...) voor de uitvoering van preventieve en correctieve interventies in een complexe en vreemde omgeving: rekening houdend met situationele factoren zoals het in werking stellen van systemen, productiewijzigingen en de onderhoudsgeschiedenis.
De student kan de omvang en duur inschatten van preventieve en correctieve interventies in een complexe en vreemde omgeving: rekening houdend met de beschikbare middelen en situationele factoren zoals het in werking stellen van systemen, productiewijzigingen en de onderhoudsgeschiedenis.
De student kan op een inventieve en flexibele manier nagaan of alle werkzaamheden conform de technische plannen en afspraken uitgevoerd kunnen worden voor de uitvoering van preventieve en correctieve interventies in een complexe en vreemde omgeving : rekening houdend met situationele factoren zoals het in werking stellen van systemen, productiewijzigingen en de onderhoudsgeschiedenis.
De student kan overleggen met leidinggevenden, gebruikers, constructeurs, leveranciers en andere betrokkenen voor de uitvoering van preventieve en correctieve interventies in een complexe en vreemde omgeving: rekening houdend met situationele factoren zoals het in werking stellen van systemen, productiewijzigingen en de onderhoudsgeschiedenis.
De student kan een werkvolgorde en plan van aanpak vastleggen voor de uitvoering van preventieve en correctieve interventies in een complexe en vreemde omgeving: rekening houdend met situationele factoren zoals het in werking stellen van systemen, productiewijzigingen en de onderhoudsgeschiedenis
De student kan gebruikers en verantwoordelijken voor productie, engineering en veiligheidspreventie adviseren met het oog op het correct gebruik van machines en installaties, het voorkomen van storingen en de optimalisatie van de installatie voor de uitvoering van preventieve en correctieve interventies in een complexe en vreemde omgeving: rekening houdend met situationele factoren zoals het in werking stellen van systemen, productiewijzigingen en de onderhoudsgeschiedenis.
De student kan onder tijdsdruk zelfstandig elektromechanische herstel- en installatiewerkzaamheden (montage en demontage) uitvoeren nadat de machine of installatie eerst in een veilige toestand is gebracht en het veilig werkend opleveren van dezelfde machine of installatie na testen. Hierbij houdt de student rekening met situationele factoren zoals het in werking stellen van systemen, productiewijzigingen en de onderhoudsgeschiedenis.
EM05: Ontwerpen
De student kan oplossingsgerichte ontwerpen maken, afstudeerspecifiek, door gebruik te maken van daartoe gespecialiseerde software-applicaties.
EM06: Gefundeerd kiezen
De student kan komen tot een definitieve opdrachtoplossing door alle relevante aspecten af te toetsen met betrekking tot efficiëntie en effectiviteit (economisch, functioneel, kwalitatief)
EM07: Meten
De student kan in lijn met de afstudeerrichting een onderzoeksopdracht in kaart brengen en/of sturen op basis van gespecialiseerde metingen/data-analyse.
EM08: Plannen en ondernemen
De student kan zelfstandig een complexe opdracht uitwerken/beheren volgens een projectmatige oplossingsmethodiek.
EM09: Communiceren
De student kan zelfstandig ontwikkelde projectdataboeken gestructureerd uitschrijven door gebruik te maken van de juiste beroepsterminologie, ze verantwoorden met bronvermeldingen en bibliografische verwijzingen tot op het niveau van een wetenschappelijke studie en het geheel professioneel presenteren.
De student kan zelfstandig bedrijfsspecifieke opvolgdocumenten van de werkzaamheden invullen en de geïnterpreteerde informatie doorgeven aan zowel interne als externe betrokkenen: volgens de voorgeschreven procedures en met behulp van onderhoudsspecifieke beheerssoftware (machine- en/of dienstgebonden).
De student kan zelfstandig bedrijfsspecifieke opvolgdocumenten van de werkzaamheden aanvullen met relevante gegevens over het verloop van de werkzaamheden met het oog op toolbox meetings, het managementsysteem van werkorders en werkvoorbereidingen, wisselstukkenbeheer en productieplanning.
De student kan bedrijfsspecifieke opvolgdocumenten van de werkzaamheden invullen en de geïnterpreteerde informatie doorgeven aan zowel interne als externe betrokkenen: volgens de voorgeschreven procedures met betrekking tot het gebruik van kantoorsoftware (tekstverwerking, rekenblad, enz.) voor het opstellen van rapporten.
De student kan bedrijfsspecifieke opvolgdocumenten van de werkzaamheden invullen en de geïnterpreteerde informatie doorgeven aan zowel interne als externe betrokkenen: volgens de voorgeschreven procedures met betrekking tot het gebruik van zowel mechanische als elektrische ontwerpsoftware voor wijzigingen aan schema's en tekeningen.
EM10: Samenwerken
De student kan een ondersteunend netwerk opbouwen i.f.v. de opdrachtdoelstellingen.
EM11: Persoonlijke groei
De student kan door een zelfkritische houding iedere projectopdracht evalueren met als doel er persoonlijk uit te leren.
EM13: PRA projectontwerp en oplevering
De student kan op basis van een lastenboek een risico-analyse uitvoeren met de bedoeling het systeem werkend op te leveren bij de klant/eindgebruiker, conform het PVE, de veiligheidsregels, afspraken en/of procedures.
EM15: PRA Procesvisualisatie
De student kan een veelvoud aan data en parameters verzamelen, visualiseren, bewaken en bewaren, met de bedoeling ze bruikbaar te maken voor de proceseigenaars/procestechnologen.

Leerinhoud

  • De bachelorproef sluit de opleiding Bachelor in de Elektromechanica af.
  • De bachelorproef wordt uitgevoerd in samenwerking met een bedrijf. De student is verantwoordelijk voor het zoeken van een bedrijf met een geschikte opdracht.
  • De opdracht is multidisciplinair. in het juiste vakgebied. Door de opdracht uit te voeren bewijst de student dat hij een onderzoek kan opzetten, uitvoeren, rapporteren en mondeling toelichten.
  • De opdracht is relevant voor het werkveld en ligt in het verlengde van de afstudeerrichting van de student.
  • De bachelorproef is tegelijk een oefening in het correct schriftelijk technisch taalgebruik en rapportering.
  • De student presenteert zijn bachelorproef aan een jury van lectoren en vertegenwoordiger(s) van het werkveld.
  • De student(e) leert om taalkundig en technisch correct te antwoorden op kritische vragen vanuit de jury.
         

Studiematerialen (tekst): Verplicht

  • Het cursusmateriaal wordt via de online leeromgeving ter beschikking gesteld.
    • Het cursusmateriaal van de volledige opleiding Elektromechanica
    • AP-syllabus 'Stage & bachelorproef', AP departement IO - PBA opleiding Elektromechanica
    • Alle relevante handleidingen en technische data verworven tijdens de stage-& bachelorproefperiode op het bedrijf
    • AP-syllabi 'Multiprojecten' en' Internationaal project', departement IO - PBA Elektromechanica
    • Bibliotheekmateriaal en wetenschappelijke databases raadpleegbaar via zelfstudieruimte
    • Tijdschriftenbibliotheek, Codex (ARAB - AREI) en de EN-normeringen raadpleegbaar via volgende link: databanken.ap.be

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Hoor- en/of werkcolleges2,00 uren
Werktijd buiten de contacturen310,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodeOnderzoeksopdracht70,00Mondelinge presentatie van bachelorproef voor jury (lectoren & werkveldvertegenwoordiger(s))
Eerste examenperiodeOnderzoeksopdracht10,00Beoordeling ingeleverde bachelorproefboek door stagebegeleider van AP (taal en inhoud)
Eerste examenperiodeOnderzoeksopdracht20,00Beoordeling bachelorproef door stagementor van het bedrijf
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeOnderzoeksopdracht90,00Mondelinge presentatie van bachelorproef voor jury (lectoren & werkveldvertegenwoordiger(s))
Tweede examenperiodeOnderzoeksopdracht10,00Beoordeling ingeleverde bachelorproefboek door stagebegeleider van AP (taal en inhoud)

Toetsing (tekst)

Algemeen

  • Voor meer gedetailleerde informatie i.v.m. de richtlijnen en evaluatie, raadpleeg je de syllabus ‘stage en bachelorproef’. Enkel de syllabus die bij de start van het desbetreffende academiejaar bekend wordt gemaakt via de digitale leeromgeving, is geldig.
  • Zonder een correct ingevulde en ondertekende overeenkomst, risicoanalyse en eventueel gezondheidsattest kan de bachelorproef niet aanvangen.
  • Zonder ondertekende (door het bedrijf en de lector) en tijdig ingediende bachelorproefopdracht kan de bachelorproef niet aanvangen. De bachelorproefopdracht moet eerst goedgekeurd worden.
  • De bachelorproef kan zowel in België als in een ander (Europees) land uitgevoerd worden. In dat laatste geval moet je zelfstandig een dossier samenstellen via de dienst ‘internationalisering’. Raadpleeg hiervoor de opleidingsverantwoordelijke internationalisering.
  • De stageperiode mag afgewisseld worden met dagen waar er voor de bachelorproef wordt gewerkt op voorwaarde dat via de digitale leeromgeving een getekende en goedgekeurde ‘bachelorproefopdracht’ hebt ingediend bij de stagecoördinator