1.1 Je zoekt klassieke en digitale informatie op, verzamelt en archiveert.
De student realiseert een eindproduct dat een meerwaarde is voor het bedrijf. Het resultaat hiervan kan informatief, verklarend of adviserend zijn. |
1.3 Je zorgt voor efficiënte informatiedoorstroming en -verwerking.
De student toont in de bachelorproef dat hij zelfstandig een praktijkgerichte onderzoeksvraag kan beantwoorden. |
2.2 Je denkt onafhankelijk, ontwikkelt een eigen visie en kan deze gefundeerd onderbouwen.
De student raadpleegt bronnen, verzamelt relevante informatie en verwerkt die systematisch. Door de bronnenstudie leert de student kritisch te werk te gaan. |
2.3 Je signaleert problemen en draagt bij tot de oplossing ervan.
De student analyseert vanuit verschillende invalshoeken, denkt oplossingsgericht bij het uitvoeren van zijn/haar taken en verliest het einddoel niet uit het oog. |
3.2 Je werkt plan- en projectmatig.
De student werkt gestructureerd volgens de geijkte procedures en kan een project realiseren aan de hand van een actieplan. |
4.1 Je neemt doordachte beslissingen, stelt prioriteiten in het belang van het bedrijf.
De student realiseert een project dat voldoet aan de kwaliteitseisen van zijn bedrijf. |
4.3 Je denkt innovatief en creatief en doet suggesties om problemen aan te pakken.
De student zoekt pro-actief naar methoden om efficiënt en resultaatgericht te werken, is creatief in het bedenken van oplossingen. |
5.0 Je bent stipt, werkt snel en doelmatig, ordelijk en nauwkeurig.
De student beschrijft zijn aanpak en het resultaat van het project in een eindverslag, in correcte taal en met de juiste bibliografische verwijzingen. |
6.1 Je bent je bewust van je eigen verantwoordelijkheden en evalueert je eigen handelen.
De student neemt zijn verantwoordelijkheid om zelfstandig een project te realiseren en stuurt bij waar nodig. |
7.0 Je voert efficiënt opdrachten uit binnen deadlines en budgetten en werkt oplossingsgericht naar een resultaat.
De student realiseert een project met een creatieve en innovatieve meerwaarde binnen een gestelde periode en evalueert het bereikte resultaat. |
8.2 Je beseft de noodzaak tot een leven lang leren en bent bereid om bij te scholen.
De student ontwikkelt onderzoeksvaardigheden en erkent het belang van goed literatuuronderzoek. |
8.3 Je hebt aandacht voor nieuwe tendensen.
De student voorziet in innoverende, onderbouwde oplossingen. |
8.4 Je gaat constructief om met feedback, je leert uit fouten en je pakt je werkpunten aan.
De student houdt rekening met feedback en stuurt bij indien nodig. |
9.1 Je beheerst het Nederlands en minstens 3 vreemde talen (E, FR, D, S).
De student verdedigt zijn bachelorproef in een mondelinge presentatie. |
9.3 Je schat vragen en wensen van stakeholders correct in en stemt je communicatie af op de doelgroep.
De student betrekt teamleden op gepaste wijze, geeft feedback, coördineert en delegeert. |
9.4 Je gaat in dialoog, argumenteert onderbouwd, professioneel en empatisch.
De student toont dat hij onderzoekscompetenties en beroepscompetenties kan integreren in zijn project. |
9.5 Je bent discreet en communiceert conform de beroepsdeontologie en bedrijfscultuur.
De student houdt rekening met de kwaliteitseisen van het bedrijf, communiceert geen vertrouwelijke gegevens. |
10.5 Je evalueert en verbetert bestaande procedures en implementeert nieuwe werkprocessen.
De student voorziet in innoverende oplossingen en alternatieven, verbetert de know how van het proces. |
11.2 Je hanteert de gepaste gespreks- en onderhandelingstechnieken in je professionele omgeving.
De student communiceert niet enkel met de eigen teamleden, maar ook met andere collega's binnen het bedrijf. |
12.4 Je hebt oog voor duurzaamheid en maatschappelijke betrokkenheid.
De student toetst de beschreven processen af op duurzaamheid. |
13.3 Je hebt aandacht voor kwaliteitszorg.
De student verbetert de kwaliteit van het proces of doet voorstellen ter verbetering. |