Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Mens en Maatschappij
Praktijk O136517/3382/2425/1/70
Studiegids

Praktijk O1

36517/3382/2425/1/70
Academiejaar 2024-25
Komt voor in:
  • Bachelor in de orthopedagogie, trajectschijf 1
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 15 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • creditcontract.
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Co-titularis(sen): Avonds Mieke, Der Kinderen Gwenda, Gevers Lut, Roelant-Blom Cindy, Rosseel Dona, Verbeek Mieke, Verjans Joël
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 2
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 15.03.2025 (2de semester)
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Delibereerbaarheid/tolereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd/getolereerd).
Totale studietijd: 390,00 uren

Volgtijdelijkheid

simultaan te volgen met Coachend begeleiden 3 OF eerder ingeschreven voor Coachend begeleiden 3 EN simultaan te volgen met Ortho(ped)agogisch werken 3 OF eerder ingeschreven voor Ortho(ped)agogisch werken 3.

Korte omschrijving

In dit opleidingsonderdeel brengt de student alle verworven theorie en kennis en alle ervaringen samen in een intensieve praktijkervaring gedurende 13 weken. De student loopt stage in een voorziening en wordt in het leerproces ondersteund door een stagementor van deze voorziening. Naast deze werkervaring die de student opdoet, ervaring vanuit de relaties met hulpvragers en collega's op de werkvloer zijn de contacten met de opleiding via schriftelijke rapportage en reflectieve werkbegeleidingsbijeenkomsten een wezenlijk onderdeel van de stage. Reflectieve werkbegeleiding als leermethode biedt de student de mogelijkheid om zicht te krijgen op het eigen functioneren in het beroep van de praktijkgerichte orthopedagoog. Daarnaast volgt de student één zelfgekozen workshop, lezing,… in het kader van de stage en/of leerproces.

Begincompetenties (tekst)

De student heeft een diploma kleuter, lager of secundair onderwijs. 

De student past de spellings-en grammaticaregels correct toe in verslaggeving.
De student refereert conform de APA-normen.

OLR-Leerdoelen (lijst)

Deskundig in relatie-opbouw: Ortho(ped)agogische basishouding en professionele relatie
De student hanteert een (ortho)(ped)agogische basishouding (o.a. krachtgericht, betekenisgericht en dialooggestuurd).
De student stelt zich in communicatie met de cliënt en het cliëntsysteem sensitief responsief op.
De student gaat respectvol om met het referentiekader van de ander.
De student bouwt een professionele relatie op met gepaste inzet van afstand/nabijheid, emotionaliteit/rationaliteit en sturen/volgen,...
Deskundig in opvoeden begeleiden ondersteunen: Vraagverheldering en analyse ondersteuningsvraag 
De student geeft de ondersteuningsvraag van de cliënt weer op basis van: cultuursensitieve communicatie met de cliënt en het cliëntsysteem, gerichte observatie, doornemen van observatieverslagen, dossiers en handelingsplannen, uitwisseling met medewerkers, theoretische en juridische kaders.
De student benoemt doelen vanuit de ondersteuningsvraag van de cliënt.
De student beschrijft het gewenste orthopedagogische klimaat op basis van de analyse van het huidige klimaat en de ondersteuningsvraag.
De student analyseert de cliëntengroep.
Deskundig in opvoeden begeleiden ondersteunen: Ondersteunt, organiseert en coördineert wonen, werken, leren en vrije tijd in de dagelijkse context van een individu of groep. Methodisch handelen.
De student hanteert het bestaande handelings- of begeleidingsplan als leidraad.
De student begeleidt intentioneel het dagelijks leven met aandacht voor kwaliteit van leven, inclusie, diversiteit en context.
De student beschrijft de gehanteerde methoden en technieken om deze doelen te bereiken.
Deskundig in bruggen bouwen: Onderhouden, versterken en creëren van netwerken.
De student herkent de houding van de meerzijdige partijdigheid (Nagy).
De student brengt het netwerk en de loyaliteiten van de cliënt in kaart.
Deskundig in bruggen bouwen: Maatschappelijke participatie verhogen (community building) 
De student benoemt hoe hij invloed kan hebben op het netwerk van de cliënt.
Deskundig in bruggen bouwen: Multi- en interdisciplinair werken.
De student benoemt de mogelijke inbreng van de praktijkgerichte orthopedagoog in het inter- en multidisciplinair werken.
De student beschrijft de samenwerkingsverbanden (mantelzorgers, vrijwilligers, andere organisaties,…)
Deskundig in werken in en met groepen: Groepsdynamisch werken (met cliënten/teams, vrijwilligers, mantelzorgers)
De student heeft aandacht voor elke individu als hij met een groep werkt.
De student verliest de groep niet uit het oog als hij individueel werkt.
De student beschrijft groepsdynamische processen van het professionele team waarin de student betrokken is.
De student hanteert groepsdynamische processen waarin cliënten zijn betrokken.
Deskundig in veranderingsprocessen: Onderzoek en innovatie
De student informeert zich over lopende veranderingsprocessen vanuit een onderzoekende houding.
Deskundig in veranderingsprocessen: Maatschappelijk niveau
De student informeert zich over actuele thema’s verbonden met de stage(plaats)
Deskundig in veranderingsprocessen: Organisatieniveau
De student beschrijft de structuur, de werking, visie en beleid van de organisatie.
De student beschrijft de plaats van de organisatie binnen de hulpverlening (verwijzers, doorverwijzers, de positie binnen een hulpverleningstraject).
De student beschrijft factoren op cliëntniveau die gewenst en ongewenst gedrag kunnen uitlokken.
De student beschrijft kritisch hoe begeleiders de uitlokkende factoren op cliëntniveau van gewenst en ongewenst gedrag hanteren.
Deskundig in coachen: Activerend begeleiden en coachen van individuen en groepen
De student past de principes van activerend en krachtgericht coachen in gesprekken met cliënten toe.
De student toont respect voor de inbreng van anderen.
Kritisch denken, levenslang en levensbreed leren, onderbouwd denken en handelen
De student gaat zelfstandig en doelgericht op zoek naar informatie uit i.f.v. het eigen leerproces.
De student verwerkt relevante informatie kritisch.
De student integreert theoretische kaders in reflectie.
De student benoemt de actuele inzichten en theoretische kaders met aandacht voor kwaliteit van leven, inclusie, context en diversiteit.
Zelfregulering: Autonoom, intentioneel en proactief handelen, weerbaar, zelfzorg, reflecteren
De student maakt zijn leerproces, eigen kwaliteiten en aandachtspunten zichtbaar voor zichzelf, het team, de stagementor en de stagebegeleider.
De student brengt het eigen referentiekader en de effecten ervan in kaart.
De student gaat actief om met feedback.
De student kan in functie van zelfzorg grenzen aangeven.
De student analyseert praktijksituaties a.d.h.v. het spiraalmodel en uimodel.
Creatief denken en handelen
De student denkt creatief na over passende activiteiten
De student beschrijft creatieve methodieken om groepsdynamische processen te beïnvloeden.
De student organiseert passende activiteiten.
Cultuursensitief handelen
De student toont in zijn communicatie, aanpak en reflectie een cultuursensitieve houding.
De student gaat constructief om met interculturele ontmoetingen ook als deze gepaard gaan met moeilijkheden en negatieve gevoelens.
Ethische vaardigheden
De student handelt vanuit universele rechten en waarden (rechten van de mens, rechten van het kind, rechten voor personen met een handicap,…)
De student toetst het eigen handelen af aan deontologische codes (o.a. beroepsgeheim/discretieplicht) en ethische overwegingen.
Samenwerken en communiceren
De student stemt taalgebruik af op de gesprekspartner en op de gesprekscontext (wat kan besproken worden in wiens aanwezigheid, hoeveel tijd is er,…)
De student communiceert en rapporteert mondeling op heldere, volledige en relevante wijze zowel intern als extern.
De student communiceert en rapporteert schriftelijk op heldere, volledige en relevante wijze zowel intern als extern (dagboek, verslag, overlegmomenten, heen-en weerschrift,…)
De student maakt zelfstandig gebruik van alle communicatiekanalen t.a.v. cliënt/cliëntsysteem.
De student houdt zich consequent aan gemaakte afspraken.
De student neemt actief deel aan intern en extern overleg.
ICT basisvaardigheden, mediawijs en (digitale) (zorg) technologieën
De student maakt correct gebruik van de (digitale) zorgtechnologieën en de digitale cliëntadministratie.
De student beschikt over ICT-basisvaardigheden.
De student begeleidt de cliënt in actief, veilig en creatief mediagebruik (mediawijsheid).

Leerinhoud

Handelend vanuit de praktijksituatie komen volgende thema's aan bod: werken met de doelgroep, werken in teamverband, werken binnen een organisatie en werken rond zichzelf als praktijkgerichte orthopedagoog. We benaderen deze thema's vanuit integratie, reflectie en evaluatie.

Studiematerialen (tekst): Verplicht

Studiewijzer, stagecontract, uurschema, stagereglement, rapportage, evaluatieformulier
Handboek Geenen, M.J. (2017). Reflecteren: leren van je ervaringen als sociale professional. Bussum: Coutinho.

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Vormen van groepsleren12,00 uren
  • Opmerking: Stageperiode semester 1 of semester 2: Normaliter is de stageperiode voorzien in semester 2. Mits uitzondering, en enkel na akkoord van de toelatingscommissie, kan de stageperiode verlegd worden naar semester 1 van trajectschijf 2. Studenten dienen hiervoor tijdig een aanvraag in te dienen bij de toelatingscommissie. Opmerking groepsleren: de student wordt uitgenodigd in de school voor reflectieve werkbegeleiding. Stage-ervaringen worden in een kleine groep besproken onder begeleiding van een reflectieve werkbegeleider. Samen wordt gezocht naar de manier waarop de student ervaringen en vakkennis verbindt, er wordt ingegaan op de vraag wat en hoe de student geleerd heeft. De reflectieve werkbegeleiding bestaat uit 3 bijeenkomsten van telkens 4 lesuren.
Werkplekleren en/of stage290,00 uren
  • Opmerking: Werkplekleren: de student loopt een stage van 13 weken in eenzelfde voorziening, met een vast team professionelen. De student wordt ingeschakeld in een bestaande werking en krijgt ruimte om te participeren en om zich de taken van een praktijkgerichte orthopedagoog eigen te maken. De student presteert gemiddeld 22,5u/week op de werkvloer. De student presteert in totaal 290 uren op de stageplaats voor de hele stageperiode. De student wordt begeleid vanuit de hogeschool door een stagelector (stagebegeleider), deze laatste voorziet verschillende contacten nl.: een infomoment bij de aanvang van de stage, een online introductiegesprek met de stageplaats bij aanvang van de stage, een evaluatiegesprek op de stageplaats en een nabespreking in groep/individueel. De student wordt uitgenodigd op school voor reflectieve werkbegeleiding; stage-ervaringen worden in kleine groep besproken onder begeleiding van een reflectieve werkbegeleider. Samen wordt gezocht naar de manier waarop de student ervaringen en vakkennis verbindt, er wordt ingegaan op de vraag wat en hoe de student geleerd heeft. De reflectieve werkbegeleiding bestaat uit 3 groepsbijeenkomsten van telkens 4 lesuren. De taken van de stagebegeleider en reflectieve werkbegeleider worden uitgevoerd door een en dezelfde persoon. Op vraag van stagebegeleider, stagementor (op de stageplaats) of student kunnen er individuele gesprekken georganiseerd worden. De student wordt op de stageplaats begeleid door een stagementor, er worden op regelmatige basis feedbackgesprekken georganiseerd door student en/of stagementor. De student legt een portfolio aan met verslaggeving (zie studiewijzer).
Werktijd buiten de contacturen88,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor beide examenkansen, niet herhaalbaar in tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodePraktijkbeoordeling in een professionele context100,001. Korte omschrijving van de toetsDe stagebeoordeling gebeurt op basis van:° De eindevaluatie aan de hand van het evaluatieschema waarbij de stagiair aanwezig is.° een kwalitatieve beoordeling op basis van het scoringsinstrument (zie studiewijzer) ° ° Een appreciatie onder de vorm van een synthese gegeven aan de stagiair door de stagementor. De stagementor adviseert de stagebegeleider over het resultaat behaald tijdens de stage.Voor het toekennen van de punten door de stagebegeleider wordt rekening gehouden met:° De evoluties van de stagiair over de ganse stageperiode° De reflectieve werkbegeleiding, de eventuele individuele gesprekken en de evaluatiebesprekingen.° een kwalitatieve beoordeling in het stageteam waarbij de stagiair niet aanwezig is (interbeoordelaarsoverleg).2. Toetsmethode Gedragsobservatie, werkstukken en presentatie3. Bron/4. Toetsmedium Mondeling en schriftelijk5. Toetsmoment Permanent uitgesteld6. Beoordelaar Stagebegeleider (= lector)7. Afspraken rond verplichte aanwezigheden en afwezigheden:In geval van afwezigheid brengt de stagiair onmiddellijk de stageplaats en de hogeschool op de hoogte. Wanneer de stagiair afwezig is wegens ziekte, bezorgt de student een doktersattest aan de stageplaats.Voor de school dient de student het officiële document dat de afwezigheid staaft te uploaden via de module ‘Mijn afwezigheden’ in iBamaflex. Uiterlijk 2 kalenderdagen na de dag van de afwezigheid uploadt de student het afwezigheidsattest. Dit vanaf de eerste dag afwezigheid.De procedure “Medische opvolging bijpracticum en stage” zoals raadpleegbaar op het digitaal leerplatform moet worden nageleefd.De student dient de vooropgestelde stage- uren uit te voeren. De student moet maandelijks en in elk geval voor elke evaluatie een overzicht bezorgen aan de stagebegeleider van de gepresteerde uren.Als de student ongewettigd afwezig is, wordt er een 0 op 20 toegekend voor de stage.Als de student stopt met de stage wordt een 0 op 20 toegekend.Bij gewettigde afwezigheden is het de verantwoordelijkheid van de student om in functie van het kunnen behalen van alle eindcompetenties van het opleidingsonderdeel, in samenspraak met de stagebegeleider en de stageplaats, de uren waarop de student gewettigd afwezig was, in te halen.Als de student aan het einde van de stageperiode echter meer dan 10% van de totaal uit te voeren stage-uren gewettigd afwezig was, wordt er een 0 op 20 toegekend.Het opleidingshoofd kan afwijken van deze regels op basis van een schriftelijke gemotiveerde aanvraag na overleg met stageplaats en stagebegeleider.Zie ook artikels 15 en 16 van het stagereglement.Een tekort op stage is niet tolereerbaar. Er is geen tweede examenkans mogelijk.