Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Business en Recht
Juridische bronnen/115277/3383/2425/1/68
Studiegids

Juridische bronnen/1

15277/3383/2425/1/68
Academiejaar 2024-25
Komt voor in:
  • Bachelor in het bedrijfsmanagement (rechtspraktijk), trajectschijf 1
    Keuzeoptie:
    • Avondtraject RP
    Afstudeerrichting:
    • rechtspraktijk
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 3 studiepunten
Co-titularis(sen): Baekeland Christophe, Tijs Reiner
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Module 1
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 30.09.2024 (1ste module)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid/tolereerbaarheid: Dit opleidingsonderdeel komt in aanmerking voor deliberatie/tolerantie onder de voorwaarden van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven.
Totale studietijd: 78,00 uren

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

Korte omschrijving

Juridische bronnen is een opleidingsonderdeel waarin de student inzicht verwerft in de bronnen en beginselen van het recht: wat is recht? Hoe ontstaat recht? Wat kenmerkt een geheel van rechtsregels? Is het zo gekende rechtvaardigheidsgevoel nauw verbonden met recht? Wat zijn de formele en materiële bronnen van recht? Zijn er verschillen tussen het Europese, internationale en nationale recht?
De formele rechtsbronnen worden uitvoerig besproken en ook de taken en actoren van de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht komen uitgebreid aan bod. Zo wordt onder andere stil gestaan bij de wijze waarop rechtsregels op verschillende niveaus tot stand komen en hoe zij worden gepubliceerd.
Verder wordt ingegaan op specifieke juridische begrippen die verband houden met de organisatie van de rechterlijke macht en wordt het verloop van een proces besproken.
Ten slotte worden rechtsregels ook vanuit een inhoudelijk standpunt geanalyseerd, zoals onder andere het verschil tussen publiekrecht en privaatrecht, de indeling in rechtstakken, het verschil tussen objectief en subjectief recht, tussen rechtshandeling en rechtsfeit en diverse andere juridische basisbeginselen. Hierbij wordt er meer in het algemeen ook aandacht geschonken aan het ontwikkelen van de verantwoordelijkheid van de student voor de eigen professionele ontwikkeling, om zelfstandig tendensen op te volgen in functie van de eigen professionele ontwikkeling en om mogelijke nieuwe inzichten te integreren.

Begincompetenties (tekst)

- Correct taalgebruik en afdoende kennis van de Nederlandse taal.

- Interesse in het recht.

OLR-Leerdoelen (lijst)

Handelt cliënt/klantgericht: verleent eerstelijns juridisch advies en behartigt de juridische belangen van cliënten/klanten.
De student onderscheidt rechtsregels van aanvullend recht, dwingend recht en openbare orde
heeft inzicht in de –voor het beroepsveld meest relevante rechtstakken - en lost eenvoudige juridische problemen in de praktijk op.
De student plaatst opgegeven rechtsregels in de juiste rechtstak
De student categoriseert de verschillende formele rechtsbronnen.
De student schetst de organisatie van de rechterlijke macht
Vindt en analyseert kritisch actuele beroepsgerelateerde bronnen in overeenstemming met de vigerende regelgeving, distilleert daaruit de relevante informatie en gebruikt deze in de juridische praktijk.
De student past de rechtsregels ivm juridische bronnen correct toe bij het ontleden en beoordelen van een juridische vraagstelling m.b.t. juridische bronnen.
Bereidt zelfstandig en in teamverband een juridisch dossier voor, behandelt het en volgt het op rekening houdend met de geldende reglementen, procedures en richtlijnen binnen een specifieke beroepscontext.
De student categoriseert de verschillende formele rechtsbronnen.
De student geeft een hiërarchisch overzicht van alle rechtsregels in België.
ondersteunt juridisch inhoudelijk een professioneel jurist bij de realisatie van diens doelstellingen.
De student classificeert subjectieve rechten in politieke, burgerlijke en sociaal-economische en culturele rechten.
De student onderkent de betekenis, het ontstaan, de werking en diverse basisprincipes van recht
De student classificeert instellingen binnen de juiste macht (rechterlijke, uitvoerende of wetgevende macht)

Leerinhoud

1. Wat is recht? Definitie, kenmerken en situering van het recht.

2. De bronnen van het recht op elk niveau (federaal, regionaal en lokaal), inclusief studie van de totstandkoming en publicatie van recht, de problematiek van de grondwetsherziening en de verhouding tussen de verschillende rechtsregels. 

3. De indeling van het recht volgens diverse criteria. Hierbij wordt er ook de nodige aandacht besteed aan de hiërarchie der bronnen en de hiërarchie der normen.  

4. Een overzicht van de Europese en internationale rechtsbronnen en een nadere bespreking van de belangrijkste Europese en internationale instellingen, met inbegrip van de internationale hiërarchie der bronnen en de vergelijking met de nationale hiërarchie.

5. De organisatie van de rechterlijke macht m.i.v. een bespreking van de verschillende burger- en strafrechtelijke procedures die er mogelijk zijn. Ook bij de Raad van State, het Grondwettelijk Hof en het Rekenhof wordt stilgestaan.

6. Het verloop van een proces, m.i.v. enkele fundamentele basisbeginselen.

7. De subjectieve rechten nader bekeken, waaronder enkele belangrijke basisbeginselen (m.i.v. de basisprincipes van contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid).

Studiematerialen (lijst)

VRG-CodexVerplicht
Digitap APVerplicht
  • Auteur: AP Hogeschool Antwerpen

Onderwijsorganisatie

Avondtraject
Hoor- en/of werkcolleges (avondtraject)12,00 uren
Werktijd buiten de contacturen (avondtraject)64,75 uren
Dagtraject
Hoor- en/of werkcolleges (dagtraject)24,00 uren
Werktijd buiten de contacturen (dagtraject)52,50 uren
Examentijd
Voorziene tijd voor toetsing1,50 uren
  • Opmerking: De totale examentijd bestaat uit de voorziene tijd plus ¼ extra examentijd voor alle studenten. De extra examentijd als individuele aanpassing is hierbij dus reeds inbegrepen.

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodeKennis- en inzichtstoets in de examenreeks50,00Schriftelijk of digitaal examen (gesloten boek) waarbij gepeild wordt naar theoretische kennis aan de hand van meerkeuzevragen. Voor verdere informatie, zie Digitap.
Eerste examenperiodeVaardigheidstoets in de examenreeks50,00Schriftelijk of digitaal examen (gesloten boek) waarbij gepeild wordt naar inzicht aan de hand van meerkeuzevragen onder de vorm van casussen. Voor verdere informatie, zie Digitap.
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeKennis- en inzichtstoets in de examenreeks50,00Schriftelijk of digitaal examen (gesloten boek) waarbij gepeild wordt naar theoretische kennis aan de hand van meerkeuzevragen. Voor verdere informatie, zie Digitap.
Tweede examenperiodeVaardigheidstoets in de examenreeks50,00Schriftelijk of digitaal examen (gesloten boek) waarbij gepeild wordt naar inzicht aan de hand van meerkeuzevragen onder de vorm van casussen. Voor verdere informatie, zie Digitap.

Toetsing (tekst)

Zie digitap voor eventuele verdere instructies.