Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Business en Recht
Overheidsmanagement/238031/3383/2425/1/32
Studiegids

Overheidsmanagement/2

38031/3383/2425/1/32
Academiejaar 2024-25
Komt voor in:
  • Bachelor in het bedrijfsmanagement (rechtspraktijk), trajectschijf 3
    Keuzeoptie:
    • Public Law
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 5 studiepunten
Co-titularis(sen): Baekeland Christophe
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Module 2
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 02.12.2024 (2de module)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid/tolereerbaarheid: Dit opleidingsonderdeel komt in aanmerking voor deliberatie/tolerantie onder de voorwaarden van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven.
Totale studietijd: 130,00 uren

Volgtijdelijkheid

eerder ingeschreven voor Staatsrecht & administratief recht/2 EN eerder ingeschreven voor Juridische bronnen/1.

Korte omschrijving

Overheidsmanagement/2 is een meta-juridisch opleidingsonderdeel waarin het loutere juridische denken weliswaar wordt aangewend maar ook wordt overstegen om een beter begrip te kunnen krijgen van de vele uitdagingen binnen het publiekrechtelijke overheidsmanagement. Ten eerste krijgt de student een beter begrip in de vele juridische constructies die er op ieder niveau mogelijk zijn en het belang ervan in onze huidige permanent evoluerende samenleving. Ten tweede worden de verschillende managementtheorieën uitgediept en wordt er nagegaan welke theorieën er kunnen worden ingepast in het publiekrechtelijke denken, en wat de voor- en nadelen ervan zijn. Specifieke thema's worden hierbij niet geschuwd. Ten derde worden de delen 1 en 2 vanuit macroperspectief benaderd en wordt er nagegaan of dit duidelijk in een algemeen overkoepelend publiekrechtelijk beleid kan worden vertaald.

Begincompetenties (tekst)

Een grondige kennis van Juridische Bronnen/1 en van Staats- en Administratief Recht/2.

OLR-Leerdoelen (lijst)

Handelt cliënt/klantgericht: verleent eerstelijns juridisch advies en behartigt de juridische belangen van cliënten/klanten.
De student detecteert aan de hand van een casus een bepaalde moeilijkheid, uitdaging of probleem en reikt een oplossing aan.
heeft inzicht in de –voor het beroepsveld meest relevante rechtstakken - en lost eenvoudige juridische problemen in de praktijk op.
De student herkent de verschillende politieke (sub)strekkingen, standpunten en visies, en begrijpt de gevoeligheden daaromtrent binnen de overheidsinstellingen en het uittekenen van beleidslijnen.
De student herkent de patronen, systemen, werking en constructies binnen de overheidsinstellingen, en dit ongeacht op welk niveau deze instellingen zich bevinden (lokaal, regionaal, nationaal, Europees en internationaal), legt ze uit en past ze toe.
De student evalueert potentiële moeilijkheden in een beleid, schat deze in en kan suggesties ter zake verstrekken.
ondersteunt juridisch inhoudelijk een professioneel jurist bij de realisatie van diens doelstellingen.
De student past de verschillende managementtheorieën toe op overheidsinstellingen en maakt een evaluatie omtrent de haalbaarheid ervan.
De student past de principes en regels over deconcentratie en decentralisatie toe bij het oplossen van een casus.
De student ontwikkelt schriftelijk en mondeling de nodige juridische en politicologische vaardigheden met betrekking tot de overheidsinstellingen.
De student stelt vanuit een bepaalde publiekrechtelijke bril en politieke overtuiging een beleidsnota op in de meest ruime zin voor een overheidsinstelling en verdedigt deze.
De student beheerst de principes van corporate en good governance, alsook van duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen, en past deze in tegen het licht van toekomstige uitdagingen binnen overheidsinstellingen.
Neemt verantwoordelijkheid voor de eigen professionele ontwikkeling, volgt zelfstandig tendensen op in functie van de eigen professionele ontwikkeling en integreert deze nieuwe inzichten.
De student is op de hoogte van de (politieke) actualiteit en toont het verband met en belang voor de overheidsinstellingen aan.
Behandelt complexe casussen binnen het domein van publiek recht oplossingsgericht.
De student herkent de verschillende politieke (sub)strekkingen, standpunten en visies, en begrijpt de gevoeligheden daaromtrent binnen de overheidsinstellingen en het uittekenen van beleidslijnen.
De student herkent de patronen, systemen, werking en constructies binnen de overheidsinstellingen, en dit ongeacht op welk niveau deze instellingen zich bevinden (lokaal, regionaal, nationaal, Europees en internationaal), legt ze uit en past ze toe.
De student past de verschillende managementtheorieën toe op overheidsinstellingen en maakt een evaluatie omtrent de haalbaarheid ervan.
De student past de principes en regels over deconcentratie en decentralisatie toe bij het oplossen van een casus.
De student evalueert potentiële moeilijkheden in een beleid, schat deze in en kan suggesties ter zake verstrekken.
De student ontwikkelt schriftelijk en mondeling de nodige juridische en politicologische vaardigheden met betrekking tot de overheidsinstellingen.
De student stelt vanuit een bepaalde publiekrechtelijke bril en politieke overtuiging een beleidsnota op in de meest ruime zin voor een overheidsinstelling en verdedigt deze.
De student detecteert aan de hand van een casus een bepaalde moeilijkheid, uitdaging of probleem en reikt een oplossing aan.
De student beheerst de principes van corporate en good governance, alsook van duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen, en past deze in tegen het licht van toekomstige uitdagingen binnen overheidsinstellingen.
De student is op de hoogte van de (politieke) actualiteit en toont het verband met en belang voor de overheidsinstellingen aan.

Leerinhoud

Overheidsmanagement/2 is een meta-juridisch opleidingsonderdeel dat vanuit verschillende invalshoeken de werking van de overheidsinstellingen verder toelicht. Hoewel de inzichten niet zuiver juridisch van aard zijn, is een goede kennis en inzicht in het Staats- en Administratief Recht noodzakelijk.

In een eerste grote deel worden de verschillende publieke managementtheorieën uitgebreid besproken en bestudeerd. Niet alleen zijn deze theorieën en opvattingen afkomstig van een initieel privaatrechtelijk milieu die dan in publiekrechtelijke context worden geplaatst en hiernaar worden vertaald, maar zijn zij ook gekoppeld aan de algemene (lees maatschappelijke) uitdagingen die het Overheidsmanagement met zich meebrengt enerzijds en aan de verschillende juridische constructies die er mogelijk zijn anderzijds. Dit wordt vervolgens verbonden aan de verschillende niveaus gangbaar binnen het Belgische overheidslandschap (federaal, regionaal en lokaal) en aan de voortdurend toenemende politicologische invloed. In mindere mate wordt het steeds toenemende belang van het internationale en Europese niveau er ook bij betrokken. 

In een tweede deel worden bepaalde managementtheorieën grondig en in concreto geanalyseerd binnen de publieke context. Het strategisch management, de organisatietheorie en het management van de organisatiestructuur en organisatiedesign. Tot slot wordt er in het bijzonder nog bijkomend aandacht besteed aan het belang van het management van de organisatiecultuur, het netwerken en het financiële management binnen een publiekrechtelijke omgeving in het algemeen en bij overheidsbedrijven in het bijzonder.

Telkens wordt er waar nodig en mogelijk het verband gelegd met enkele juridische leerstukken die in andere opleidingsonderdelen aan bod komen, en met de actualiteit.  

Onderwijsorganisatie

Examentijd
Voorziene tijd voor toetsing0,15 uren
  • Opmerking: De totale examentijd bestaat uit de voorziene tijd plus ¼ extra examentijd voor alle studenten. De extra examentijd als individuele aanpassing is hierbij dus reeds inbegrepen.
Werkvormen
Hoor- en/of werkcolleges30,00 uren
Werktijd buiten de contacturen99,85 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodeVaardigheidstoets in de examenreeks70,00Mondeling examen (inclusief het beantwoorden van vragen omtrent de groepscasus).
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeVaardigheidstoets in de examenreeks70,00Mondeling examen (inclusief het beantwoorden van vragen omtrent de groepscasus). De oplossing van de groepscasus die werd verricht in eerste zittijd (en het bijhorende deelcijfer hiervan), blijft behouden in de tweede zittijd.
Evaluatie(s) voor beide examenkansen, niet herhaalbaar in tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodeVaardigheidstoets eenmalig tijdens de lesweken30,00In groep het analyseren en oplossen van de (verschillende) moeilijkheden, problemen en/of uitdagingen van een casus. Deze casus wordt in het begin van Module 2 op Digitap geplaatst en de uitgeschreven oplossing ervan wordt aan de docent overhandigd bij het begin van het laatste college Overheidsmanagement/2 tijdens de tweede module.
Het cijfer is een groepscijfer en het deelcijfer tijdens de eerste zittijd blijft behouden gedurende de tweede zittijd.

Toetsing (tekst)

Zie digitap voor eventuele verdere instructies.