Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Gezondheid en Wetenschap
Sociale wetenschappen 3: IPSIG40265/3389/2425/1/92
Studiegids

Sociale wetenschappen 3: IPSIG

40265/3389/2425/1/92
Academiejaar 2024-25
Komt voor in:
  • Bachelor in de verpleegkunde (flex), trajectschijf 4
In andere opleidingen:
  • Bachelor in de verpleegkunde (4j ) als Sociale wetenschappen 3: IPSIG
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 3 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Titularis: Vanceulebroeck Valérie
Andere co-titularis(sen): El Fekri Assia, Hereygers Nicky, Present Evy, Spinnoy Karine, Van der Linden Eva, Van Gerwen Ellen, van Gils Yannic, Vermeiren Sofie, Verwimp Tom
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 2
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 15.03.2025 (2de semester)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 75,00 uren

Begincompetenties (tekst)

Voorafgaand aan dit Olod dient de student de volgende Olod’s te hebben afgerond:
Professionele expertise 2.1: stage

OLR-Leerdoelen (lijst)

1. Opbouwen - 3. Omgaan met relevante informatie (eigen ervaring, wetenschappelijke evidentie, wetgeving, verpleegkundige diagnostiek en eigenschappen van de zorgvrager) voor de opbouw van een zorgsituatie.
De student kan op mogelijke problemen anticiperen bij de implementatie van het zorgplan voor de zorgvrager en zijn omgeving. (1.3.A.2) (niveau 3)
De student kan bij de implementatie van het zorgplan mogelijke problemen anticiperen voor de zorgvrager en zijn omgeving (1.3.B.1) (niveau 3)
1. Opbouwen - 6. Rapporteren van de zorgsituatie intra- en interprofessioneel.
De student kan adequaat een zorgsituatie rapporteren in een interprofessioneel overleg. (1.6.B.1) (niveau 3)
1. Opbouwen - 7. Verantwoorden van de zorgsituatie intra- en interprofessioneel.
De student kan de uitgevoerde/voorgestelde verpleegkundige handelingen in de concrete zorgsituatie argumenteren naar het interprofessioneel team. (1.7.B.1) (niveau 3)
De student kan vanuit zijn/haar verpleegkundige bevoegdheden verantwoorden hoe hij/zij de verpleegkundige rol in het intra- en interprofessioneel overleg op zich heeft genomen, hoe hij/zij daarbij heeft geadviseerd, geoptimaliseerd en gehandeld. (1.7.A.1) (niveau 3)
De student kan vanuit zijn/haar verpleegkundige visie verantwoorden hoe hij/zij de verpleegkundige rol in het intra- en interprofessioneel overleg op zich heeft genomen, hoe hij/zij daarbij heeft geadviseerd en beoordeeld. (1.7.B.2) (niveau 3)
De student kan verantwoorden hoe hij/zij de verschillende rollen van de verpleegkundige heeft gehanteerd en deze gepast heeft ingezet bij het overleg met andere hulpverleners. (1.7.B.2) (niveau 3)
De student kan verantwoorden hoe hij/zij op een sociaal vaardige wijze heeft gecommuniceerd met de teamleden van het intra- en interprofessionele team (1.7.B.1) (niveau 3)
2. Realiseren - 2. Toepassen van beroepsspecifieke handelingen ifv het opgestelde systematische zorgplan
De student kan de verpleegkundige handelingen planmatig en doelgericht plannen in concrete zorgsituaties. (2.2.A.2) (niveau 3)
De student kan de verpleegkundige rol in het intra- en interprofessioneel overleg op zich nemen, adviseren, optimaliseren en handelen vanuit de verpleegkundige bevoegdheden. (2.2.B.2) (niveau 3)
2. Realiseren - 3. Handelen vanuit relevante informatie ( 8 basisprincipes, eigen ervaring, wetenschappelijke evidentie, wetgeving, verpleegkundige diagnostiek en eigenschappen van de zorgvrager) voor de uitvoering van de zorgsituatie.
De student kan de verpleegkundige handelingen planmatig en doelgericht uitvoeren in concrete zorgsituaties vanuit evidence based gegevens. (2.3.A.1) (niveau 3)
De student kan de verpleegkundige handelingen planmatig en doelgericht uitvoeren in concrete zorgsituaties vanuit evidence based gegevens. (2.3.A.3) (niveau 3)
3. Coördineren - 1. Waarderen van diverse beroepsspecifieke visies op zorg.
De student kan de verschillende rollen van de verpleegkundige hanteren en deze gepast inzetten bij het overleg met andere hulpverleners. (3.1.A.1) (niveau 3)
De student kan het intra- en interprofessioneel overleg ondersteunen, waarderen, stimuleren en faciliteren. (3.1.B.2) (niveau 3)
De student kan op een sociaal vaardige wijze communiceren met de teamleden van het intra- en interprofessionele team. (3.1.B.1) (niveau 3)
3. Coördineren - 3. Waarderen en respecteren van de bevoegdheden van de leden van het intra-en interprofessioneel team.
De student kan de verpleegkundige rol in het intra- en interprofessioneel overleg op zich nemen, adviseren, beoordelen en vertegenwoordigen vanuit de verpleegkundige visie. (3.3.A.1) (niveau 3)
De student kan verantwoorden hoe hij/zij het intra- en interprofessioneel overleg heeft ondersteund, gewaardeerd, gestimuleerd en gefaciliteerd. (3.3.A.2) (niveau 3)
De student kan verantwoorden hoe hij/zij zijn/haar gedrag heeft bijgestuurd in functie van de ontvangen feedback. (3.3.A.3) (niveau 3)
3. Coördineren - 4. Begeleiden van teamleden in hun leerproces.
De student kan gepast feedback geven en ontvangen. (3.4.A.3) (niveau 3)
De student kan verantwoorden hoe hij/zij gepast feedback heeft gegeven en ontvangen. (3.4.A.1) (niveau 3)
De student kan zijn/haar gedrag bijsturen in functie van de ontvangen feedback. (3.4.B.2) (niveau 3)

Leerinhoud

Interprofessioneel samenwerken in de gezondheidszorg (IPSIG)


De problematiek van patiënten wordt steeds complexer, waardoor meer verschillende zorgbeoefenaars bij dezelfde patiënt betrokken zijn. Verschillende beroepsgroepen hebben vaak uiteenlopende inzichten en belangen, onder meer bij ethische vragen, waardoor gezamenlijk overleg met de te nemen beslissingen noodzakelijk wordt. Teamwork is niet alleen een noodzaak geworden, maar het vormt ook een veelal aantrekkelijke uitdaging : hoe realiseren we met elkaar en voor elkaar, en vooral voor de patiënten die aan onze zorgen toevertrouwd worden, de inhoudelijke en menselijke meerwaarde die een groep kan creëren ? In deze module leert de student interprofessioneel samen te werken, de patiënt centraal te stellen in de hulpverlening, en zo de continuïteit en kwaliteit van de zorg te optimaliseren.

Volgende elementen komen aan bod: meegebrachte casus - bespreking video: casus - verwerking van de casussen - zorgplan - reflectie over zorgethiek en samenwerking op basis van de stellingen - zelfreflectie - groepsreflectie - casus ethiek verwerken - plenair forum - self- en peerassessment - reflectie - evaluatie module.

Uiteindelijk gaat het erom dat deze beginnende gezondheidswerkers hun rol in de gezondheidszorg realiseren. Dat betekent dat zij als expert, levenslang lerende, communicator, manager, professional, belangenbehartiger en teamspeler hun patiënten de beste zorg bieden.

Communicator
Ontwikkelt een professionele verstandhouding, vertrouwen en een ethisch therapeutische relatie met cliënt, cliëntsysteem en andere betrokken collega’s en professionelen.
Teamspeler
Effectieve en gepaste deelname aan een teamwerking, waarbij de cliënt centraal staat. Motiveert en evalueert het team(-functioneren) continu en stuurt bij waar nodig.
Manager
Neemt deel aan activiteiten die bijdragen tot het bevorderen van de kwaliteit van zorg. Plant en beheert administratie en taken efficiënt. Hanteert een gepaste leiderschapsstijl en neemt op actieve wijze deel aan vergaderingen en bijeenkomsten.
Belangenbehartiger
Herkent en benoemt de noden en behoeften van de cliënt en het team in het kader van leveren van kwaliteitsvolle zorg.
Levenslang lerende
Handhaaft en verbetert de interprofessionele activiteiten continu door kritisch evalueren van de bevindingen en beslissingen in teamverband.
Professional
Toont betrokkenheid met cliënt, cliëntsysteem, collega’s en andere professionelen.


Studiematerialen (tekst): Verplicht

Leren interprofessioneel samenwerken in de gezondheidszorg. G. Tsakitzidis. 2017.
ISBN 978 90 341 9457 2


Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Hoor- en/of werkcolleges36,00 uren
Werktijd buiten de contacturen39,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodePortfolio100,00
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodePortfolio100,00

Toetsing (tekst)

De student ontwikkelt doorheen de IPSIG-week een portfolio met verschillende onderdelen.

  • de casustoets behelst het uitwerken van een zorgplan.
  • bespreking video: casus - verwerking van de casussen - reflectie over zorgethiek en samenwerking op basis van de stellingen
  • zelfreflectie
  • groepsreflectie
  • self- en peerassessment


De beoordeling van de portfolio-opdracht is opgebouwd uit: 

  • een reflectieverslag,
  • een peer-assessment en
  • een beoordeling door de lector op basis van observatie.

Studenten die omwille van buitenlandse stage, leerwerkplaats of brugtraject niet kunnen deelnemen aan de IPSIG-module, dienen een vervangopdracht (100%) te maken, waaronder het opstellen van een zorgplan en online samenwerken. De criteria om te slagen voor deze opdrachten zijn vermeld in de opdracht zelf.

De opdrachten zijn verplichte literatuur voor deze studenten en zijn beschikbaar op Digitale leeromgeving