Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Gezondheid en Wetenschap
TAB 3.3 Kinderverpleegkundige zorg op maat29920/3390/2425/1/77
Studiegids

TAB 3.3 Kinderverpleegkundige zorg op maat

29920/3390/2425/1/77
Academiejaar 2024-25
Komt voor in:
  • Bachelor in de verpleegkunde (4j ), trajectschijf 3
In andere opleidingen:
  • Bachelor in de verpleegkunde (flex) als TAB 3.3 Kinderverpleegkundige zorg op maat
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 3 studiepunten
Titularis: Van Gerwen Ellen
Andere co-titularis(sen): El Fekri Assia, Present Evy, Van der Linden Eva, Wildiers Anja
Co-titularis(sen) zijn nog niet (allemaal) gekend.
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 15.10.2024 (1ste semester)
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 75,00 uren

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

Begincompetenties (tekst)

Voorafgaand aan dit Olod is het aanbevolen om onderstaand Olod gevolgd te hebben: 
Theoretische achtergrond van het beroep 2.3: Zorg aan moeder en kind

De instroomcompetenties zijn gelijk aan de eindcompetenties van de desbetreffende Olod’s.

OLR-Leerdoelen (lijst)

1. Opbouwen - 3. Omgaan met relevante informatie (eigen ervaring, wetenschappelijke evidentie, wetgeving, verpleegkundige diagnostiek en eigenschappen van de zorgvrager) voor de opbouw van een zorgsituatie.
De student kan aangeven welke verpleegkundige interventies er genomen kunnen worden bij het optreden van acute (al dan niet levensbedreigende) situaties bij pediatrische en neonatale zorgvragers en hierbij in staat zijn de verpleegkundige aandachtspunten kunnen benadrukken. (1.3.A.1) (niveau 3)
De student kan inzicht tonen in de algemene zorgen en verpleegkundige observaties die horen bij een totaalzorg aan en opvolging van een gezonde én zieke pediatrische en neonatale zorgvrager. (1.3.A.1) (niveau 3)
De student kan inzicht verwerven in de actieve psychosociale benadering en ondersteuning van de pediatrische en neonatale zorgvragers en diens ouders/voogden. Tevens ook psychosociale én psychische problematieken kunnen herkennen bij deze zorgvragers en hieraan mogelijke (verpleegkundige) interventies en aandachtspunten koppelen. (1.3.A.1) (niveau 3)
De student kan inzicht verwerven in de werking, indicaties,contra-indicaties en verpleegkundige aandachtspunten van/bij specifieke behandelingmethodieken op de pediatrische en neonatale afdelingen. (1.3.A.1) (niveau 3)
De student kan specifieke zieketebeelden bij de pediatrische en neonatale zorgvrager herkennen op basis van klinische symptomen en diagnostiek, weten welke verpleegkundige aandachtspunten deze ziektebeelden vereisen én daarnaast weten welke verpleegkundige interventies er genomen kunnen worden om tegemoet te komen aan de zorgbehoeften van het kind/ de neonaat. (1.3.A.1) (niveau 3)
2. Realiseren - 1. Handelen in functie van de noden en behoeften van de zorgvrager (cfr. referentiekader) en rekening houden met hun persoonlijke zingeving.
De student kan aangeven welke verpleegkundige interventies er genomen kunnen worden bij het optreden van acute (al dan niet levensbedreigende) situaties bij pediatrische en neonatale zorgvragers en hierbij in staat zijn de verpleegkundige aandachtspunten kunnen benadrukken. (2.1.A.1) (niveau 3)
De student kan inzicht tonen in de algemene zorgen en verpleegkundige observaties die horen bij een totaalzorg aan en opvolging van een gezonde én zieke pediatrische en neonatale zorgvrager. (2.1.A.1) (niveau 3)
De student kan inzicht verwerven in de actieve psychosociale benadering en ondersteuning van de pediatrische en neonatale zorgvragers en diens ouders/voogden. Tevens ook psychosociale én psychische problematieken kunnen herkennen bij deze zorgvragers en hieraan mogelijke (verpleegkundige) interventies en aandachtspunten koppelen. (2.1.A.1) (niveau 3)
De student kan inzicht verwerven in de werking, indicaties,contra-indicaties en verpleegkundige aandachtspunten van/bij specifieke behandelingmethodieken op de pediatrische en neonatale afdelingen (2.1.A.1) (niveau 3)
De student kan specifieke zieketebeelden bij de pediatrische en neonatale zorgvrager herkennen op basis van klinische symptomen en diagnostiek, weten welke verpleegkundige aandachtspunten deze ziektebeelden vereisen én daarnaast weten welke verpleegkundige interventies er genomen kunnen worden om tegemoet te komen aan de zorgbehoeften van het kind/ de neonaat. (2.1.A.1) (niveau 3)
3. Coördineren - 2. Regisseren van de zorgsituatie
De student kan aangeven welke verpleegkundige interventies er genomen kunnen worden bij het optreden van acute (al dan niet levensbedreigende) situaties bij pediatrische en neonatale zorgvragers en hierbij in staat zijn de verpleegkundige aandachtspunten kunnen benadrukken. (3.2.A.1) (niveau 3)
De student kan inzicht tonen in de algemene zorgen en verpleegkundige observaties die horen bij een totaalzorg aan en opvolging van een gezonde én zieke pediatrische en neonatale zorgvrager. (3.2.A.1) (niveau 3)
De student kan inzicht verwerven in de actieve psychosociale benadering en ondersteuning van de pediatrische en neonatale zorgvragers en diens ouders/voogden. Tevens ook psychosociale én psychische problematieken kunnen herkennen bij deze zorgvragers en hieraan mogelijke (verpleegkundige) interventies en aandachtspunten koppelen. (3.2.A.1) (niveau 3)
De student kan inzicht verwerven in de werking, indicaties,contra-indicaties en verpleegkundige aandachtspunten van/bij specifieke behandelingmethodieken op de pediatrische en neonatale afdelingen. (3.2.A.1) (niveau 3)
De student kan specifieke zieketebeelden bij de pediatrische en neonatale zorgvrager herkennen op basis van klinische symptomen en diagnostiek, weten welke verpleegkundige aandachtspunten deze ziektebeelden vereisen én daarnaast weten welke verpleegkundige interventies er genomen kunnen worden om tegemoet te komen aan de zorgbehoeften van het kind/ de neonaat (3.2.A.3) (niveau 3)

Leerinhoud

In dit Olod komen volgende onderwerpen aan bod:

Neonatologie door Evy Present en Dr Elke Dierckx 

  • Kennismaking met de afdeling neonatologie
  • Kenmerken van de premature en dysmature neonaat en problemen per stelsel
  • Levensvatbaarheid
  • Aandacht voor infectiepreventie
  • Aandacht voor ontwikkelingsgerichte zorg
  • Opvang van de neonaat op de afdeling, de ouders en het gezin: verpleegkundige observaties, aandachtspunten en interventies
  • Klinisch redeneren
  •  

Neonatologie door Dr Veronique Demeulemeester:

Anatomie & fysiologie van pasgeborenen

Medische aspecten van specifieke ziektebeelden en behandeling

Transport van de pasgeborenen.





Pediatrie door Ellen Van Gerwen

  • Levensreddend handelen bij kinderen (theorie NLS, PBLS)
  • Systematisch verpleegkundig observeren van het zieke kind & PEWS
  • Verpleegkundig handelen en aandachtspunten bij specifieke pathologieën
  • Vochtbeleid bij kinderen, infuustherapie en medicatietoediening
  • Chronische aandoeningen bij kinderen: verpleegkundige aandachtspunten
  • Respiratoire bewaking, zuurstoftoediening en ademhalingsondersteuning bij het zieke kind 
  • Excessief huilgedrag bij zuigeling & benaderingswijzen 
  • Behandelen van procedurele pijn bij kinderen
  • Herkennen van mishandeling/verwaarlozing bij kinderen 
  • Oudereducatie & ondersteuning: ondersteuning van borstvoedende moeders 
  • Voeding van het kind: dieetvoedingen en complicaties bij borstvoeding
  • Basis EHBO bij kinderen
  • Klinisch redeneren adhv casussen

Studiematerialen (tekst): Verplicht

Cursus "TAB 3.3 Kinderverpleegkundige zorg op maat".

Studiematerialen (tekst): Aanbevolen

Van den Brink, G.T.W.J., Tol, T.N.C., & van Vught, E.M. (2008). Leerboek intensive-care-verpleegkunde kinderen (3e druk). Maarssen: Elsevier gezondheidszorg. (voor pediatrie-deel)

Van den Brink, G.T.W.J., Hankes Drielsma, I.J., van Driessen, S.G.M. & te Pas, E. (2017). Leerboek intensive-care-verpleegkunde neonatologie (3e druk). Houten: Bohn Stafleu van Loghum. (voor neonatologie-deel)

Bovenstaande handboeken kunnen gebruikt worden ter verduidelijking van de gegeven lessen. Deze dienen niet verplicht aangekocht te worden. 

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Hoor- en/of werkcolleges26,00 uren
  • Duur: Semester
Werktijd buiten de contacturen49,00 uren
  • Duur: Semester

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodeKennis- en inzichtstoets in de examenreeks92,50Schriftelijke of digitale toetsing: Mogelijke soorten examenvragen die gesteld kunnen worden:
- Casusgerelateerde inzichtsvragen
- Open en gesloten kennisvragen
- Multiple choice vragen ( Giscorrectie kan toegepast worden)
Eerste examenperiodeProjectopdracht7,50Bij het onderdeel van Evy Present zal tijdens eerste zit periode 1/3e van de punten op haar deel te verdienen zijn met een opdracht (permanente evaluatie). 2/3e van de punten is te verdienen tijdens het schriftelijk examen.
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeKennis- en inzichtstoets in de examenreeks100,00Schriftelijke of digitale toetsing: Mogelijke soorten examenvragen die gesteld kunnen worden:
- Casusgerelateerde inzichtsvragen
- Open en gesloten kennisvragen
- Multiple choice vragen ( Giscorrectie kan toegepast worden)

Toetsing (tekst)

Om te slagen voor het opleidingsonderdeel TAB 3.3 moet een totaalscore van minstens 10,0/20 behaald worden. Hierbij geldt tevens dat de student op 2 van de 3 onderdelen geslaagd (10,0/20) dient te zijn. 

De totale examentijd voor deze kennis- en inzichtstoets bestaat uit de voorziene tijd voor deze toets plus ¼ extra examentijd voor alle studenten. De extra examentijd als individuele aanpassing is hierbij dus inbegrepen.