Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Gezondheid en Wetenschap
Werkplekleren 230879/3391/2425/1/84
Studiegids

Werkplekleren 2

30879/3391/2425/1/84
Academiejaar 2024-25
Komt voor in:
  • Bachelor in de vroedkunde, trajectschijf 2
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 21 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Titularis: Vanden Bergh Leen
Andere co-titularis(sen): Beenaerts Bernice, Bernaerts Brigitte, Bosmans Valerie, Brouns Miek, De Bock Vanessa, Driessen Els, Gooris Giovanna, Meyvis Inge, Rimaux Sophie, Steegen Stefanie, van Asseldonk Fieke, Van de Craen Natacha, Van Leugenhaege Luka, Verheyen Veerle, Vlemincx Julie
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1 of Semester 2 of Academiejaar
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Mogelijke grensdata voor leerkrediet: 15.10.2024 (Academiejaar) of 15.10.2024 (1ste semester) of 15.03.2025 (2de semester)
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 630,00 uren

Volgtijdelijkheid

(geslaagd voor Werkplekleren 1 OF geslaagd voor Werkplekleren 1 OF geslaagd voor Werkplekleren 1) EN geslaagd voor Zwangerschap 1 EN geslaagd voor Arbeid en bevalling 1 EN geslaagd voor Postpartale periode 1.

Onderwijsorganisatie (tekst)

Dit opleidingsonderdeel kan in principe drie maal worden georganiseerd binnen één academiejaar: regulier is dit over een volledig academiejaar. Indien het organisatorisch mogelijk wordt geacht, kan het ook uitzonderlijk worden georganiseerd binnen het eerste semester en/of het tweede semester.

Begincompetenties (tekst)

Voorafgaand aan dit opleidingsonderdeel dient de student de volgende opleidingsonderdelen te hebben behaald: Werkplekleren 1  EN Zwangerschap1 EN Arbeid en Bevalling 1 EN Postpartale periode 1

OLR-Leerdoelen (lijst)

1. Fysiologie, zorg en begeleiding
De student begeleidt en bewaakt autonoom een laag-risico bevalling
De student begeleidt, bewaakt en bevordert autonoom een laag-risico zwangerschap
De student biedt correct zorg en begeleiding in fysiologische situaties die aangepast is aan de noden van de zorgvrager (en zijn gezin)
De student organiseert de zorg correct in fysiologische situaties
De student stimuleert het bewustzijn van een fysiologische benadering van een zwangerschap, bevalling en kraambed
De student voert autonoom een laag-risico bevalling uit
De student voert autonoom een prenatale raadpleging uit bij een laag-risico zwangerschap
De student voert correct de nazorg uit en evalueert de gegeven zorg kritisch
De student voert correct het ontslag van de zorgvrager uit en heeft daarbij aandacht voor continuïteit van zorg
De student voert de opname van de zorgvrager correct uit en heeft daarbij aandacht voor continuïteit van zorg
De student geeft correct voorlichting over (en leert vaardigheden aan m.b.t.) bekkenbodemeducatie
2. Risicodetectie/ risicoselectie
De student consulteert op basis van de risicodetectie correct de aangewezen zorgverlener (en verwijst gepast en tijdig door indien geïndiceerd)
De student detecteert (potentiële) risico’s en complicaties die een bedreiging kunnen zijn voor de gezondheid
De student reageert correct en op gepaste wijze tijdens spoedsituaties (binnen de eigen bevoegdheid) tot de aangewezen zorgverlener het overneemt
3. Pathologie, zorg & begeleiding
De student bereidt de zorg en zorgvrager correct en in een goed tempo voor in een pathologische (crisis)situatie en geeft daarbij de nodige voorlichting
De student biedt adequate zorg en begeleiding aan in een verhoogde risicosituatie of bij complicaties die aangepast is aan de noden van de zorgvrager (en zijn gezin)
De student dient correct bloed en bloedderivaten toe en geeft daarbij de nodige voorlichting
De student hanteert een veilig medicatiebeleid
De student organiseert de zorg correct in een verhoogde risicosituatie of bij complicaties
De student voert correct de nazorg uit in een verhoogde risicosituatie of bij complicaties en evalueert de gegeven zorg kritisch
De student voert correct het ontslag van de zorgvrager uit in een verhoogde risicosituatie of bij complicaties en heeft daarbij aandacht voor continuïteit van zorg
De student voert in een verhoogde risicosituatie of bij complicaties de opname van de zorgvrager correct uit en heeft daarbij aandacht voor continuïteit van zorg
4. Psychosociale context
De student biedt ondersteuning bij baby blues, hechting, transitie naar ouderschap en relationele veranderingen
De student herkent psychosociale crisissituaties, biedt ondersteuning en reageert correct
De student herkent psychosociale crisissituaties, biedt ondersteuning en reageert correct
De student toont respect en empathie voor de culturele achtergrond, waarden en normen van de vrouw, haar gezin en de omgeving
5. Ethiek en wetgeving
De student gaat gepast om met de eigen waarden en normen in het verloskundig handelen
De student geeft blijk van de juiste attitudes als professional
De student handelt correct volgens de juridische en deontologische normen en regels betreffende de uitoefening van het beroep
De student kan stilstaan bij eigen onmacht en kwetsbaarheid en leert ermee om te gaan
De student maakt ethische situaties bespreekbaar
De student respecteert het beroepsgeheim
6. Gezondheidspromotie
De student empowert de vrouw en haar gezin en stimuleert zelfzorg
De student geeft correct voorlichting over en leert vaardigheden aan m.b.t. de verzorging en de fysiologische veranderingen van vrouw en pasgeborene
De student geeft op gepaste wijze en op het gepaste moment informatie en advies en helpt gezinnen om geïnformeerde keuzes te maken
7. Samenwerking en communicatie met zorgvragers en zorgverleners
De student communiceert correct (mondeling en/of schriftelijk) met collega's, artsen en andere zorgverleners
De student voert correct administratieve, organisatorische en coördinerende taken uit
De student werkt samen met collega's, artsen en andere zorgverleners om continuïteit en efficiëntie van zorg te garanderen
8. Coaching
De student geeft feedback op een gepaste manier
De student is een voorbeeld voor medestudenten
9. Professionalisering
De student doet aan zelfreflectie en stuurt zo nodig het eigen handelen bij
De student kan de verschillende fasen van de reflectiecyclus toepassen, inclusief bijsturing van het eigen handelen (kritische zelfreflectie)
De student kan een gesprek voeren over het eigen functioneren met sterktes en aandachtspunten
De student kan een persoonlijk ontwikkelingsplan opstellen en uitvoeren door actieve deelname aan professionaliseringsactiviteiten
De student stelt een persoonlijk ontwikkelingsplan op en werkt actief aan de eigen professionele groei
De student vraagt op een gepaste manier feedback en gaat daar constructief mee om
De student reflecteert kritisch op zijn eigen professioneel functioneren aan de hand van competentiegroeikaart
De student toont het bereiken van (een) competentie(s) aan door een doordachte verzameling van bronnen en eventuele reflecties daarop in het digitaal portfolio
10. Evidence-based zorg
De student analyseert kritisch de zorgverlening
De student handelt correct vanuit 'evidence based midwifery practice'
De student integreert de geleerde theorie in de praktijk
De student refereert correct uit de literatuur volgens de gevraagde richtlijnen
De student werkt mee aan de registratie van gegevens die als doel hebben de perinatale zorgverlening te optimaliseren
11. Kwaliteitsvolle zorg
De student is besluitvaardig
De student is betrouwbaar en heeft verantwoordelijkheidszin
De student is flexibel
De student is zelfstandig en neemt gepast initiatief 
De student organiseert correct de totaalzorg van vrouw en pasgeborene
De student past correct volgende basisprincipes toe: hygiëne, steriliteit, comfort, veiligheid, ergonomie, economie, ecologie
De student plant en voert de zorg uit volgens de principes van het methodisch handelen: bewust, systematisch, procesmatig en doelgericht

Leerinhoud

Om als toekomstige proactieve vroedvrouw te acteren in een steeds veranderende zorgomgeving is een daartoe ondersteunende persoonlijke en professionele leeromgeving nodig. Werkplekleren 2 is een jaaroverschrijdend opleidingsonderdeel waar de competentiegroei van de student centraal staat. In dit opleidingsonderdeel staat kritische reflectie op het eigen leerproces centraal.

In het kader van onze visie op leren waarin we de zelfstandigheid en de eigen verantwoordelijkheid van de studenten hoog in het vaandel dragen, willen we de student verplicht een aantal uren zelfstandig laten oefenen in het vaardigheidslab onder de vorm van ZOEFS (zelfstandige oefenmomenten). Bij het oefenen is het zinvol met medestudenten te oefenen van hetzelfde of de andere trajecten. Studenten kunnen elkaar helpen en bijsturen. Oudere-jaarsstudenten kunnen de rol van mentor opnemen t.o.v. jongere-jaarsstudenten. Tijdens dit verplicht oefenen is er tevens een (praktijk)lector aanwezig die geraadpleegd kan worden bij eventuele vragen of onduidelijkheden.

Er zullen ook een aantal mogelijkheden worden voorzien waarin de student zijn 6h verplicht actief aan de communities of practice (cops) + 2h CPR training kan deelnemen. Gelieve hiervoor steeds de planners op digitap goed in het oog te houden.

In de stages voert de student gedurende een bepaalde periode taken uit in een reële werksituatie. De stage heeft als doel om de opgedane kennis en de verworven competenties vanuit de andere opleidingsonderdelen te integreren en te toetsen aan de realiteit en verder in te oefenen. Verschillende stagedisciplines komen in dit opleidingsonderdeel aan bod zoals materniteit, verloskamer, prenatale raadpleging, mobiele kraamzorg, extramurale zorg en neonatologie.

Om als toekomstige proactieve vroedvrouw te acteren in een steeds veranderende zorgomgeving is een daartoe ondersteunende persoonlijke en professionele leeromgeving nodig. Binnen studieloopbaancoaching zal de competentiegroei van de student centraal staan. De student wordt door middel van persoonlijke en groepscoaching begeleid in zijn leertraject. Hierbinnen staat kritische reflectie op het eigen leerproces centraal. Het digitaal portfolio, ontwikkelingsplan, kernkwadrant en levenslang leren zijn verschillende facetten die belicht worden.

Studiematerialen (lijst)

LaptopVerplicht
Startpakket Bachelor in de VroedkundeVerplicht€ 110,00
  • Auteur: Team bachelor in de vroedkunde
Digitap APVerplicht
  • Auteur: AP Hogeschool Antwerpen
Medbook licentie (via Academic Software) (voorzien via opleidingsgebonden kosten)Verplicht€ 85,00
  • Auteur: Medbook

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Hoor- en/of werkcolleges11,00 uren
  • Duur: Academiejaar
  • Opmerking: Introductie academiejaar + Toelichting vaardigheidsonderwijs (1h)
    Webinar SLC (1h)
    Toelichting studieloopbaancoaching (2h)
    Mentorschap + groepsdynamica (2h)
    Toelichting werkplekleren en Medbook (3h)
    Q&A SLC (1h)
    Toelichting stagemogelijkheden jaar 3 (1h)
Practicum en/of oefeningen35,50 uren
  • Duur: Academiejaar
  • Opmerking: Verplicht zelfstandig oefenen in het vaardigheidslab (10h)
    Verplicht Communities Of Practice (COP's-6h)
    Verplicht CPR-training (2h)
    Persoonlijk gesprek slc (0,5h)
    Opdracht mentorschap (2h)
    Een Leven Lang Leren (LLL-15h)
Vormen van groepsleren2,00 uren
  • Opmerking: Groepsgesprek (2h)
Werkplekleren en/of stage525,00 uren
  • Duur: Academiejaar
  • Opmerking: - stages
Werktijd buiten de contacturen56,50 uren
  • Duur: Academiejaar

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodePortfolio10,00Studieloopbaancoaching
Eerste examenperiodePraktijkbeoordeling in een professionele context70,00Binnen de stages worden al de leerresultaten vanuit het Vlaamse opleidingsprofiel geïntegreerd getoond en getoetst. Per geplande stage wordt er een stage-evaluatie opgemaakt in Medbook. De gedetailleerde evaluatiemethodiek is terug te vinden in het stagereglement.
Eerste examenperiodeVaardigheidstoets in de examenreeks20,00Aan het einde van dit opleidingsonderdeel volgt het assessment in de vorm van een simulatie waarbij verschillende vaardigheden geïntegreerd worden.
Voor verdere informatie: zie toetsplan bachelor in de vroedkunde en de toetsmatrijs van Werkplekleren 2 (cfr. digitap).

Toetsing (tekst)

De toetsinhouden zijn telkens uitvoerig verduidelijkt op digitap onder het kopje 'Evaluatie'.

Voor dit opleidingsonderdeel worden één of meerdere evaluaties (bijvoorbeeld: kennistoets/ vaardigheidstoets/portfolio…) georganiseerd die je kan terugvinden onder het luikje 'toetsing lijst'.

Er zijn 2 mogelijke situaties waarbij je als student als eindresultaat voor het gehele opleidingsonderdeel een code “f” van “Fail” krijgt en dus niet slaagt voor dit opleidingsonderdeel. Je hebt dan in al deze situaties onvoldoende bewezen de competenties van het opleidingsonderdeel te beheersen:

1. je hebt niet deelgenomen aan één of meerdere van deze evaluaties

2. je hebt niet voldaan aan de vereiste prestaties (bijvoorbeeld: een verplicht lesmoment, een verplicht aantal te presteren (stage)uren, verplicht aantal uren begeleid zoefen…) van het opleidingsonderdeel (die steeds verhelderd staan op digitap onder het kopje ‘aan de slag’


Neem je aan geen enkel van de evaluaties deel dan zal dit opleidingsonderdeel in zijn geheel als beoordeling de code ‘NIET DEELGENOMEN’ krijgen.

Het stagereglement is opgenomen in digitap. De inhoud van dit reglement is bindend. De afspraken en richtlijnen van de medische dienst, zoals raadpleegbaar op student.ap.be, moeten worden nageleefd.

Er wordt per geplande stage een stage-evaluatie gedaan in Medbook. De beoordeling van het deelexamen 'praktijkbeoordeling in een professionele context' vindt plaats na het beëindigen van alle stages. Het eindoordeel wordt opgemaakt aan de hand van Entrustable Professional Activities (EPA's). Er zullen per aspect van de attitude 2 punten in mindering gebracht worden van de eindbeoordeling in dien niet voldaan. Hier wordt tevens jouw attitude naar de stagebegeleider, conform het stappenplan, in meegenomen.

De attitude 'betrouwbaar zijn' in de stagebeoordeling wordt als cruciaal aanzien en zal meetellen als breekpunt in de beoordeling. Het niet voldoen aan deze attitude op het einde van de volledige stageperiode zal resulteren in nul op twintig (0/20) voor deze praktijkbeoordeling.


Hoe de effectieve beoordeling van de stages gebeurd, staat uitgeschreven in het luikje 'evaluatie' van dit opleidingsonderdeel in digitAP.