Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Gezondheid en Wetenschap
De gespecialiseerde verpleegkundige bij orgaanfalen37253/3401/2425/1/32
Studiegids

De gespecialiseerde verpleegkundige bij orgaanfalen

37253/3401/2425/1/32
Academiejaar 2024-25
Komt voor in:
  • Postgraduaat Gespecialiseerde verpleegkundige in de kritische zorg: Praktijk integratie, trajectschijf 1
In andere opleidingen:
  • Postgraduaat Gespecialiseerde verpleegkundige in de kritische zorg als De gespecialiseerde verpleegkundige bij orgaanfalen
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 5 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
  • examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
  • examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Titularis: Verwimp Tom
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 2
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 125,00 uren

Begincompetenties (tekst)

De student is in het bezit van een Bachelordiploma Verpleegkunde.

OLR-Leerdoelen (lijst)

1. Respecteren: De verpleegkundige is in staat onbevooroordeeld de zorgvrager te waarderen. Hierbij wordt rekening gehouden met het waardepatroon van de zorgvrager en zijn omgeving.
1.3 Handelt in functie van noden en behoeften van de zorgvrager en zijn omgeving in een complexe zorgsituatie.
2. Realiseren: De verpleegkundige is in staat acties te ondernemen om een optimale gezondheid en welzijn van de zorgvrager te realiseren.
2.1 Implementeert een systematisch zorgplan voor de zorgvrager en zijn omgeving.
2.2 Optimaliseert het zorgplan rekening houdend met het gewijzigde ziekte-inzicht van de zorgvrager.
2.7 Voert de verpleegkundige handelingen uit in complexe zorgsituaties.
2.8 Evalueert en optimaliseert het verpleegkundig handelen in complexe zorgsituaties.
2.9 Optimaliseert de zorgsituatie in functie van het beschikbare personeel, materiaal en tijd.
3. Bijsturen: De verpleegkundige is in staat te reflecteren en de eigen inbreng te evalueren teneinde de zorgverlening systematisch en verantwoord bij te sturen.
3.2 Optimaliseert de zorgsituatie door reflectie.
4. Opbouwen: De verpleegkundige is in staat om de zorgverlening systematisch op te bouwen en te verantwoorden.
4.2 Past methodisch plannen toe in complexe zorgsituaties en vergelijkt hiervoor verschillende verpleegmodellen.
8. Coördineren: De verpleegkundige is in staat een coördinerende functie binnen een intra- en interprofessioneel team op te nemen.
8.1 Regisseert verschillende zorgsituaties.
9. Belangen behartigen: De verpleegkundige is in staat de belangen van het cliëntsysteem binnen het intra- en interprofessioneel team te behartigen.
9.2 Verdedigt de rechten van de zorgvrager.
11. Zelfregulering: Reguleert het eigen leerproces door zichzelf en bronnen in de omgeving kritisch en gericht te analyseren en aan de hand van vooropgestelde doelen strategisch te handelen.
11.1 Professional: heeft een professionele attitude. Analyseert een probleem vanuit het perspectief van belanghebbenden (zorgvrager, collega's, instelling,…) en relevante contexten.

Leerinhoud

Water- en electrolytenhuishouding.
Postoperatieve opvang op intensieve zorgen.
Diabetische en endocrinologische urgenties, glycemieregeling op ICU, insulinetherapie.
Infuusbeleid.
Acute nierinsufficiëntie - Niervervangende therapieën.
Leverinsufficiëntie
Acute abdominale problemen
Intoxicaties
Zuur – base evenwicht.
Coma en bewustzijn.
Epilepsie, SAB, CVA, Hersenbloeding
Ziekenhuishygiëne.


De student (h)erkent de problemen en heeft inzicht in de diagnose, preventie en behandeling van acute nierinsufficiëntie.
De student (h)erkent een relevante electrolytenafwijking en kent de behandeling en de gevaren ervan.
De student kan een primair zuur-baseprobleem herkennen alsook een eventueel compensatiemechanisme en kent de relevantie en de behandeling ervan.
De student kent de indicaties, (neven)effecten en gevolgen van de verschillende infuustherapieën.
De student (h)erkent de meest relevante endocrinologische problemen alsook de diabetologische urgenties en hun behandeling. De student heeft een notie van de verschillende insulinetherapieën en kent het belang van een goede glycemieregeling op Intensieve zorg.
De student kent de oorzaken en de behandeling van acute gastro-intestinale aandoeningen, leverinsufficiëntie en abdominale hypertensie. Hij erkent het belang van stressulcusprofylaxie.
De student (h)erkent een intoxicatie, kan een differentieeldiagnose maken tussen de meest voorkomende oorzaken en kent de behandelingsmodaliteiten.
De student weet hoe een kritische patiënt adequaat dient te worden gevoed.
De student weet hoe een patiënt postoperatief dient te worden opgevangen in het algemeen en bij specifieke operaties.
De student heeft een notie van ziekenhuishygiëne en katheterzorg.
De student (h)erkent de verschillende vormen van coma, kent de behandelingsmodaliteiten en kan een inschatting maken van de prognose. Hij kent de wettelijke bepalingen met betrekking tot orgaandonatie en optimaliseert de zorg voor de orgaandonor.
De student (h)erkent de verschillende stadia van sepsis, kent en integreert de behandelingsprincipes. Hij heeft notie van een verantwoord antibioticabeleid.
De student herkent de verschillende types bloedingen in de hersenen en weet hoe deze te benaderen.

Studiematerialen (tekst): Verplicht

Digitaal leerplatform:
- PowerPointpresentaties van de verschillende gastdocenten
- Digitale cursus

Onderwijsorganisatie

Werkvormen
Hoor- en/of werkcolleges32,00 uren
Werktijd buiten de contacturen93,00 uren

Toetsing (lijst)

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
Eerste examenperiodeKennis- en inzichtstoets in de examenreeks67,00Schriftelijk examen met MC vragen.
Eerste examenperiodeVaardigheidstoets in de examenreeks33,00
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
Tweede examenperiodeKennis- en inzichtstoets in de examenreeks67,00Schriftelijk examen met MC vragen.
Tweede examenperiodeVaardigheidstoets in de examenreeks33,00

Toetsing (tekst)

Mondeling examen (vaardigheidstoets) + schriftelijk examen met examentijd van 1,5u.De totale examentijd voor deze kennis- en inzichtstoets bestaat uit de voorziene tijd voor deze toets plus ¼ extra examentijd voor alle studenten. De extra examentijd als individuele aanpassing is hierbij dus inbegrepen.

Giscorrectie kan toegepast worden op bepaalde onderdelen van het examen.