geslaagd of gedelibereerd/getolereerd voor Psychologie voor sociaal werk.

'Werken aan psychisch welzijn' gaat in op mentaal welbevinden en onwelbevinden. Kwetsbaarheid en veerkracht, en het werken hieraan staan centraal. Achtergronden, belevingen en gedragingen van mensen met een psychische stoornis worden belicht vanuit de DSM-5. Concrete situaties vormen steeds het uitgangspunt. Centraal staat de vraag hoe je als sociaal werker met bepaald gedrag kan omgaan. Na een grondige theoretische verdieping in deze materie, voer je een zelfanalyse uit. Dit doe je door het volgen van workshops en studiedagen of je volgt een kort individueel begeleidingstraject onder begeleiding van een derdejaars-student psychologisch consulent.

Zie algemene begincompetenties AP Sociaal Werk.