Academiejaar
2025-26
Komt voor in:
- Graduaat maatschappelijk werk (Antwerpen), trajectschijf 2
In andere opleidingen:
-
Graduaat maatschappelijk werk (Mechelen) als Beroepspraktijk A
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang:
15 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
- creditcontract.
- examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
- examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Titularis: Marynissen Tinne
Andere co-titularis(sen): Alci Arzu, Boutchakate Samirah, De Coninck Maaike, El Faissouni Yassine, Engels Anouk, Gondry Sarah, Kok Nathan, Leirs Sybryn, Michielsen Maarten, Possemiers Sanne, Proost Stefanie, Selleslagh Iris, Taverniers Jessi, Van Houtven Sarina, Van Laethem Danique, Verschaeren Edward, Verschueren Greet, Vleugels Evelien, Yildizli Kezi
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 1 of Semester 2
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 420,00 uren
Korte omschrijving
Het opleidingsonderdeel Beroepspraktijk A behandelt gesuperviseerd werkplekleren.
Het opleidingsonderdeel Beroepspraktijk A bereidt voor op het professioneel functioneren in een organisatie binnen het maatschappelijk werkveld.
Indien Praktijkverkenning en Beroepspraktijk A in hetzelfde academiejaar gevolgd worden, moet Praktijkverkenning steeds in het eerste semester en Beroepspraktijk A steeds in het tweede semester worden opgenomen. Praktijkverkenning en Beroepspraktijk A kunnen niet in omgekeerde volgorde of gelijktijdig worden gevolgd.
OLR-Leerdoelen (lijst)
Basishouding: Je begeleidt cliënten vertrekkend vanuit de mensenrechten, de basiswaarden van het maatschappelijk werk en relevante regelgeving.
| Je handelt vanuit het referentiekader van de cliënt in een gesuperviseerde praktijksituatie.
|
| Je komt los van je eigen referentiekader in een gesuperviseerde praktijksituatie.
|
| Je analyseert aan welke mensenrechten een individuele hulpvraag van een cliënt gelinkt is in een gesuperviseerde praktijksituatie.
|
| Je stemt de begeleiding van een cliënt af op diens meervoudige identiteit, in een gesuperviseerde praktijksituatie.
|
| Je reflecteert over de verhouding tussen je eigen waarden en normen en de visie op de leerwerkplek.
|
| Je reflecteert over een beroepsethisch kader in functie van je rol op je leerwerkplek.
|
| Je handelt bewust binnen het geldende wettelijk kader in een gesuperviseerde praktijksituatie.
|
Hulpvragen: Je stelt hulpvragen van cliënten scherp en verstrekt hun relevante informatie over hulpverlenende instanties en/of procedures.
| Je adviseert cliënten doelgericht in een gesuperviseerde praktijksituatie.
|
| Je informeert cliënten doelgericht in een gesuperviseerde praktijksituatie.
|
| Je onderzoekt de individuele hulpvragen van een cliënt in een gesuperviseerde praktijksituatie.
|
Begeleiding: Je begeleidt de cliënt doorheen het traject op een methodisch onderbouwde manier.
| Je analyseert de beginsituatie van de cliënt in een gesuperviseerde praktijksituatie.
|
| Je begeleidt een cliënt op een methodische manier in een gesuperviseerde praktijksituatie.
|
| Je past hulpverlenende gespreksvaardigheden toe in een gesuperviseerde praktijksituatie.
|
Zelfredzaamheid: Je stimuleert cliënten in hun zelfredzaamheid door een beroep te doen op hun krachten en sociaal netwerk.
| Je bevordert empowerment van cliënten in een gesuperviseerde praktijksituatie.
|
| Je bevordert zelfredzaamheid van cliënten in een gesuperviseerde praktijksituatie.
|
| Je reflecteert over de krachten bij cliënten in een gesuperviseerde praktijksituatie.
|
| Je reflecteert over de uitdagingen bij cliënten in een gesuperviseerde praktijksituatie.
|
Cliëntsystemen: Je werkt met cliëntsystemen, versterkt de verbinding met het sociaal netwerk en de bredere samenleving en draagt bij aan opleidingsacties.
| Je stimuleert een cliëntsysteem tot interactie met de omgeving in een gesuperviseerde praktijksituatie.
|
| Je onderzoekt de hulpvragen van een cliëntsysteem in een gesuperviseerde praktijksituatie.
|
| Je formuleert acties om deelname van cliënten aan de samenleving te stimuleren in een gesuperviseerde praktijksituatie.
|
Brugfunctie: Je neemt een brugfunctie op tussen de cliënt, het cliëntsysteem en maatschappelijke voorzieningen.
| Je neemt een brugfunctie op tussen de cliënt en het cliëntsysteem in een gesuperviseerde praktijksituatie.
|
| Je neemt een brugfunctie op tussen cliënten en maatschappelijke voorzieningen in een gesuperviseerde praktijksituatie.
|
Communicatie: Je communiceert zowel schriftelijk als mondeling, doelgericht en op maat, en zorgt voor administratieve opvolging en registratie.
| Je communiceert mondeling in begrijpelijke en correcte taal in een gesuperviseerde praktijksituatie.
|
| Je geeft mondeling feedback volgens aangereikte richtlijnen in een gesuperviseerde praktijksituatie.
|
| Je hanteert adequaat diverse communicatie- en interactievormen in een gesuperviseerde praktijksituatie.
|
Samenwerking: Je werkt met collega's en externe partners constructief samen rond een concrete taak of vraag.
| Je werkt constructief samen met collega's in verschillende functies rond de begeleiding van cliënten in een gesuperviseerde praktijksituatie.
|
| Je onderbouwt aan medestudenten gegeven feedback.
|
| Je werkt actief en constructief samen in teamverband.
|
Levenslang leren: Je plant en organiseert je eigen werk, bekijkt het kritisch-constructief en bent bereid om levenslang bij te leren.
| Je volgt een werkplanning in een gesuperviseerde praktijksituatie.
|
| Je formuleert concrete verbeteracties op basis van feedback over je professioneel communiceren.
|
| Je stelt mogelijke leerdoelen voor jezelf op voor het volgende werkplekleren.
|
| Je stuurt je professioneel functioneren bij op basis van zelfreflectie.
|
| Je werkt je actief in in de specifieke methoden en procedures eigen aan de leerwerkplek in een gesuperviseerde praktijksituatie.
|
Leerinhoud
In dit opleidingsonderdeel gaan studenten actief aan de slag op een werkplek binnen het maatschappelijk werkveld.
Het accent ligt op het professioneel functioneren binnen het maatschappelijk werkveld.
De attitude, kennis en vaardigheden van de maatschappelijk werker staan centraal.
De student neemt actief deel aan de werking van de praktijkorganisatie met ondersteuning en opvolging door de mentor op de werkplek.
De student is verantwoordelijk voor het eigen leerproces.
De student reflecteert kritisch tijdens individuele en groepsgesprekken met ondersteuning en opvolging door de begeleider werkplekleren.
Studiematerialen (tekst): Verplicht
- Info- en opdrachtenbundel Beroepspraktijk A
- Infogids Beroepspraktijk A
- Reglement werkplekleren MW
- Het cursusmateriaal zal digitaal ter beschikking worden gesteld (Digitap: Werkplekleren GSW)
Toetsing (lijst)
Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
| Moment | Vorm | % | Opmerking |
| Eerste examenperiode | Praktijkbeoordeling in een professionele context | 60,00 | |
| Eerste examenperiode | Reflectieopdracht permanent tijdens de lesweken (Permanente evaluatie) | 20,00 | |
| Eerste examenperiode | Vaardigheidstoets permanent tijdens de lesweken (Permanente evaluatie) | 20,00 | |
Toetsing (tekst)
- In dit opleidingsonderdeel is regelmatige aanwezigheid essentieel om te slagen.
- Praktische richtlijnen rond de evaluatie zijn terug te vinden in de Infogids Beroepspraktijk A GMW en in de Opdrachtenbundel Beroepspraktijk A GMW.
- Regels rond afwezigheden zijn opgenomen in het reglement werkplekleren (zie Digitap).
- Regels rond afwezigheden op evaluatiemomenten worden beschreven op Intranet: https://student.ap.be/afwezig-op-een-examen