Academiejaar
2025-26
Komt voor in:
- Graduaat orthopedagogische begeleiding (Antwerpen), trajectschijf 2
In andere opleidingen:
-
Graduaat orthopedagogische begeleiding (Mechelen) als Praktijk 3 + 4
-
Graduaat orthopedagogische begeleiding (Turnhout) als Praktijk 3 + 4
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang:
27 studiepunten
Men kan dit opleidingsonderdeel niet volgen binnen een
- examencontract (met het oog op het behalen van een creditbewijs).
- examencontract (met het oog op het behalen van een diploma).
Titularis: Wieërs An
Andere co-titularis(sen): Anthonissens Nans, Caljon Jan, De Wachter Bessie, Engels Anouk, Goethals Sanny, Jacobs Inge, Laureyns Lynn, Lippens Luc, Nauwelaers Yen, Vandenbussche Jan, Vermeire Katrien, Vermeulen Guido, Verstraeten Jan, Vos Wouter, Wouters Eve, Wynants Heidi
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Academiejaar
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Tweede examenkans: niet mogelijk.
Delibereerbaarheid: Voor dit opleidingsonderdeel moet je slagen (wordt nooit gedelibereerd).
Totale studietijd: 756,00 uren
Korte omschrijving
Het olod 'Praktijk 3+4' behandelt de praktijkervaring in het orthopedagogische werkveld en bereidt voor op de competenties die nodig zijn om de rol als opvoeder-begeleider zelfstandig te kunnen uitvoeren.
OLR-Leerdoelen (lijst)
Je creëert een stimulerend leefklimaat. Je organiseert en begeleidt activiteiten in het dagelijks leven van cliënten in het kader van wonen, leren, werken en vrije tijd.
| Je voert de taken als begeleider in een praktijksituatie zelfstandig uit.
|
| Je verricht cliëntgebonden administratie in een praktijksituatie.
|
| Je zet methodes in om een stimulerend leefklimaat te creëren in een praktijksituatie.
|
Je communiceert op een verbindende manier met cliënten, cliëntengroepen, cliëntsystemen, collega's en externen.
| Je maakt in een praktijksituatie in je mondelinge communicatie een onderscheid tussen feiten en meningen.
|
| Je maakt in een praktijksituatie in je schriftelijke communicatie een onderscheid tussen feiten en meningen.
|
| Je stemt in een praktijksituatie je communicatiestijl af op cliënten, cliëntengroepen, cliëntsystemen, collega's en externen.
|
| Je verricht cliëntgebonden administratie in een praktijksituatie.
|
| Je zet je non verbale communicatie doelgericht in tijdens interacties in een praktijksituatie.
|
| Je vraagt feedback aan je mentor werkplekleren over je schriftelijke reflecties en opdrachten in een praktijksituatie.
|
| Je hanteert een verbindende communicatiestijl in een praktijksituatie.
|
| Je informeert en betrekt collega's en cliënten bij de realisatie van een project in een praktijksituatie.
|
| Je presenteert een project op een heldere manier aan derden. |
Je zet bewust methodieken in om cliënten te ondersteunen in hun ontwikkeling en functioneren. Je handelt op basis van theoretische kaders, actuele inzichten en wettelijke bepalingen. Je realiseert duurzame oplossingen.
| Je werkt een project uit afgestemd op de doelgroep en de leerwerkplek. |
| Je draagt bij aan het methodisch uitbouwen van een leefklimaat in een praktijksituatie, aan de hand van een origineel project. |
| Je probeert nieuwe werkwijzen of ideeën uit in een praktijksituatie. |
| Je werkt een project uit in een praktijksituatie met een meerwaarde (en toepasbaarheid) op langere termijn.
|
| Je werkt een project uit vanuit een theoretisch of methodisch kader. |
| Je werkt een project planmatig uit aan de hand van een aangereikt kader. |
Je verzamelt informatie in functie van het ondersteuningsplan en levert een actieve bijdrage aan het vormgeven en implementeren ervan.
| Je begeleidt de cliënt zelfstandig in functie van de vooropgestelde (ontwikkelings)doelen in een praktijksituatie.
|
| Je handelt in een praktijksituatie volgens de doelen en acties die in het ondersteuningsplan van de cliënt geformuleerd staan.
|
| Je levert in een praktijksituatie een bijdrage aan het realiseren van de doelen die inspelen op de noden van de cliënt.
|
Je onderneemt doelgericht acties in functie van de levenskwaliteit en veiligheid van cliënten.
| Je bewaakt in een praktijksituatie het evenwicht tussen professionele en emotionele afstand/nabijheid.
|
| Je draagt in een praktijksituatie bij aan emotionele en fysieke veiligheid van de cliënt, de groep en de omgeving.
|
| Je handelt in een praktijksituatie volgens de deontologische afspraken, kaders van de organisaties en wettelijke bepalingen.
|
| Je onderneemt in een praktijksituatie doelgericht actie i.f.v. de kwaliteit van leven van de cliënt.
|
| Je draagt in een praktijksituatie bij aan emotionele en fysieke veiligheid van de cliënt, de groep en de omgeving.
|
Je ondersteunt en motiveert cliënten bij het uitbouwen, versterken en onderhouden van hun netwerk. Je streeft inclusie na en faciliteert maatschappelijke participatie.
| Je hanteert in een praktijksituatie een inclusief taalgebruik.
|
| Je stimuleert in een praktijksituatie cliënten om actief deel te nemen aan de samenleving.
|
| Je ondersteunt in een praktijksituatie de cliënt in het uitbouwen, onderhouden en/of versterken van het netwerk via concrete acties.
|
| Je onderneemt in een praktijksituatie doelgericht actie i.f.v. het bevorderen van inclusie op de leerwerkplek. |
Je begeleidt cliënten naar maximale autonomie vanuit hun krachten, rekening houdend met risicofactoren en kwetsbaarheden. Je moedigt hen aan om eigen ideeën te uiten en zelf keuzes te maken.
| Je hanteert in een praktijksituatie een emancipatorische begeleidersstijl.
|
| Je handelt in een praktijksituatie vanuit de krachten van de cliënt/het cliëntsysteem.
|
| Je handelt in een praktijksituatie vanuit de kwetsbaarheden van de cliënt/het cliëntsysteem.
|
Je bent je bewust van je referentiekader, kwaliteiten en valkuilen als orthopedagogisch begeleider. Je stuurt je professioneel handelen bij op basis van zelfreflectie. Je hebt aandacht voor zelfzorg.
| Je stuurt in een praktijksituatie je handelen bij aan de hand van kritische zelfreflectie.
|
| Je stuurt in een praktijksituatie je handelen bij aan de hand van feedback.
|
| Je beschrijft je leerwinst na elke supervisie.
|
| Je motiveert in hoeverre je professionele groeidoelen zijn bereikt.
|
| Je beschrijft je leerwinst rond het projectmatig werken.
|
| Je geeft constructieve feedback rond het project van medestudenten. |
| Je handelt in een stressvolle praktijksituatie professioneel met oog voor de ander(en) en jezelf. |
| Je formuleert leervragen rond je eigen ontwikkelingsnoden op de leerwerkplek. |
| Je reflecteert over je groeiproces als orthopedagogisch begeleider. |
| Je bespreekt de impact van je referentiekader op je professioneel handelen. |
| Je formuleert nieuwe, concrete professionele groeidoelen. |
Je werkt mee aan het realiseren van de missie en de doelstellingen van de organisatie en brengt ideeën aan ter verbetering van de dagelijkse werking. Je denkt kritisch en houdt rekening met verschillende perspectieven.
| Je formuleert in een praktijksituatie suggesties ter verbetering van de werking.
|
| Je vertaalt in een praktijksituatie de missie, visie en doelstellingen van de organisatie op een kritische en constructieve wijze naar concreet handelen.
|
| Je maakt gebruik van inzichten uit andere disciplines om het eigen werkplekleren te optimaliseren in een praktijksituatie. |
Je observeert, denkt en handelt vanuit een professionele orthopedagogische basishouding, omschreven in het attitudeprofiel van de orthopedagogisch begeleider.
| Je handelt vanuit een orthopedagogische basishouding, zoals uitgewerkt in het attitudeprofiel niveau 2.
|
| Je reflecteert over het groeiproces van je orthopedagogische begeleiderstijl. |
| Je reflecteert uitgebreid over je veerkracht. |
Je hebt aandacht voor, ondersteunt en beïnvloedt groepsdynamische processen. Je werkt interdisciplinair samen met cliënten, cliëntengroepen, cliëntsystemen, collega's en externen in vertrouwde en nieuwe, complexe contexten.
| Je evalueert je samenwerkingsvaardigheden binnen een team in een praktijksituatie.
|
| Je zet anderen aan om correct en respectvol om te gaan met mensen in een praktijksituatie.
|
| Je draagt bij aan een positieve werksfeer en teamgeest in een praktijksituatie.
|
| Je neemt in een praktijksituatie actief deel aan intern en extern overleg.
|
| Je reflecteert over de samenwerking op de leerwerkplek. |
Leerinhoud
Het opleidingsonderdeel (OLOD) Praktijk 3+4 bestaat uit 2 grote delen:
1. werkplekleren op de werkvloer
2. coaching (lessen/ supervisies) binnen AP Hogeschool
Praktijk 3+4 bestaat uit 500u werkplekleren.
Het werkplekleren heeft als doel de beoogde competenties van de opleiding te toetsen aan de realiteit en/of verder in te oefenen en te ontwikkelen binnen een reële beroepssituatie, wat resulteert in beroepservaring.
Studiematerialen (tekst): Verplicht
Studiewijzer
reflectiebundel
opdrachtenbundel
lesmateriaal op Digitap
Toetsing (lijst)
Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
| Moment | Vorm | % | Opmerking |
| Eerste examenperiode | Portfolio | 30,00 | |
| Eerste examenperiode | Praktijkbeoordeling in een professionele context | 20,00 | Attitudeprofiel |
| Eerste examenperiode | Praktijkbeoordeling in een professionele context | 50,00 | |
Toetsing (tekst)
Aanwezigheid bij contactmomenten is verplicht. Ongewettigde afwezigheid op contactmomenten moeten steeds worden ingehaald door een vervangopdracht. Meerdere ongewettigde afwezigheden op het werkplekleren leiden tot een stopzetting.
Een tekort op één (of meer) van de deelcijfers (werkplekleren, portfolio of attitudeprofiel) leidt tot een Fail (F) voor het totale opleidingsonderdeel.
Voor dit olod is geen tweede examenkans mogelijk.