Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.

In het tweede jaar verschuift de aandacht van ontdekken naar onderzoeken. Samen met je medestudenten ga je als maker-in-opleiding verder met het ontwikkelen van je eigen podiumtaal en -aanwezigheid, en verdiep je het onderzoek naar wat je als speler wil meedelen. Je leert op zoek te gaan naar jezelf door middel van je verbeelding. Tijd en ruimte worden als grondstof voor creatie onderzocht. Het materiaal kan tekst zijn, maar ook beweging, licht, geluid, materie, energie.


Tijdens de repetities worden onder leiding van de docent uiteenlopende standpunten over de tekst gedeeld om op de scène de grondstof te worden voor het dramatische conflict. Er wordt niet gestreefd naar eensgezindheid maar naar openheid en respect voor verschillen. Als aspirant-toneelspeler/maker leer je naast het vertrouwen in jezelf als scheppend kunstenaar, ook te vertrouwen op de creatie van je medespeler.


Je leert dat je je grondig moet voorbereiden op het spelen, maar ook dat je, éénmaal op de speelvloer, die voorbereiding weer kan vergeten, om als speler in het moment en vrij te zijn. To learn and to forget.

De docent helpt je ontwikkeling van je makerschap in relatie tot het collectief en de wereld.