simultaan te volgen met Sociologie voor sociaal werk - 1.

In het opleidingsonderdeel ‘Sociologie voor sociaal werk - 2’ bestudeer je opnieuw het sociaal handelen en het samenleven in relatie tot het beroep van de sociaal werker. In dit deel staan sociologische paradigma's voorop. Vanuit het perspectief van verschillende sociologische theorieën of stromingen verwerf je kennis en kan je verklaringen geven over de invloed van omgevingsfactoren en interactiepatronen op het dagelijkse leven, sociale problemen en deviant of 'afwijkend' gedrag. Je leert vanuit verschillende sociologische brillen naar actuele fenomenen binnen en buiten het sociaal werk kijken en deze brillen, met hun meerwaarde en beperkingen, vergelijken met elkaar.

In dit opleidingsonderdeel worden 4 sociologische basisparadigma's in verband gebracht met de praktijk van het sociaal werk. Het gaat in het bijzonder om     

• Het functionalisme als fundament voor een technisch-instrumentele 'intgratie'-benadering van de persoon in zijn context
• De conflictsociologie als theoretische basis van politiserend handelen binnen SW
• De sociale ruiltheorie als denkkader voor wederkerigheid in relaties
• Het symbolisch interactionisme met accent op diverse betekenisgeving van noden, sociale problemen en behoeften - basis van de sociaal-constructivistische kijk

In een paradigmatafel worden voor SW relevante sociale feiten (o.a. werkloosheid, deviantie, relaties en gezinnen, groepen en buurten) in verband gebracht met de verschillende paradigma's en zo ook met een diversiteit aan interventiestrategieën