De student kan zichzelf een opdracht geven rond compositie, vorm, kleur en ruimte.
|
De student is in staat (tussentijdse) deadlines te halen.
|
De student organiseert creatie en realisatie van eigen beeldontwerp. (organisatie)
|
De student organiseert eigen beeldonderzoek. (organisatie)
|
De student kan een briefing lezen en interpreteren.
|
De student kan een persoonlijke vraagstelling plastisch omzetten.
|
De student heeft een zelfstandige en procesmatige werkattitude en is zelfkritisch t.o.v. eigen werk en werkmethode.
|
De student kan het eigen functioneren ter discussie stellen en indien nodig bijsturen.
|
De student kan een planning opmaken, gaande van de kennismaking met het ontwerp tot de uiteindelijke realisatie ervan.
|
De student kan individueel, in duo of in groepsverband werken.
|
De student kan een een voorgesteld ontwerp in de praktijk realiseren.
|
De student kan een dialoog aangaan met de docent en commentaren van die docent gericht verwerken en integreren in het werkproces.
|
De student bezit een zelfstandige en zelfkritische houding.
|
De student getuigt van een continue inzet.
|
De student volgt een logisch, regelmatig en progressief werkproces.
|
De student kan procesmatig werken.
|
De student commentaren van de docenten integreren in zijn/haar werkproces.
|
De student houdt zich aan de gestelde deadlines.
|
De student kan procesmatig werken en in het werkproces deadlines respecteren
|
De student kan de commentaren van de docenten met maturiteit verwerken
|
De student kan de creatie en realisatie van een persoonlijk artistiek project organiseren. (organisatie)
|
De student kan het eigen onderzoek organiseren. (organisatie)
|
De student kan de productietechnische opmaak van het persoonlijke ontwerp verzorgen. (organisatie)
|
De student haalt vooropgestelde (tussentijdse) deadlines. (organisatie)
|
De student bewaakt de artistieke coherentie van het hele ontwerp. (organisatie)
|
De student heeft zelf-organisatorische competenties en kan zijn werk autonoom realiseren en uit eigen ambitie regelmatig werken.
|
De student bezit een positieve werkattitude tegenover zijn eigen werk en zijn omgeving/medestudenten en studio. |
De student beheert het proces van ontwerp tot vertaling en kan in oplage drukken.
|
De student kan de opdrachten zelfstandig en creatief verwerken. |
"De student kan zelfstandig zijn project uitvoeren en heeft organisatorische vaardigheden.
"
|
De student respecteert de opgelegde deadlines en kan zijn werk tijdig finaliseren en presenteren. |
De student kan het concept uitwerken, plannen en uitvoeren.
|
Je neemt de verantwoordelijkheid voor je rol in een gemeenschappelijk project. |
Je werkt constructief samen met aandacht voor een diversiteit aan meningen en persoonlijkheden |
Je werkt planmatig en gericht naar een eindresultaat toe. |
Je organiseert en coördineert overleg. |
Je reflecteert op een zelfstandige en kritische manier over het eigen functioneren. |
Je toont consequent, neutraal en integer gedrag. |
Je stelt je open voor dialoog met (gast)docenten, medestudenten,... |
Je neemt actief deel aan dialoog met (gast)docenten, medestudenten,... |
Je initieert het gesprek met (gast)docenten, medestudenten,... |
Je bent zelfredzaam en maakt afspraken met je docenten. |
Je ontwikkelt een open houding ten aanzien van samenwerking en durft je positie als maker ter discussie te stellen. |